Het oppassen op je kleinkinderen is niet alleen ontzettend gezellig, maar ook nog eens goed voor je geest én fysieke gezondheid.
Opa’s en oma’s die regelmatig op hun kleinkinderen passen, hebben minder kans op alzheimer en andere cognitieve stoornissen. Bovendien houdt het ze een stuk actiever, blijkt uit een Australisch onderzoek.
Op je kleinkinderen passen
Opa’s en oma’s in Nederland passen steeds vaker op. Veel grootouders vinden het heerlijk om meer tijd met hun kleinkinderen door te brengen, al is het soms ook zwaar. Gelukkig levert het ook wat op, want naast extra quality time, is oppassen ook goed voor je geest én gezondheid.
Eén dag per week
Voor het onderzoek werden 186 vrouwen met kleinkinderen onderzocht. Degenen die minstens één keer per week op hun kleinkinderen pasten, scoorden duidelijk beter op de cognitieve testen. Ook zouden ze minder kans hebben op het krijgen van ziekten zoals alzheimer en dementie.
Eerder concludeerde een onderzoek ook al dat oppasopa’s en -oma’s gemiddeld vijf jaar langer leven dan mensen die zelden of nooit op hun kleinkinderen passen. Voor deze studie werden 500 ouderen tussen de 70 en 103 jaar onderzocht.
Oppassen geblazen
Echter: te veel oppassen is ook niet goed. Vooral één ‘opa en oma’-dagje per week zou goed zijn voor de fysieke gesteldheid. Grootouders die vijf of meer dagen per week voor hun kleinkinderen zorgden, scoorden juist laag op de cognitieve testen. Wat hiervoor de reden is, weten de onderzoekers niet. Al kunnen wij ons wel voorstellen dat vijf dagen erg vermoeiend en stressvol kan zijn.
Dit artikel verscheen eerder op Libelle.nl.
Meer lezen
- Worden we wel gelukkig van kinderen krijgen?
- Zo pak je Koningsdag creatief aan (ook met de kinderen).
- Een podcast over inclusief ouderschap: Met z’n allen achter de kinderwagen.
Tekst Redactie Libelle Illustratie Petra Zehner
Gepubliceerd 5 november 2023