#messyroom: waarom ‘cluttercore’ zo populair is

Voor een ander is het misschien troep, voor journalist Nienke Pleysier zijn haar kasten vol snuisterijen juist belangrijk. Ze vertellen wie ze is. En zo is ze onbedoeld fan van de nieuwste woontrend: cluttercore.

Levendig herinner ik nog het moment waarop ik, samen met de rest van de wereld, een inkijkje kreeg in het huis van Kim Kardashian. Alles was wit en de vloeren en muren waren leeg en kaal. Het leek wel een klooster. Een krant noemde haar stijl dan ook de ‘minimalist monastery’-­look: een interieur als een leeg canvas waarop je van alles kunt schilderen.

Mijn eigen huis lijkt helemaal niet op een minimalistisch klooster. Ik kijk naar de koelkastdeur, volgeplakt met uitnodigingen, polaroids, briefjes en tekeningen. Op de schouw liggen schelpen, meegenomen van elk strand waar ik ooit was, in de kast staat een verzameling pastis-­karaffen en ook mijn servies, dat niet matcht en bestaat uit losse items die ik vond, kreeg of meenam als souvenir. Rommelig? Wellicht. Een nachtmerrie voor minimalisten? Absoluut. Maar voor mij voelt het als een nostalgische, georganiseerde chaos. En hoe toevallig, dit is precies de omschrijving van de nieuwste interieurtrend op online platforms als TikTok: cluttercore.

Weg met de perfectiedrang

Het Amerikaanse interieurblog Apartment Therapy schrijft dat cluttercore iets is voor ‘mensen met spullen die elk hun eigen verhaal vertellen’ en voegt er het cruciale punt aan toe: ‘spullen waar je van houdt, ongeacht hoe minuscuul, onbelangrijk of afgedankt ze ook lijken voor een buitenstaander.’ Cluttercore viert de menselijke relatie met spullen, volgens het blog. Ook NRC besteedde aandacht aan het fenomeen. ‘Zelfs Marie Kondo heeft geen zin meer alles op te ruimen’ kopte de krant boven een artikel over cluttercore. Een trend die in deze tijdgeest past, niet dicteert wat we wel of niet moeten kopen en ons ontslaat van de drang om perfect te zijn. Hoera voor een rommelig, maar persoonlijk interieur.

Eerder dit jaar werd de inboedel van wijlen schrijver Joan Didion geveild. De bedragen die werden neergeteld voor haar spullen waren ongekend, zoals een luttele 27.000 dollar voor een tweedehands zonnebril. Misschien nog wel opvallender was de grote hoeveelheid snuisterijen en ogenschijnlijk onbelangrijke spulletjes die Didion bezat. Zo had ze een grote collectie presse papiers. Om met de woorden van opruimgoeroe Marie Kondo, die na de komst van haar derde kind zelf dus van haar opruimgeloof is gevallen, te spreken: ‘Did they truly spark joy?’ Voor Joan Didion wel.

Troep, of memorabilia?

De Franse filosoof Jean-Paul Sartre schreef: ‘De enige manier waarop we ons ‘zelf’ echt kunnen zien, is door te kijken naar wat we bezitten.’ Op het eerste gezicht misschien een wat oppervlakkige, materialistische uitspraak. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat onze spullen wel degelijk een belangrijke en diepgaande betekenis voor ons kunnen hebben en iets wezenlijks vertellen over wie we zijn.

In de jaren tachtig deed de Amerikaanse onderzoekshoogleraar Russell Belk een, tot op de dag van vandaag, toonaangevend onderzoek: Possessions and the extended self. Een van de belangrijkste conclusies luidde, in lijn met wat Sartre schreef: ‘We zijn wat we hebben. Het is een onontkoombaar gegeven van het moderne leven dat we onze identiteit leren kennen, definiëren en in herinnering brengen via onze bezittingen.’ Simpel gezegd: we verzamelen onnodige dingen om onszelf te onderscheiden. In mijn geval is dit absoluut zo. Het uitstallen van al mijn memorabilia, ‘troep’ in de ogen van een ander, vertelt veel over wie ik ben, waar ik vandaan kom en wat belangrijk is voor mij. Bovendien vind ik een perfect huis saai.

#messyroom

Op platforms waar mensen herkenbaar willen zijn in plaats van perfect, is rommeligheid nu een look die inspireert en wordt nagedaan. TikTok is zo’n platform: gebruikers zijn er vooral op zoek naar content die authentiek lijkt en ongefilterd, zo blijkt uit onderzoek onder achtduizend gebruikers wereldwijd. De hashtag #messyroom heeft 560 miljoen views en toont beelden van kamers met bergen kleding en vloerkleden die al tijden het daglicht niet hebben gezien. En via de hashtag #nonaesthetichome (32 miljoen views) kun je van een eindeloze hoeveelheid rommelige, uitpuilende keukenlades genieten.

