Rood huisje
“Ik werkte al tien jaar als interieurarchitect in Londen, maar toch lukte het me niet een hypotheek te krijgen die hoog genoeg was om een appartement te kopen. Op YouTube zag ik mensen die voor zo’n tienduizend euro een boshuisje kochten in Zweden. Ik dacht: dat ga ik ook doen. Bij de elfde bezichtiging werd ik verliefd op dit huis. Met ruim veertig vierkante meter is het boshuisje perfect voor mij alleen. Er zijn hier geen auto’s of al te nabije buren. Ik ben omsloten door bos. Tot in de jaren negentig woonden hier twee broers met hun gezinnen, daarna deed het dienst als zomerhuisje. Het is slecht geïsoleerd, er was geen aangesloten haard en het houtwerk was aan vervanging toe. Een hele klus om het bewoonbaar te maken, maar ik dacht: alles valt te leren.”
Zweden, Portugal of Slovenië
“Als je in Europa als freelancer geen hypotheek voor een betaalbare woning kunt krijgen, zijn er een aantal opties, zoals Zweden, Portugal en Slovenië. Ik dacht dat mijn karakter het best bij Zweden zou passen, waar de mensen introverter zijn dan in die andere twee landen. Ook het klimaat vind ik fijner, een al te heet land is niks voor mij. Voordat ik hier naartoe verhuisde, had ik niet per se een band met Zweden. Als kind ben ik er weleens op vakantie geweest met mijn ouders, maar daar heb ik geen herinneringen meer aan. Behalve de natuur, die is hier in overvloed en dat bevalt me wel. Het land is eigenlijk één groot bos.”
Alles op de begane grond
“Eerst wilde ik het hele huis, dat uit twee verdiepingen bestaat, onder handen nemen. Ik had bedacht dat ik boven mijn slaapkamer wilde maken. Maar dan zou ik er nieuwe balken in moeten leggen en hoe kreeg ik die in m’n eentje omhoog? Dat plan liet ik dus snel varen, ik richtte me op de benedenverdieping van het boshuisje. Die bestaat uit een keuken, een toilet en twee kamers. Eén kamer wordt een plek om te werken en eten, in die andere komen nog een tweepersoonsbed en een grote kast. Ik geloof in ruimtes met meerdere functies.”
Geen slaapkamer
“Eén kamer reserveren om te slapen vind ik zonde, zeker in zo’n klein huis. Als je er alleen maar slaapt, krijg je niet echt veel mee van de ruimte. Een bed kun je slim inbouwen. In de studeer-slash-eetkamer van het boshuisje bouwde ik een uitschuifbaar eenpersoonsbed in dat overdag fungeert als bank – geïnspireerd op een foto van mensen die hun caravan aan het verbouwen waren. In de andere ruimte maak ik een verrijdbaar tweepersoonsbed.”
Soms een beetje scheef
“Voorheen ontwierp ik de meest luxe interieurs voor rijke klanten, dan ging ik los met details en dure materialen. Voor mijn eigen boshuisje in Zweden moest ik het een stuk simpeler aanpakken, omdat ik alles zelf doe en beperkte financiën, materialen en skills heb. Ik maakte een technische tekening zoals ik dat altijd doe als interieurontwerper, maar als klusser kwam ik erachter dat mijn tekening niet realistisch was, haha. Bouwen is wel echt een ander beroep dan ontwerpen, dat werd me snel duidelijk. Maar ik doe wat ik kan en als iets scheef is, dan is dat maar zo. Ik streef niet naar perfectie. De ervaring van iets zelf maken is me meer waard.”
Sauna uit de jaren zeventig
“Laatst kwam er iemand naar mijn huis om mijn schoorsteen schoon te maken. Het interieur deed hem denken aan een sauna uit de jaren zeventig. Hij heeft wel een punt: alles is van licht hout: mijn zelfgebouwde bank, de kasten, tafel en keuken. Omdat de bouwmarkt ver weg is, ik alles op de fiets doe en geen geld voor dure materialen heb, kwam ik al snel bij hout uit. Het is het makkelijkst om mee te werken: je zaagt het gewoon. IJzer moet je lassen en cement is heel zwaar. Omdat dit interieur al een groot project voor mij is, wil ik het mezelf niet moeilijker maken dan nodig. Bovendien ziet hout er fijn uit. Ik vind het een goed compromis tussen wat kan en wat mooi is.”
Japandi-stijl
“Behalve ‘een sauna uit de jaren zeventig’ omschrijf ik het interieur van mijn boshuisje vaak als de Japandi-stijl – een mix van Japans en Scandinavisch. In Japan zijn ze goed met kleine ruimtes. Ik hou van de soberheid van de interieurs daar, veel is met de hand gemaakt en je ziet ingenieuze details. Er worden bijvoorbeeld geen schroefjes gebruikt om een paar planken met elkaar te verbinden, maar onzichtbare elementen zoals houten pennen in gaten. Zo heb ik het in mijn keuken ook aangepakt. Naarmate ik meer klus, word ik beter in dat soort kleine dingen. Het is leuk om een functioneel interieur te maken dat ook mooi is.”
Strak en gezellig
“Veel van wat ik tot nu heb gemaakt, is ingebouwd: van de muurkast en mijn bureau tot de keukenkastjes en mijn bank. Ik hou van die architectonische stijl, het schept orde en duidelijkheid. Ik geniet ook erg van de strakke lijnen die erdoor ontstaan. Daar kan ik echt gelukkig van worden: een strakke en toch gezellige sfeer. Het nadeel van inbouwen is dat ik mijn meubels bij een eventuele verhuizing niet kan meenemen. Maar dat is oké, dan heb ik ermee geleefd en ervan genoten zolang het duurde.”
Accessoires
“Eerlijk gezegd ben ik niet zo dol op accessoires in mijn huis, dus mijn kasten zijn nog grotendeels leeg. Eerst wilde ik letterlijk alles zelf maken, maar dat is toch iets te veel gevraagd. Mijn DIY-lamp werd bijvoorbeeld een krom en onbruikbaar ding. Dus kocht ik uiteindelijk toch maar een paar lampen. Soms vind ik het ook fijn om kleine dingen te kopen, zoals kastknoppen. Het voelt dan heel rijk dat ik die niet zelf hoef te maken.”
Pinterest boven YouTube
“Je hoeft geen klusser te zijn om aan een renovatie te beginnen: je moet het gewoon willen doen. Misschien is de een handiger dan de ander, maar iedereen kan het leren. Klusinspiratie haal ik uit blogs en foto’s. Hoewel ik mijn verbouwing vastleg en op YouTube zet, heb ik zelf weinig met klusvideo’s. Ik heb geen zin om een heel filmpje te bekijken. Daarom is Pinterest ook zo handig. Daar kun je explosietekeningen vinden, bijvoorbeeld van een kastje waarvan de onderdelen uit elkaar zijn getrokken. Zo zie je in één oogopslag hoe het is gemaakt.”
Alles op de fiets
“Ik heb geen rijbewijs; een fiets is goedkoper dan een auto en je beweegt meer. Een vouwfiets met fietstassen was mijn eerste aankoop toen ik twee jaar geleden verhuisde naar Zweden. Ik ben toen in vijf dagen van Stockholm naar mijn boshuisje gefietst om de sleutels op te halen. Nu heb ik een elektrische fiets met een karretje, zodat ik meer kan meenemen. Dat is een grote luxe, het gaat supersnel! Maar het allerliefst zou ik alles willen lopen. Als langeafstandswandelaar zijn mijn benen eigenlijk mijn favoriete vervoersmiddel.”
De video’s van Rosie over haar boshuisje kijk je hier.
Meer lezen
- Meer over Rosie’s avontuur in Zweden lees je hier.
- Lisanne verhuisde ook naar Zweden: Je leeft hier veel meer met het daglicht en de seizoenen (en dat heeft voor- en nadelen).
- Van Utrecht naar Limburg voor je droomhuis, Lina deed het (en we mochten binnenkijken).
Fotografie Eva Donckers