Net als bij veel andere jongvolwassenen gaat het met online redacteur Ruby altijd “Goed, met jou?”. Totdat ze zich voornam meer open te zijn over mentale struggles. En erover te schrijven; zonder filter, mét knipoog. Deze keer: niet blij zijn na een mijlpaal.
Wat ‘de mooiste tijd van mijn leven’ had moeten zijn, mondde uit in vier jaar prestatiedruk, stress en tranen. Studeren was niet echt iets voor mij. Het gevoel dat er altijd wel iets af te maken was, financiële stress en als schuim op het goedkope campusbier: die eeuwige FOMO, ik werd er ongelukkig van en wilde er vanaf zijn.
Dat had als gevolg dat ik keihard ging werken om die langverwachte eindstreep te halen. Als een soort topsporter had ik alleen maar oog voor de finish. Want die stond gelijk aan vreugde, winst, trots.
No biggie
Maanden voor de eindstreep verwachtte ik dat ik zou gillen als ik zou horen dat ik geslaagd was. Dat ik jankend van geluk op alle foto’s van mijn diploma-uitreiking zou staan. En een zorgeloze zomer vol blijdschap tegemoet zou gaan.
Mijn topsport loonde, ik haalde de finish en studeerde af. En ik schrijf het hier net zo droog op als dat ik het ervaarde. Het gebeurde gewoon. No biggie, toch?
Op de uitreiking zette ik mijn krabbel, las vluchtig of ze mijn naam wel goed hadden gespeld en ging naar huis. Daar gooide ik mijn diploma in een hoekje, dronk bubbels en ging door met het leven. Want zo gaat dat. Maar die zorgeloze zomer veranderde in lange dagen vol twijfels, somberheid en gemis (huh?).
Post-university blues
Mijn hypochondrische hoofd ging aan. Waarom voelde alles zo leeg? Bleek ik dan toch hartstikke depressief al die tijd? Had ik vaker pauze moeten nemen? Gelukkig gaan hypochondrie en Google hand in hand, dus zocht ik driftig al mijn mentale klachten op voor de juiste ‘diagnose’. Van angststoornissen tot quarterlife crisis en aanstelleritus, alles kwam voorbij. En na een poosje stuitte ik op de post-university blues.
Het had dus een naam. En nog beter: ik was niet de enige. Want heel veel ex-studenten blijken in zo’n gat te vallen na hun studie. En heel veel andere mensen trouwens ook, na welke overwinning dan ook. Het heeft te maken met een soort rouw om de tijd die je achter je laat, en de – ja hoor, daar is ‘ie weer: – prestatiedruk om nieuwe mijlpalen te bereiken.
Hallo? Waar blijft die feestvreugde?
Eigenlijk is het zonde. Want in mijn hoofd was ik alleen maar bezig met wat de volgende finish zou worden, en niet met wat ik geflikt had: ik had mijn diploma! Hallo, hoofd! Is er ook nog een beetje ruimte voor voldoening en plezier? Voor stilstaan bij deze triomf?
Aangezien mijn hoofd zo gretig was naar de volgende prestatie, moest ik mijn trots maar een duwtje in de goede richting geven. Want al dat doorgaan met mijn leven is natuurlijk hartstikke leuk, maar het niet waard als ik daardoor niet stilsta bij succes. Ik pakte mijn diploma-map van de kast waarop ik hem weken geleden had neergegooid en veegde het laagje stof (wauw…) ervan af.
Dit wilde je zo graag, je hebt je mijlpaal bereikt! Lekker bezig! zei ik in gedachten tegen mezelf. Ik pakte het felbegeerde papiertje en las alles woord voor woord. Het was eigenlijk best leuk om te lezen. Voordat ik de map weer weglegde heb ik hem even tegen me aangedrukt. En toen moest ik dan toch een beetje huilen. Van verdriet, en dat onrustige gevoel van: what’s next? Maar ook van trots, en van heel veel blijdschap.
Meer lezen
- Lees meer columns zonder filter van Ruby over onder meer: van het ergste uitgaan, huilen in de trein en wel of niet in therapie.
- Deze onconventionele mijlpalen mogen ook gevierd worden.
- Makkelijker gezegd dan gedaan: omgaan met angst.
- Quarterlife crisis: het is een ding en zo ga je ermee om.
Tekst Ruby Wijdenbosch