Inspiratie is het begin van wetenschap en kunst. Moet je erop wachten of kun je zo’n inval afdwingen? Hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis schreef er een boek over: Inspiratie.
Wat is inspiratie precies? Is het iets magisch?
“Het voelt magisch, omdat het vaak samengaat met een sterke energie en een positief gevoel, maar het is heel menselijk. Ik zou het omschrijven als je eigen, onbewuste processen die je op een liefdevolle, maar dwingende manier vertellen wat je moet doen. Het is een eigenschap van het brein die iedereen bezit. De Grieken dachten vroeger dat inspiratie van een van de negen muzen kwam, de godinnen van kunst en wetenschap. Later werd gedacht dat God onze inspiratiebron was. Daarom die associatie met magie en iets hogers. Inmiddels is duidelijk dat inspiratie je eigen brein is dat dingen doorgeeft aan je bewustzijn.”
Wat was de inspiratie voor uw boek?
“Wat er in je onbewuste voorafgaat aan eureka-ervaringen heb ik altijd heel fascinerend gevonden. En ik deed er onderzoek naar. Veertien jaar geleden schreef ik mijn eerste boek (Het slimme onbewuste, red.) over deze onbewuste processen in het brein. Het hoofdstuk over creativiteit vond ik meteen het leukst en interessantst, daar is het zaadje geplant voor dit boek. Het tweede eureka-moment kwam jaren later, toen ik in de hoofdstad van Ecuador oude kathedralen stond te bewonderen. Opeens wist ik dat het boek niet over creativiteit maar over inspiratie moest gaan, al gaan die twee natuurlijk hand in hand.”
Hoe komt het dat veel mensen juist inspiratie krijgen als ze onder de douche staan?
“We noemen dat in de wetenschap ‘bed, bad en bus’, de plekken waar het waarschijnlijker is om nieuwe ideeën te bedenken. Voor de douche zijn twee logische verklaringen. We douchen vaak ’s ochtends, als ons brein de hele nacht de tijd heeft gehad om onbewust ideeën te verwerken, te ordenen en om verbanden te leggen. Een nieuw idee ontstaat dus vaak als we weer wakker worden. De douche is ook een fijne plek omdat je er niet kunt multitasken en dus niet wordt afgeleid door andere projecten, je computer of je telefoon. Je hoofd kan even sudderen, en die rust en leegte zorgen ervoor dat de boodschappen uit je onbewuste je weten te bereiken.”
Veel mensen denken dat inspiratie iets is wat je niet kunt afdwingen, maar spontaan ontstaat.
“Creatieve mensen weten dat boeken en schilderijen maken gewoon keihard werken is. Sterker nog: inspiratie is juist vaak het gevolg van hard werken. Inspiratie en transpiratie zijn danspartners, die elkaar opstuwen. Om als kunstschilder tot een nieuw idee te komen, moet je je onbewuste bewust aan het werk zetten, door je te omringen met schilderijen, veel te schilderen, naar andere schilders te kijken, te lezen over schilderen. Wil je een boek schrijven, dan moet je je onderdompelen in het idee voor je boek, je verdiepen in het onderwerp. Ermee naar bed gaan en ermee opstaan. Dan vergroot je de kans op een inval, en zo dwing je inspiratie wél af. Absorberen en transpireren zorgen voor inspireren – dus juist het tegenovergestelde van passief, vanzelf en spontaan.”
Zijn er nog andere trucs om tot goede ideeën te komen?
“Uit onderzoek blijkt dat als je iets heel graag wilt en jezelf flinke doelen stelt, een heel groot gedeelte van je brein meewerkt. Hoe belangrijker je iets vindt en hoe meer aandacht je dat geeft, hoe meer capaciteit van je brein je kunt benutten om ervoor te zorgen dat het ook lukt. Je brein kan enorme hoeveelheden data verwerken. Al gaat dat leggen van verbanden soms wel heel traag.
Isaac Newton was 22 toen hij zich afvroeg of de kracht waarmee een appel naar de aarde wordt getrokken, dezelfde kracht is als die waarmee planeten in hun baan worden gehouden. Daarna duurde het nog wel 22 jaar voordat zijn boek over de wet van de zwaartekracht er was. Goede ideeën moeten vaak rijpen. Dat proces kun je niet al te erg versnellen, dan wordt het product van inspiratie minder goed. Maar iets heel graag willen en jezelf onderdompelen, dat helpt absoluut.”
Wat vindt u zelf een mooi voorbeeld?
“Ik hou ervan hoe dichters en muzikanten kunnen vertellen over hoe hun onbewuste soms ineens iets prachtigs aanreikt. Het is vaak zo dat het bekendste nummer van een band, meestal ook het beste nummer, het snelst is geschreven, omdat het rechtstreeks uit het onbewuste komt. Ik vroeg laatst aan Bent Van Looy, de zanger van Das Pop, wat zijn snelst geschreven nummer was. Ik wist eigenlijk het antwoord al: You, een van hun grootste hits. Voor muzikanten is zoiets een vloek en een zegen tegelijk, zo’n goed nummer schrijven gebeurt echt niet aan de lopende band.”
Nu klinkt dat proces toch als iets magisch en spontaans, en niet als hard werken.
“Dat soort nummers en invallen zijn de beloning van heel hard werken, dat daarvóór gebeurt. Mij overkomt het nooit dat ik op de fiets zit en me ineens een geweldig nummer invalt dat een kwartier later op papier staat. Heb je dat wel, dan gaat daar veel aan vooraf, met inspiratie als gevolg. De inval zelf voelt natuurlijk niet als werken, die voelt als puur geluk, als liefde, als iets wat je overkomt.
Ik vind J.K. Rowling ook een mooi voorbeeld. In de trein tussen Manchester en Londen kreeg ze het idee voor Harry Potter, met alle personages en de plots. Natuurlijk voelt zo’n idee als een betovering, maar ze wilde ook heel graag schrijver worden, had zich eerder verdiept in magisch-realistische boeken en misschien al tientallen pogingen gewaagd. Het was een beloning voor eerder geleverde arbeid. En daarna moest ze nog vijftien jaar heel hard werken om al die boeken te schrijven.”
Wat is de relatie tussen inspiratie en creativiteit?
“Inspiratie kun je denk ik omschrijven als de emotionele kant, de energie die vrijkomt, de drang om iets te doen. Creativiteit komt daarna. Dat is meer de cognitieve kant, de inhoud van het idee zelf. Een heel creatieve oplossing gaat vaak gepaard met het dwingende en liefdevolle gevoel van inspiratie dat ervoor zorgt dat je daadwerkelijk iets met het idee gaat doen.”
Inspiratie associëren we vaak met kunstenaars. Voor wie is inspiratie nog meer handig?
“Inspiratie is lastig wetenschappelijk te onderzoeken, omdat de momenten van ingeving ook weer niet zó vaak voorkomen. Ik zou best een schrijver als Ilja Leonard Pfeijffer een maand lang in een laboratorium in een MRI-scanner willen leggen, om te zien wat er in zijn brein gebeurt bij een goed idee, maar ik vrees dat hij wel wat beters te doen heeft. Van de mensen met de meest extreme vormen van inspiratie, zoals Mozart, bestaan er weer te weinig voor gedegen onderzoek. Ik kan geen tweehonderd Mozarts naar een laboratorium halen, hoe leuk dat ook zou zijn. Voor de wetenschap blijft inspiratie dus ook een beetje magisch terrein. Bij de research voor mijn boek baseerde ik me op biografieën, en die worden nu eenmaal geschreven over beroemde mensen die heel grote prestaties geleverd hebben, inderdaad vaak beroemde kunstenaars of andere genieën. Dat geeft een vertekend beeld, alsof inspiratie alleen is voorbehouden aan grote kunstenaars. Dat is niet zo.
Inspiratie is nodig voor elke vorm van creativiteit, het is eigenlijk het startschot. En creativiteit is handig voor iedereen die oplossingen zoekt in zijn werk en privéleven. Een advocaat kan tijdens het lezen van een processtuk een ingeving krijgen, een chef-kok als hij bezig is met een nieuw menu, een manager als hij twee afdelingen die niet boteren dichter bij elkaar moet brengen. Als je een probleem wilt oplossen en dat echt graag wilt, komt er altijd een moment waarop je onbewuste je iets nuttigs aanreikt. Dat is inspiratie.”
Heeft inspiratie een functie?
“Het is een van de drijvende krachten die ervoor zorgt dat er dingen gebeuren. Je brein moet continu keuzes maken over wat je gaat doen. Urgentie is een drijvende kracht − soms móét je naar de wc of ligt er een deadline op de loer − maar inspiratie is ook een heel sterke kracht die ons voortstuwt. Bij extreme vormen van inspiratie voelt dat ook dwingend.
J.K. Rowling had niet echt een keus. Die kon over die tovenaarsleerling niet zeggen: ‘Ach ja, het was een leuk idee, maar ik ga er niks mee doen.’ Inspiratie voelt als verliefdheid, en die wil je zo lang mogelijk vasthouden. Inspiratie dwingt ons om in beweging te komen. Het drijft niet alleen het individu voort, maar ook de mens als soort. Alle nieuwe creatieve ideeën en uitvindingen, van het wiel tot aan smeerkaas, begonnen met inspiratie.”
Was er naast onderdompelen en hard werken nog een overeenkomst tussen de mensen die u gesproken hebt voor uw boek?
“Het stereotiepe idee van kunstenaars en schrijvers die tot grote ideeën komen is dat ze rare werktijden hebben, veel drinken en drugs gebruiken, een rommelig leven leiden. Maar dat is een mythe gebaseerd op maar een enkeling. Uit mijn onderzoek blijkt dat ze juist hun dagelijkse gewoonten en rituelen gemeen hadden. Ze werkten vooral ’s ochtends, in de middag misschien ook nog een beetje, later op de dag maakten ze een wandeling. Het zijn allemaal normale, hardwerkende mensen met vergelijkbare routines. Door die opgeruimdheid, de herhaling en de voorspelbaarheid van hun dag ontstond er ruimte om de boodschappen van hun onbewuste op te pikken. Dat vind ik mooi en hoopgevend. Dat inspiratie niet alleen toebehoort aan de chaotische artistiekeling.”
Inspiratie, Ap Dijksterhuis, € 25 (Uitgeverij Prometheus).
Meer lezen
- Een rondje hardlopen kan zorgen voor creativiteit en inspiratie.
- Inspiratie terugvinden.
- Inspiratie tussen de koeien.
Interview Jantine Jongebloed Fotografie Jordana Sheara/Stocksy Illustratie Hadas Hayun
Gepubliceerd op 24 april 2023