We zijn altijd op zoek naar mooie en fijne plekken. Online redacteur Rachel ging voor een midweek naar het noorden van Italië.
Na het eerste verhaal over mijn reis naar Italië is het tijd voor deel 2. Op de woensdag vertrekken mijn zus en ik richting het vliegveld van Turijn. Terwijl we worden uitgezwaaid door de moeder van Matteo, rijden we voor de laatste keer de steile helling af richting het dorpje. Het is tijd om de auto in te leveren.
Navigeren is niet mijn sterkste punt, daarom laten we het over aan de het systeem dat in de auto zit. Toch is je verplaatsen in een land waar je nog nooit eerder bent geweest, op een plek waar je voor het eerst rijdt niet altijd een succes. We krijgen het voor elkaar om vier keer verkeerd te rijden bij een stukje tolweg. En dat betekent dus ook: vier keer tol betalen. Wanneer de meneer bij de kassa ons herkent, hopen we op een lief gebaar, maar de man is niet te porren voor een korting voor twee Nederlandse dames.
Blij dat het uiteindelijk gelukt is, bereiken we even later het tankstation dicht bij het vliegveld. Dat tanken blijkt, je raadt het misschien al, ook niet zo gemakkelijk te zijn als in Nederland (vooral niet als de tank waarbij we staan, defect blijkt te zijn). Ik spreek een Italiaan aan, die ons met alle liefde wil helpen. Met een volle tank keren we terug naar de mannen van het verhuurbedrijf en kan onze stedentrip naar Turijn echt beginnen.
Een kopje Italiaanse koffie
Met een bus worden we naar het centrum van de stad gebracht. Het mooie aan Turijn is dat meer dan achttien kilometer van de stoep overdekt is. Dat is niet alleen fijn als het regent, het geeft ook nog eens sfeer. Onderweg drinken we een kopje koffie in een galerij. We verbazen ons over de prijzen: dronken we op Schiphol nog een koffie voor bijna vijf euro, hier herkennen we weer de prijzen van een aantal jaar geleden. Ook weleens fijn.
Onze overnachtingsplek bevindt zich aan een groot plein in het centrum van de stad. Het is een oud pand, met een mooi trappenhuis. De inrichting is niet heel bijzonder, maar wel ruim. Sowieso is het heel fijn dat je geen kilometers met een bus of trein hoeft te reizen om ergens te komen. En nog een bijkomend voordeel: voor de deur vind je gezellige terrasjes in de zon.
’s Avonds worden we door Anne-Marije (ken je haar nog?) meegenomen door Turijn om de stad te leren kennen. Heel fijn om op sleeptouw te worden genomen wanneer je een stad nog niet kent. We doorkruisen pleinen, straten en steegjes. Onderweg eten we heerlijk Italiaans ijs bij Alberto Marchetti en komen we een vriendin van Anne-Marije tegen die weer andere plekken kent. Zo zien we de stad door de ogen van de locals.
Meestal kiezen mensen voor Rome, Venetië of Milaan, maar Turijn is zeker een bezoek waard. Het is niet ontzettend groot, waardoor je op je gemak van alles kunt bekijken. Waar we wel even aan moeten wennen is de tijden waarop Italianen eten. Om 19:00 begint mijn buik luidruchtig geluid te maken, maar aan eten zijn we nog niet toe als het aan de inwoners van de stad ligt. Een tijdje later is het dan toch echt tijd voor een pizza en lopen we na een gezellige avond met een gevulde buik weer terug naar ons appartement.
Slenteren door de straten
We hebben de vorige avond al aardig veel bekeken, dus de volgende morgen kunnen we op ons gemak door de stad gaan. We kunnen veel, maar moeten niks. De zon schijnt weer heerlijk in ons gezicht wanneer we naar buiten stappen. We hebben gisteren al een gezellig restaurantje gezien waar we willen ontbijten, dus even later zitten we aan de koffie, een croissantje en een stuk taart (dat mag ten slotte wanneer je op vakantie bent).
Er zijn verschillende musea in de stad, maar die voegen we toe aan ons lijstje voor een volgende keer (onder het motto: het is nu lekker weer, dus daar willen we van genieten). Wel bekijken we Caffè Al Bicerin Dal 1763 A Torino, een prachtig oud cafeetje. Daar tegenover zit een kerk, die ook het bezoeken waard is. Kaarsjes, beschilderde plafonds en veel goud. De plek is adembenemend.
Na weer een ijsje onderweg en heerlijk avondeten (focaccia) lopen we door een verlichte stad terug naar ons appartement. We verbleven niet heel lang in Turijn, maar toch heb ik niet het idee dat ik onwijs veel gemist heb of dat we per se nog iets moeten zien. Dat geeft een soort rust, die ik normaal gesproken niet altijd ervaar bij een stedentrip.
Tijdens de terugvlucht worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht over de bergen. We kijken onze ogen uit. Na een, redelijk, soepele landing staan we even later weer op Nederlandse bodem. Mijn zus en ik zijn het zeker over eens: zo’n weekje de zon opzoeken in februari, dat is zo gek nog niet.
Meer lezen
- Ik zette een aantal mooie plekken in de omgeving op een rijtje.
- Hier vind je meer informatie over de Airbnb waarin wij hebben overnacht.
- Flow logeert: in de duinen van Denemarken.
Tekst Rachel Vieth Fotografie Beetje