Wat als je in je werk regelmatig geconfronteerd wordt met de dood. Hoe ga je daar mee om en welke gevoelens maakt dat los? Flow’s Rachel over rouw bij dokters.
Laatst las ik een artikel van The New York Times (van een aantal jaar geleden). Het ging over het voelen van rouw bij doktoren. Het artikel vertelt over een onderzoek dat gedaan is in een aantal Canadese ziekenhuizen, onder verschillende oncologen. Daaruit bleek dat ze moeite hadden met het combineren van hun rouwgevoelens en het uitvoeren van hun werk. Meer dan de helft van de deelnemers voelde mislukking, verdriet en machteloosheid. Een derde sprak over schuldgevoelens, slaapverlies en huilbuien.
Het artikel zet me aan het denken. Het lijkt me ontzettend lastig om steeds maar weer geconfronteerd te worden met verlies, wanneer je zo’n beroep uitoefent. Als ik anderen verdriet zie hebben, stromen bij mij de tranen namelijk al over mijn wangen. Ik ben erg benieuwd hoe dat bij artsen mensen gaat. Schakelen ze hun emoties uit? Of liggen ze ’s avonds in bed stilletjes te huilen?
Intensief contact
Ik praat erover met Manon Huizing. Ze heeft tijdens haar werk als oncoloog meerdere keren verlies van een patiënt meegemaakt. Ze vertelt: “Oncologie is een bijzonder vakgebied omdat je langdurig met patiënten omgaat. In het hele traject heb je verschillende momenten van rouw. Allereerst bij het stellen van de diagnose, daarnaast tijdens de hoogte- en dieptepunten van de behandeling en als laatste, wanneer een patiënt ongeneeslijk ziek is, bij het overlijden van iemand.
Ik ga altijd een intensief contact aan met mijn patiënten. Dat is heel fijn, maar het zuigt je ook wel leeg. Het is iets wat heel erg aan je trekt, wat je meeneemt naar huis en thuis met je partner bespreekt. Ik bescherm mezelf wel door bijvoorbeeld nooit naar een begrafenis te gaan. Als ik naar elke uitvaart zou gaan, zou ik echt geen leven hebben. Ik begeleid mensen in het einde van hun leven en soms ben ik ook bij het overlijden, maar het verdriet van de nabestaanden, dat kan ik niet handelen. Liever ga ik een paar weken later even koffiedrinken met de familie.”
Eén keer maakte Manon een uitzondering en besloot ze naar een begrafenis te gaan. “Het was een uitvaart van een heel jong meisje van nog maar achttien jaar, die op een vreselijke manier was overleden aan de kanker. Ik merkte de hele tijd dat er zo veel boos- en bitterheid was tijdens de begrafenis. Volledig terecht en begrijpelijk natuurlijk, maar ik voelde het allemaal op mijn schouders terechtkomen. Toen heb ik besloten dat niet meer te doen.”
Hoogte- en dieptepunten
Het werk van een oncoloog omschrijft Manon als een afwisseling van hoogtepunten en diepe dalen, door de verschillende gesprekken die je soms op een dag kunt hebben. “Je onmachtig voelen, dat is denk ik het lastigst voor een oncoloog. Maar het is wel mooi dat je mensen goed kunt begeleiden naar hun dood. Dat ze, hoe gek dat ook klinkt, er klaar voor zijn.
Naast de trieste dingen zijn er gelukkig ook heel veel mooie dingen. Er zijn namelijk ook patiënten die beter worden. En daarnaast delen mensen verhalen over kleinkinderen, neefjes, nichtjes, vakanties, studies. Dan leef je helemaal mee en dat geeft weer heel veel energie. Ik ben een emotioneel mens, dus ik huil en lach met mijn patiënten.”
Na het gesprek met Manon ben ik eventjes stil en denk ik nog wat na. Elke keer een band opbouwen met iemand die je ook kunt verliezen, dat is heel erg mooi, maar volgens mij ook best lastig. Ik heb er in elk geval veel respect voor. En die tranen? Die mogen dus best eens vloeien, ook bij oncologen.
Meer lezen
- Manon Huizing schreef het boek Passie voor de patiënt (Willems Uitgevers).
- Kun je al rouw voelen wanneer iemand er nog is?
- Mariëlle bedacht een doosje met wijsheden, liefde en tips om na te laten aan je dierbaren.
Tekst Rachel Vieth Illustratie Elise Vleugels