Behaaglijke cocon van spullen

In het eerder genoemde NRC-artikel constateert schrijver Roos Wouters dat het tijdperk van eindeloze zelfoptimalisatie voorbij is: ‘Streven naar perfectie heeft de laatste jaren plaatsgemaakt voor het leren accepteren van jezelf, inclusief al je tekortkomingen. Dat heeft een beweging als body positivity opgeleverd, maar ook het omarmen van kwetsbaarheid en het durven tonen van niet-blije gevoelens. Een rommelig interieur sluit daar naadloos bij aan.’

Controle over je kleine wereld

De cluttercore-trend gaat dus over meer dan je innerlijke Marie Kondo een break geven. Er is ook een psychologisch aspect. In zijn onderzoek stelt professor Russell Belk dat de ‘verzamelaar’ een perfecte controle over zijn kleine wereld ervaart, wat meestal niet het geval is in de gewone wereld. Het levert een veilig, comfortabel gevoel op. Dat de cluttercore-trend opkwam tijdens de coronapandemie is dan ook niet verwonderlijk: we ontdekten hoe geruststellend het is om omringd te zijn door spullen die ons dierbaar zijn. De Amerikaanse journalist Jennifer Howard, die in 2020 het boek Clutter – An untidy history schreef, concludeerde hetzelfde in gesprek met de BBC: “Op dat moment wilden we ons veilig voelen en spullen kunnen een behaaglijke cocon creëren.” En hoewel de pandemie alweer enige tijd achter ons ligt, is de relatie met ons huis sindsdien wel veranderd.

We werken nog steeds massaal vanuit huis, vaak ook meerdere dagen, en vinden het dan prettig om omringd te zijn door spullen die betekenis voor ons hebben. Ook de nostalgie die bezittingen vaak oproepen, zou goed voor je zijn. Zo schrijft Clay Routledge, hoogleraar psychologie aan de universiteit van North Dakota, op zijn blog dat een hang naar nostalgie ‘positief en optimistisch stemt, zelfvertrouwen geeft en zorgt voor een gevoel van sociale verbondenheid.’

Een diepere laag

Verwar cluttercore overigens niet met verzamelwoede. Hoarding, oftewel hamsteren, is eerder een aandoening en niet iets wat je een interieurtrend kunt noemen. Ook is cluttercore geen excuus voor ongegeneerd consumeren. Integendeel. Je kunt het zien als een fenomeen dat past bij de duurzaamheidsbeweging. Wie spullen houdt, hoeft geen nieuwe te kopen en dat is beter voor de wereld.

Ruth Mugge, hoogleraar consumentengedrag aan de faculteit Industrieel ontwerpen van de TU Delft, onderzoekt hoe je consumenten kunt verleiden om producten langer te houden of te hergebruiken. Haar conclusie: hoe meer emotionele waarde je aan iets hecht, hoe minder snel je geneigd bent het weg te doen, of te vervangen. En precies dat is belangrijk als we willen consuminderen. Daarom pleit ze ervoor op zoek te gaan naar ‘de diepere laag’ van spullen. Via de telefoon legt ze uit hoe dit werkt. Mugge: “Die diepere laag betekent dat iets onvervangbaar is, uniek dus, en je er echt een band mee voelt. Door op een andere manier naar de waarde van spullen te kijken en de emotionele of historische laag te benadrukken, kun je gemotiveerd worden om die spullen niet te ‘verspillen’, maar te houden en te repareren.”

Als voorbeeld noemt ze het ontwerp van een van haar afstudeerstudenten: “Hij ontwierp een lamp waarin je de lengte van je kind kunt markeren. Die ‘groeistrepen’ worden zo onderdeel van de lamp zelf. Uit onderzoek blijkt dat consumenten zuiniger zijn op producten met een dergelijke emotionele waarde.”

Portret van mij

Ik moet denken aan de zwarte houten kist die in mijn woonkamer staat. In afbladerende witte verf staan de initialen en achternaam van mijn grootvader op de zijkant. Het is de kist waarin zijn huisraad in de jaren vijftig van Nederland naar Indonesië werd verscheept en uiteindelijk ook weer terug. Tegenwoordig doet hij bij mij dienst als Duplo-opbergbak. En bovenop stallen mijn kinderen, die zijn belast met mijn bewaar-gen, hun knutselwerken uit. Ik moet ook denken aan het klooster van Kim K. En hoe haar interieur dient als het perfecte, lege frame, waarin ze zichzelf kan portretten. Mijn huis voelt eerder als een portret van mij. Struin rond en zie wie ik ben. Een rommelkont, ietwat chaotisch ook, maar wel iemand met een verhaal. Of een trendsetter, to back me up.

Meer lezen

Tekst Nienke Pleysier  Fotografie Brent Darby (Living Inside)
Gepubliceerd op 8 februari 2024

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN