Zo kan ons zorgsysteem anders: schrijver Lynn Berger zocht het uit

Mensen hebben zorg nodig. Alleen hebben ­mantelzorgers en verplegers weinig tijd. ­Schrijver Lynn Berger wil dat het meer om hulp draait dan om efficiëntie.

Wanneer begonnen jouw zorgen over de zorg?

“In 2019 werd ik halsoverkop in het ziekenhuis opgenomen, precies toen er een staking werd voorbereid. De gangen hingen vol met A4’tjes waarop het personeel vroeg om meer salaris en een lagere werkdruk. Een week daarvoor had ik na het openhalen van mijn voet in het zwembad een bacteriële infectie opgelopen en die dreigde nu uit de hand te lopen. Terwijl een verpleegkundige me door het gangenstelsel van het ziekenhuis reed, zag ik die postertjes hangen. Ik besefte dat ik afhankelijk was van mensen die midden in de nacht voor me zorgden en daar kennelijk te weinig geld voor kregen, dat vond ik zo ongemakkelijk. Ik had heus al weleens iets gelezen over lage salarissen in de zorg, maar nu ik er zo middenin zat, snapte ik waar dat over ging. Op datzelfde moment viel er bij mijn gezin één poot weg doordat ik was opgenomen. Ineens zag ik het verband: het gezin is ook een soort zorgsysteem dat altijd maar door moet, vaak met te weinig tijd. In het ziekenhuisbed vroeg ik me af: hebben die twee iets met elkaar te maken, het zorgen thuis en de professionele zorg? En op welke manier?”

En?

“Zorg is de basis van wie we zijn, als individu en als soort. Iedereen heeft zorg nodig: als we baby en kind zijn, maar ook als we ziek zijn of een beperking hebben. Zelfs een kerngezonde volwassene kan niet zonder anderen die zich om hem of haar bekommeren. De evolutie heeft ons dan ook allemaal toegerust om te kunnen zorgen. Wie zorgt, maakt allerlei stofjes aan die je een goed gevoel geven, zoals oxytocine en dopamine.

Eenmaal ontslagen uit het ziekenhuis ben ik verschillende zorgverleners – professionals, maar ook mantelzorgers en ouders – gaan interviewen over zorg. Ik merkte dat mensen veel betekenis ontlenen aan het zorgen en het fijn vinden er voor een ander te kunnen zijn. Zorg is ook de basis van hechting en liefde: als je lang genoeg voor iemand zorgt, ga je vanzelf van die persoon houden. Hechting, liefde, betekenis: wie voor een ander zorgt, zorgt dus ook voor zichzelf. Alle zorg komt evolutionair gezien voort uit één en dezelfde oervorm, namelijk die van ouders voor kinderen.

Om te kunnen zorgen heb je bepaalde vaardigheden nodig, zoals empathie. Je moet je kunnen inleven in de behoeftes van een ander en je gedrag aanpassen om in die behoefte te voorzien. Ook helpt het als je je eigen emoties en verlangens tijdelijk kunt onderdrukken. Voor die empathie en dat aanpassingsvermogen is er alleen wel een heel belangrijke voorwaarde: tijd. Uit onderzoek blijkt dat het zorgmechanisme onderuit wordt gehaald als je niet genoeg tijd hebt en stress ervaart. Zelf merk ik dat ook: als ik gestrest ben, ben ik sneller kortaf tegen mijn kinderen en heb ik minder geduld. En ook in de professionele zorg geldt: met minder tijd kunnen zorgprofessionals minder goed zorgen.”

Dan zou je zeggen: mensen, neem meer tijd om te zorgen.

“Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want de behoefte aan zorg groeit, onder meer door de vergrijzing – maar het aantal mensen dat die zorg kan geven, groeit niet mee. Van alle werkenden in Nederland werkt één op de zes in de zorg, in 2060 moet dat één op de drie zijn. Er is dus een groeiende kloof tussen vraag en aanbod, met lange wachtlijsten en vermoeide zorgverleners als gevolg. De overheid wil die kloof al langer verkleinen, door zorgverleners meer te laten doen in minder tijd bijvoorbeeld. Maar daarmee probeer je iets efficiënt te maken wat per definitie inefficiënt is. Je kunt aan een bureau wel bedenken dat steunkousen aantrekken drie minuten duurt en de wijkverpleegkundige daarom vijf minuten geven voor een bezoek, maar je kunt niet incalculeren dat iemand misschien verdrietig is en troost nodig heeft, of nog ergens anders hulp bij kan gebruiken.

Veel zorgverleners die ik sprak, zijn rebels en vinden manieren om ondanks dwingende schema’s of protocollen ook die onvoorspelbare zorg te geven. Nu gaat dat vaak ten koste van hun eigen tijd, het zou mooi zijn als ze wat meer rek in hun schema’s krijgen.”

Er wordt eigenlijk te makkelijk gedacht over de zorg voor mensen?

“Voor iemand zorgen wordt van oudsher geassocieerd met iets wat met name vrouwen ‘van nature’ doen. Die associatie vertaalt zich in een lage status en dus in een laag salaris – de zorgsector loopt nog altijd zeven tot negen procent in loon achter op andere beroepsgroepen. Als mensen niet genoeg tijd én niet genoeg geld krijgen om te zorgen, verlaten ze op den duur het vak.

