Kun je jezelf trainen in een tikje minder oordelen?

oordelen

Wat iemand aan heeft, op welke partij hij stemt of hoe zij haar leven inricht… Meteen vinden we er wat van. Journalist Catelijne Elzes ging op onderzoek uit: kun je jezelf trainen in een tikje minder oordelen?

Ai, wat heb ik toch veel oordelen. Ook, of misschien wel juist in deze andere tijd. Over mensen die geen afstand houden en mensen die je erop wijzen dat je afstand moet houden. Over mensen die geen mondkapje willen dragen of er juist op Instagram mee pronken, of het onder hun kin hangen.

Maar eerlijk gezegd valt het me ook in het algemeen op dat ik veel oordeel. Hoe kan die vrouw nu zo veel decolleté laten zien? Hoe kan die man nu nog steeds voor de lol de wereld over vliegen? Je partner bedriegen, op die partij stemmen, de weg blokkeren door te demonstreren, dat kun je toch niet maken?!

Te snel iets vinden

En ik ben niet de enige. Iedereen heeft meningen over van alles en nog wat. Dit is goed, dat is fout, dit is normaal, dat is raar, dit is mooi, dat is lelijk, hem vertrouw ik niet, zij deugt niet… Journalist, kunsthistoricus en cultuurcriticus Wieteke van Zeil ziet het ook. Ze schrijft erover in de inleiding van haar boek Altijd iets te vinden: ‘Wie om zich heen kijkt, hoort meningen. Die mogen we uiten, die kunnen we steeds zichtbaarder uiten, en de vrijheid om dat te doen is een groot goed.’

Maar schieten we er niet in door? Vooral dankzij social media wordt het hebben van een mening aangejaagd. Je krijgt er veel aandacht mee, en wellicht ook volgers. Toch heb ik net als Wieteke van Zeil het idee dat we onszelf en de wereld tekortdoen als we overal (te) snel iets van vinden. Dat er niks mis is met even géén mening hebben, sterker nog, dat het kansen biedt.

Merk het op

Het is vast niet voor niks dat Boeddha en talloze andere leiders en inspiratoren opriepen om niet te oordelen. Een recent voorbeeld: de Dalai Lama weigerde als gastjurylid bij het tv-programma MasterChef Australia om zijn mening te geven over het door hem geproefde eten.

In de mindfulnesstraining is ‘zonder oordeel’ zijn een onmisbaar onderdeel. Wat wordt daar nou precies mee bedoeld? “In elk geval niet dat je compleet oordeelloos bent,” zegt Susan Bögels, hoogleraar mindfulness aan de Universiteit van Amsterdam en psychotherapeut, aan de telefoon.

“Dat is feitelijk onmogelijk en zeker ook niet wenselijk. Als we door een drukke stad fietsen is het juist van levensbelang dat we snel oordelen: deze situatie moet ik uit de weg gaan, nu moet ik remmen of juist even keihard doorfietsen.

Ons evolutionaire brein is erop gericht om te oordelen. Daardoor kunnen we overleven. We kunnen er dus niks aan doen en het ‘weg trainen’ kan niet, al zouden we dat willen. Wel kan mindfulness ervoor zorgen dat we het opmerken: hé, ik ben iemand of iets aan het veroordelen. Vervolgens kunnen we kiezen wat we daarmee doen. Ons oordeel uitstellen bijvoorbeeld of onderzoeken waar het vandaan komt.”

Een oordeel klaar hebben

Bögels geeft een voorbeeld uit haar eigen leven. Dat ze aan het wachten was om de boot van Vlieland af te mogen en met veel mensen dicht op elkaar stond. Dat er iemand aan het hoesten was, zonder mondkapje op, en nog een oudere vrouw ook!

“Ik had meteen mijn oordeel klaar. Wilde al een protestbrief gaan schrijven naar de rederij. Ik kreeg last van tunnelvisie doordat ik me bedreigd voelde. Toen ik dat opmerkte, kon ik me afvragen wat er gebeurde; terugkeren naar mijn lichaam en ademhaling.

Ik merkte dat ik angstig was. Logisch. Ik was voor het eerst weer een keer in een kleine ruimte met veel mensen. Doordat ik aandacht gaf aan wat er in mij gebeurde, ontstond er ruimte. Ik bedacht dat ik een keuze had. Nog wat langer op de boot blijven bijvoorbeeld en zelf afstand houden. Dat gaf rust.”

Voorbij de ideeën

“Als we oordelen, scheiden we onszelf af. Van de ander, die we beoordelen. Van anderen in het algemeen, maar ook van onszelf, ons innerlijk leven. Dat komt doordat we niet meer in het hier en nu zijn. We zitten opgesloten in ons oordeel. Alsof een vuist ons hart omsluit,” zegt psycholoog Tara Brach.

Ze is meditatieleraar in de Verenigde Staten en schrijft bestsellers over hoe je pijnlijke overtuigingen los kunt laten, waaronder het onlangs verschenen Met radicale compassie naar de wereld kijken – de RAIN-methode. Ik spreek haar via Zoom.

Brach: “Als het ons lukt om minder veroordelend te zijn of ons bewust te zijn van ons oordeel, het daarna los te laten en weer in het hier en nu te komen, kunnen we diepgaander contact maken met de ander en beter communiceren. Dan zijn we nieuwsgieriger, betrokken en krijgen we de kans om de ander echt te leren kennen.

In plaats van de ander weg te duwen met een oordeel, kunnen we iemand dichterbij halen. Het raakt me altijd weer dat mensen meer van zichzelf durven laten zien, hun hart openen, als het me lukt om vrij van oordelen te zijn.”

