Mooie inzichten die je ergens hoort of leest, zijn vaak van toepassing op je eigen leven en mentale gezondheid. Maar hoe onthoud je ze? Journalist Caroline Buijs verzamelt ze in kleine boekjes. Ze houdt ze altijd onder handbereik.
Tekst Caroline Buijs Illustratie Hadas Hayun
Gepubliceerd op 11 oktober 2024
Ze zitten in een zijvakje van de tas die ik altijd bij me heb, verstopt achter een rits. Mijn eerste-hulp-bij-mezelf-boekjes. Nu ik het zo opschrijf, klinkt het misschien licht hysterisch, maar dat is het niet. Het kwam zo: een paar jaar geleden hield mijn werk me net te veel bezig, meer dan goed voor me was – slecht slapen, nergens anders meer aan kunnen denken. O ja, en huilen natuurlijk.
Op een ochtend op weg naar mijn werk viel er een trein uit en slenterde ik de stationsboekhandel in om wat tijd te doden. Op tafel lag het boek De lessen van burn-out van Annegreet van Bergen. Ik bladerde het door en bleef hangen bij het hoofdstuk Meer dan honderd signalen. Bijna elk symptoom van stress dat ze beschreef, herkende ik. Overigens waren het er geen honderd, gelukkig, ze noemde er negentien.
‘Neem die stresssignalen serieus, en probeer te achterhalen waarvoor ze je willen waarschuwen.’ Dat zinnetje bleef door mijn hoofd spoken en toen ik twee dagen later al aan het ontbijt zat te huilen in plaats van pas tijdens het avondeten, opperde mijn man: “Misschien moet je vandaag eens een dag niet werken?”
Ik sputterde tegen, maar wist ook meteen wat ik die dag eigenlijk het liefst wilde doen: naar de bieb fietsen, het boek van Van Bergen lenen en het – in het naastgelegen café bij een groot stuk chocoladetaart – in één keer uitlezen. Het boek bleek mijn redding: er stonden zo veel mooie inzichten in die haast wel op maat geschreven leken. En ik denk, of weet wel zeker, dat ik door de wijsheden die ik erin las gelukkig geen burn-out opliep.
Kracht van herhaling
Terwijl ik De lessen van burn-out in het café las, schreef ik alle inzichten die ik wilde onthouden op losse blaadjes of maakte ik foto’s van passages die ik herkenbaar vond. Die appte ik dan weer naar mijn man, met bijschriften als: ‘Kijk, bijna alles klopt. Frappant hè?’ – zo opgelucht was ik dat ik niet gek was of dat alles alleen aan mij lag. Maar: ik wist ook na eerdere zelfhulpboeken dat ik de tips meestal na een week weer vergat. Die losse blaadjes zouden in een la verdwijnen, het boek in de kast – ik had het inmiddels gekocht – en ik zou er alleen af en toe nog in bladeren. Hoe kon ik de nieuwverworven inzichten onthouden?
Ooit gaf iemand me het voorbeeld van de lichtreclames op Times Square in New York: hoe willen reclamemakers dat je hun boodschap onthoudt? Door die groot en duidelijk te laten zien én door ’m steeds te herhalen. Ook filosoof en oprichter van The School of Life Alain de Botton benadrukte een paar jaar geleden tijdens een lezing in de Westerkerk in Amsterdam dat inzichten over hoe te leven alleen beklijven als je ze steeds weer opnieuw leest of hoort – eigenlijk zoals je vroeger, voor de ontkerkelijking, dagelijks in de bijbel las.
Want pas wanneer je iets herhaalt, komt het terecht in je langetermijngeheugen. In je kortetermijngeheugen is niet veel opslagruimte: oude informatie wordt daar gewoon vervangen door nieuwe wanneer de ruimte vol is. Dus hoe vaker je iets opnieuw leest, hoe groter de kans dat het wordt opgeslagen in je langetermijngeheugen.
Altijd bij de hand
Mijn oplossing was om de verzamelde inzichten in een notitieboekje op te schrijven dat altijd wel in een tas past – zodat ik ze steeds weer kan lezen wanneer ik dat nodig vind. Op een zondagavond installeerde ik me met het boek van Annegreet van Bergen en een notitieboekje aan mijn bureau en begon met schrijven. Net zoals ik vroeger een uittreksel maakte voor een proefwerk, maakte ik nu een uittreksel van het boek. Maar dan met de stof die ík belangrijk vond, in plaats van dat de lerares of leraar dat voor mij besloot.
Mijn kinderen drentelden nieuwsgierig om me heen, benieuwd wat ik van plan was. En nadat ik hun erover vertelde, wilden ze heel graag een voorwoord schrijven in mijn notitieboekje. Misschien zijn hun zinnetjes nog wel het leukste aan dit schriftje: ‘Als het allemaal niet werkt, dan bel je me en dan kom ik je knuffelen, dat helpt altijd!’ (dochter) en ‘Beste medicijn: brief van je puber… onthoud dat het altijd wel weer goed komt, hoe dan ook’ (zoon). Het deed me ook inzien dat je soms kwetsbaar mag durven zijn naar je kinderen: je hoeft je zorgen niet altijd bij ze weg te houden of je sterker voor te doen dan je bent.
Het notitieboekje zit nog steeds in mijn tas. Soms pak ik het en lees ik het door op een moment waarop ik niets anders te doen heb (omdat de batterij van mijn telefoon leeg is, bijvoorbeeld) en soms pak ik het heel bewust erbij omdat de stresssignalen zich weer aandienen. Dat laatste is niet per se erg trouwens, heb ik ook uit het boek van Van Bergen geleerd: ‘Zolang ze van voorbijgaande aard zijn, zijn ze onschuldig […] normale stressverschijnselen zijn pas alarmerend, wanneer ze na afloop van de stresssituatie doorgaan of wanneer iemand er voortdurend of zeer regelmatig last van heeft.’
Naast heel veel andere inzichten heeft ook dat inzicht zich gelukkig inmiddels genesteld in mijn langetermijngeheugen.