De overheid ziet een oplossing in meer mantelzorgers, die werk uit handen van zorgprofessionals zouden moeten nemen. Maar ook voor hen geldt: zorgen kost tijd.

We hadden ooit het kostwinnersmodel, dat gepaard ging met een ongelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Maar het voordeel was wel dat één ouder het betaalde werk deed en één ouder het onbetaalde werk, dat naast de zorg voor het eigen gezin ook vaak bestond uit mantelzorg voor ouders, buren en vrienden. Nu kunnen mensen vaak niet rondkomen van één salaris, dus ouders en mantelzorgers van nu doen er bijna altijd betaald werk naast. Dat betekent minder tijd om te zorgen.

Gelukkig begint de overheid dat ook te zien, verschillende ministeries denken na over manieren om mantelzorgers en ouders beter te ondersteunen.”

Waarom staat zorgen momenteel zo laag in aanzien?

“Doordat er om ons heen de hele tijd wordt gezorgd, heeft zorg iets vanzelfsprekends: we zien het als iets wat er altijd is en zal zijn. Ook zijn we geneigd de zorg onzichtbaar te maken. Ouders bijvoorbeeld verbergen vaak hun aandeel om de zelfstandigheid van hun kinderen te benadrukken. Als ze samen koekjes bakken, prijzen ze hoe knap het kind dat helemaal zelf gedaan heeft, maar ze benoemen niet wie het recept bedacht, de boodschappen deed, de ingrediënten afwoog en de oven aanzette. Professionals zeggen ook vaak dat ze cliënten zo veel mogelijk zélf willen laten doen. Daar is veel zorg voor nodig, maar die is dus lastig te zien.

Een andere oorzaak zit ’m in het systeem. Veel economen en filosofen zeggen dat het kapitalisme draait op zorg, maar er niet of niet genoeg voor betaalt. Zorg voor kinderen noemen we geen arbeid maar liefde. En we zijn erg goed in het vieren van productiviteit en vernieuwing, maar hebben minder oog voor herhaling en reparatie – wat veel zorg natuurlijk is.”

Wordt er elders anders tegen de zorg aangekeken?

“In Scandinavische landen zoals Finland en Zweden zien ze de zorg voor kinderen meer als een publieke verantwoordelijkheid. Daar is kinderopvang een gratis basisvoorziening. Dat maakt het voor ouders makkelijker om betaald werk en onbetaalde zorg te combineren, maar geeft hun ook meer tijd voor mantelzorg.”

Hoe kunnen we beter gaan zorgen voor zorg?

“Er is geen magische fix om de zorgcrisis op te lossen. Om te beginnen kunnen werkgevers zorgverleners meer tijd en een hoger salaris geven, en minder nadruk leggen op efficiëntie. De overheid kan samenwerking in plaats van concurrentie aanmoedigen tussen zorginstellingen. Want zorg is meer dan een markt; het is een gezamenlijk goed waarvan je gebruikt wat je nodig hebt en waaraan je geeft wat je kunt. Ook als burger kun je iets doen. Iedereen heeft zorg nodig en vrijwel iedereen zal op een gegeven moment voor iemand zorgen. Als we ons daarvan bewust zijn, kunnen we er rekening mee houden en er ruimte voor maken in ons leven. Bijvoorbeeld door onze werkgevers te vragen om zorgvriendelijke arbeidsvoorwaarden, en door onze kinderen te leren dat zorgen niet alleen een last is maar ook een lust.”

Welke verandering is het meest nodig volgens jou?

“Dat zorg zichtbaar wordt. Dat we beseffen hoe essentieel het is dat er mensen zijn die voor anderen zorgen, dat zorgmedewerkers even goed betaald krijgen als de rest van de markt en minder bezig hoeven te zijn met de papierwinkel. Ik zou willen dat professionals de tijd, ruimte en het vertrouwen krijgen om de beste zorg te leveren. Maar ook dat we allemaal minder tijd kwijt zijn aan betaald werk, waardoor we meer ruimte overhouden voor zorg voor kinderen en naasten. En misschien wel het belangrijkste: dat we zorg niet langer zien als iets wat vrouwen van nature doen, maar als iets wat mensen doen – en dat het ons maakt tot wie we zijn.

Mijn zoon van zes zag laatst een oude strip van Jan, Jans en de kinderen waarin stond dat Jans huisvrouw was. Hij wist niet wat dat betekende, dus ik legde uit dat in dat huishouden de man ging werken en de vrouw thuis bleef. Hij dacht dat ik bedoelde dat Jans alleen binnen op de bank mocht zitten. Maar toen ik vertelde dat Jans dan bijvoorbeeld ging opruimen, boodschappen doen en de was deed, zei hij: ‘O, maar dan was zij toch óók aan het werk?’ Een feministische zoon, dat geeft me hoop voor de toekomst van het zorgen.”

Meer lezen

Interview Jantine Jongebloed  Fotografie Getty Images  Illustratie Hadas Hayun
Gepubliceerd op 3 augustus 2023

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN