Journalist Tatjana Almuli sport minstens drie keer per week, zowel fysiek als mentaal kan ze niet meer zonder. Voor Flow duikt ze in allerlei manieren om fit te blijven. Deze keer: kickboksen.
“Jab, jab, rechter directe, rechter uppercut, linkerhoek – nog tien, ja door, niet stoppen, jab, jab, ja, goed zo, door! Vergeet je bescherming niet, handen hoog, draai je hele lichaam in, kom op, niet stoppen.” De stem van de boksleraar galmt nog lang na de les als een mantra door mijn hoofd. Vandaag heb ik voor het eerst sinds jaren weer eens een kickboksles gevolgd. Meerdere keren stond ik op het punt om te stoppen, mijn zicht was wazig door het overmatige zweten, mijn lichaam leek vloeibaar door de hoge intensiteit van de oefeningen, maar toch ging ik door. En nu voel ik me onverslaanbaar.
Continu in beweging
Vroeger heb ik regelmatig gebokst, toch verdween de sport naar de achtergrond om plaats te maken voor een nieuwe. Ik ben relatief snel verveeld, het lukt me nooit om lange tijd achter elkaar dezelfde sport doen. En soms stop ik omdat ik het te confronterend vind en er te veel loskomt. Dat was bij boksen het geval.
Boksen, en in het bijzonder kickboksen, is fysiek heel intensief. Tijdens een les ben je continu in beweging, waardoor je conditioneel wordt uitgedaagd. En omdat je verschillende stoten aan het uitdelen bent aan een sparringpartner of, in mijn geval, de bokszak, is het ook een krachtsport.
In principe voer je bij boksen steeds combinaties uit van vier stoten: de jab, cross, uppercut en hoek. Als je die eenmaal kent, zijn het heel overzichtelijke bewegingen. Bij kickboksen komen daar nog wat beenbewegingen bij zoals een hoge, lage of knie kick. Daarnaast gebruik je verschillende been- en bilspieren om stabiel te kunnen blijven staan.
Tot je niet meer kunt
Boksen is niet alleen goed voor je conditie en kracht, maar kan ook veel doen voor je mentale gestel. In de podcast en het blog Eighty Percent Mental vertelt Peter Olusoga, docent (sport)psychologie aan Sheffield Hallam University in Engeland, hier meer over. Boksen bestaat volgens hem voor minstens tachtig procent uit mentale training. Het is een meedogenloze sport, er is geen ontkomen aan: je gaat de strijd aan tot je niet meer kunt. De training is gericht op het bewust zijn van en reageren op constant gevaar. Het doel is om je tegenstander te ontwijken en uit te schakelen. Hier heb je fysieke kracht en uithoudingsvermogen voor nodig, maar ook het vermogen om tactisch en strategisch te denken en handelen. En dat alles dus onder continue druk, want zoals gezegd: je blijft constant in beweging. De combinatie van al deze facetten maakt (kick)boksen uniek.
Uitlaatklep
Na een intense relatiebreuk en het plotselinge verlies van een goede kennis merkte ik de afgelopen tijd dat ik veel emoties opkropte. Vooral met het uiten van woede had ik moeite. In haar boek Rage becomes her legt Soraya Chemaly uit hoe je als vrouw altijd leert dat boosheid een emotie is die je beter kunt onderdrukken, terwijl mannen die wel mogen uiten. Dat wordt bij hen zelfs gezien als stoer, goed en aantrekkelijk; woede is daarmee het morele gebied van jongens en mannen. Maar dat onderdrukken van boosheid heeft gevolgen. Onverwerkte woede verweeft zich met ons voorkomen, onze eetgewoonten en ons lijf. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot een laag zelfbeeld, nervositeit, depressie en fysieke kwalen. Hoewel ik rationeel weet dat ook ik woede (frustratie, onmacht, chagrijn) mag voelen én uiten, heb ik daar toch vaak moeite mee. Om die reden schreef ik me toch weer in voor die bokslessen: ik had behoefte aan een (fysieke) uitlaatklep. Tijdens het boksen kan ik mijn frustraties heel gekanaliseerd uiten: de bokszak is mijn opponent én beste vriend. Na een uur rammen en trappen voel ik me lichter en is het alsof ik iets heb verwerkt.
Ik vind het ook prettig dat ik me door het boksen zelfverzekerder voel op straat. Helaas worden vrouwen en andere minderheidsgroepen nog steeds vaak lastiggevallen. Natuurlijk hoop ik dat ik de stoten en trappen die ik tijdens mijn bokslessen heb geleerd, nooit in het wild hoef uit te oefenen. Maar het idee dat ik iemand een knaller van een ‘rechter directe’ kan geven als ik lastig word gevallen, geeft me een gevoel van zekerheid en rust.
Zelfvertrouwen
Boksen voelt voor mij ook als een democratische sport. De tijd waarin je vooral agressief ogende, mannelijke spierbundels in de ring zag staan, is gelukkig al lang en breed voorbij. Ik voel me thuis in de boksschool omdat hier zo veel verschillende mensen rondlopen: oud en jong, mensen van kleur en witte mensen, dik en dun, gespierd en wat minder afgetraind. Hoewel de sport uitputtend is, is boksen toegankelijk voor veel verschillende mensen. Als je de basistechnieken eenmaal onder de knie hebt, kun je de combinaties in je eigen tempo volgen. Je ontdekt dat je veel meer kunt dan je dacht, en dat geeft zelfvertrouwen.
In trance
Geen andere vorm van beweging brengt me zo in trance als kickboksen. Het is zwaar, maar ook verslavend om mijn lichaam bij elke stoot of schop sterker te voelen worden. Er komt zo veel energie vrij wanneer ik boks. Aan het eind van de les ben ik dan ook gesloopt: mijn bezwete sportshirt kan ik uitwringen, mijn hoofd is leeg, ik voel me zelfvoldaan en zen, alsof ik net gemediteerd heb. Door alleen al in die typische bokshouding te gaan staan, overvalt me een gevoel van zekerheid, van kracht. Ik bescherm mijn gezicht met mijn in bokshandschoenen gehulde handen, mijn blote voeten staan stevig in de grond: ik ben klaar voor alles wat zich aandient, hier op de mat én daarbuiten.
Meer lezen
- Tatjana: “Door boulderen voel ik me meer ontspannen én heb ik een enorme high”.
- Niet de sportschool in maar dansen: zo maak je sporten weer leuk (+ nog 11 ideeën).
- Wat ik leerde van… Jane Birkin: met boos zijn is niks mis.
Tekst Tatjana Almuli Illustratie Yani Putrii Fotografie Getty Images
Gepubliceerd op 4 september 2023