De Perzische dichter en filosoof Rumi (1207-1273) vat het prachtig samen: ‘Voorbij alle ideeën over goed en kwaad is ruimte. Ik ontmoet je daar.’ Iets vergelijkbaars gaat op als je jezelf niet veroordeelt, legt Brach uit: “Je komt dichter bij wie je bent en wat je wilt.”

Ieder z’n verhaal

Wijsheid ontstaat door je eerste oordeel uit te stellen, vindt Susan Bögels. Natuurlijk niet wanneer je jezelf daardoor in gevaar brengt, haast ze te zeggen, maar wel wanneer de omstandigheden dat toelaten. “Door te ontdekken dat de manier waarop wij de wereld zien óns verhaal is, en dat elk mens zijn eigen verhaal heeft, ontstaat compassie. Om jezelf werkelijk te ontwikkelen en te blijven groeien, helpt het om steeds weer met een frisse blik naar jezelf en je omgeving te kijken.

Ik ging tijdens de lockdown bijvoorbeeld vaak wandelen in mijn eigen buurt. Ook al maakte ik elke dag precies hetzelfde ommetje, ik probeerde steeds weer met een frisse blik te kijken. Elke keer was het licht anders, gebeurden er andere dingen om me heen en had het landschap zich weer ontwikkeld. Als je tijdens zo’n wandeling of een andere dagelijkse bezigheid zonder oordeel kunt kijken, luisteren, voelen, ruiken, ervaren, train je je zogenoemde ‘beginner’s mind’. Denk je de hele tijd: dit rondje ken ik al, dit is saai, dan gebeurt er ook steeds hetzelfde.”

Grenzen stellen

Dat geldt eveneens wanneer je bij je huisgenoten telkens denkt: o ja, die laat altijd alles slingeren. Of: daar heb je mijn partner weer met z’n gesnauw. Dan reageer je steeds op dezelfde manier en verandert er niks. Bögels: “Door te oefenen met je beginner’s mind, kom je voorbij je eerste oordeel. Dan ontstaat er ruimte om op een andere manier te reageren en samen verder te komen.”

Ook Tara Brach traint haar beginner’s mind, onder meer met behulp van meditatie. Ze geeft aan dat oordelen nog steeds in haar opkomen, maar dat ze sneller is geworden in het opmerken ervan en er niet in meegaan, “ze niet te geloven”.

Overigens benadrukt ze dat streven naar oordeelloosheid niet betekent dat je geen grenzen meer stelt. Je kunt nog steeds aangeven dat iemand je pijn doet als hij bijvoorbeeld tegen je snauwt, of vragen of ze afstand houdt. Maar je veroordeelt de ander dan niet tot ‘slecht persoon’, waarmee je meteen alle deuren dichtgooit.

Tunnelvisie

Wieteke van Zeil pleit er in haar boek ook voor om je oordelen uit te stellen. Niet om ze daarna te vergeten, maar om tot een beter oordeel te komen. Kunst kan ons daarbij helpen, stelt ze. Het biedt ons nieuwe perspectieven en laat de wereld zien vanuit een andere blik dan de jouwe.

Kunstwerken geven ons volgens Van Zeil de kans om ons de vaardigheid van het zorgvuldig oordelen eigen te maken. ‘Om plezier te krijgen in het observeren zelf (…) en in het bewust worden van hoe je tot je oordeel komt. En te ontdekken wat dat over jou zegt.’

Dat laatste legt ze verderop nog wat duidelijker uit. Niet alleen zeggen je oordelen namelijk iets over waar je vandaan komt, maar ook over je emotionele toestand. Van Zeil heeft zich verdiept in onderzoek hiernaar en schrijft: ‘Als je sterke gevoelens hebt, bijvoorbeeld van verdriet of eenzaamheid, of juist van verliefdheid of verlangen, creëert dat een soort tunnelvisie; je gaat in kleine dingen bevestigd zien hoe je je voelt, en je interpreteert je waarneming vanuit die gevoelens. (…)

Emoties

Psychologen Gerald Clore en Jeffrey Huntsinger ontdekten in 2007 dat emoties onze oordeelsvorming regisseren. Verschillende experimenten laten zien hoe simpel dit werkt: als het regent, hebben we de neiging negatiever te zijn over dingen dan wanneer de zon schijnt.

Het maakt niet uit waarover; onze stemming klampt zich als het ware vast aan alles waar we iets van kunnen vinden, ook de onbenulligste dingen.’ Vandaar ook dat we negatiever oordelen als we angstiger zijn, zoals ten tijde van een pandemie, en zeker wanneer we denken zelf gevaar te lopen.

Wakker

Susan Bögels merkt nog iets interessants op: “Wat je in een ander veroordeelt, heb je vaak zelf ook of maar een klein beetje en je wilt er meer van. Als ik zelf stiekem ook zou willen voordringen maar niet durf, oordeel ik harder over mensen die voordringen.

Mensen die elkaar op straat de maat nemen, zouden wellicht zelf ook de coronaregels willen overtreden. De behoefte aan vrijheid zit in ons allemaal, maar de behoefte om ons te conformeren net zo goed. Door je oordelen te onderzoeken kom je dus inderdaad meer te weten over jezelf.”

Essentieel daarbij, zo zeggen alle deskundigen, is dat je jezelf niet veroordeelt omdat je continu aan het oordelen bent, want ook dan zet je jezelf vast. Wees blij dat je het opmerkt, want dat betekent dat je wakker bent. En wie wakker is, kan besluiten dingen anders te gaan doen.

Meer doen & lezen

Tekst Catelijne Elzes Fotografie

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN