Hoe praten Ko hielp zijn gevoel onder woorden te brengen: “Geluk is geen plicht”

Bij wie klop je aan als het leven even niet vanzelf gaat? Dichter en tekstschrijver Ko vertelt over een depressieve periode en hoe erover praten hielp. 

“Aan mijn depressieve periode heb ik weinig herinneringen. Een veiligheidspal van mijn brein, denk ik. De leegte en de pijn van toen kan ik me niet meer voor de geest halen. Wat ik wel nog weet: dat ik op een lange wachtlijst stond en dat ik, totdat er een therapeut beschikbaar was, mocht praten met de praktijkondersteuner van de huisarts. Tijdens die gesprekken hoorde ik mezelf voor het eerst uitspreken dat ik dood wilde. Dat was schokkend, ja, maar ik voelde ook opluchting. Erover praten, eindelijk, bleek een manier om die doodswens ook af te wenden.”

Een speciaal kind

“Mijn ouders hebben een goed huwelijk. Ik heb een lieve broer en er was thuis van alles genoeg: geld, mogelijkheden, motivatie. Wel was ik een gevoelig kind met grote emoties en dat maakte me op school een makkelijk mikpunt. Het zou kunnen dat daar een zaadje is geplant, dat ik toen mijn emoties ben gaan verbergen uit een soort evolutionair zelfbehoud. Mijn ouders deden daar vanuit liefde nog een schep bovenop door vaak te benoemen dat ik zo’n ontzettend speciaal kind was. Bijzonder, dat moest ik dus zijn. En iemand zonder zichtbare emoties. Met die veel te zwaar wegende taak vertrok ik op mijn achttiende naar Amsterdam.”

Light of the party

“Vaak hoor je mensen zeggen: ‘Ik had echt een klotetherapeut, ik heb er niets aan gehad.’ Dat strookt helemaal niet met mijn eigen ervaring. Tijdens mijn depressie ervaarde ik juist dat de winst van therapie schuilt in de bereidheid om nieuw terrein in te trekken. In het vermogen om over je eigen begrensde overtuigingen en oordelen heen te stappen. Als je naar een fysiotherapeut gaat, verwacht je ook niet dat je na een uur masseren weer huppelend de tent uit gaat. Een therapeut reikt alleen de kennis en inzichten aan, de rest moet je uiteindelijk, met veel geduld, zelf doen. In Amsterdam presenteerde ik me als the light of the party. Ik belandde midden in een hippe scene van dj’s, muzikanten, schrijvers en acteurs. Ik was veel actief op social media en ondertussen vervulde ik mijn taak met verve: als ik ergens was, gebeurde er wat. Als ik binnenkwam, werd het leuk.”

Onschuldige vraag

“En zo rolden mijn twintiger jaren zich uit. Ik volgde twee universitaire studies met succes, ik draaide plaatjes, schreef over kunst, ik had een goedlopend eigen bedrijf en een slimme en knappe vriendin. Tot ik op de avond van mijn 32e verjaardag met die vriendin in bed lag en zij me vroeg: ‘Wat was voor jou het hoogtepunt van het afgelopen jaar?’ Een onschuldige vraag was het, maar de leegte die opdoemde in mijn hoofd terwijl ik nadacht over het antwoord was zo bedreigend dat ik direct besefte dat ik een groot probleem had. De jarenlange rol van ongecompliceerde jongen had me uitgehold. Uitgewist. Ik dacht niets meer, ik voelde niets meer, ik wilde niets meer. Behalve slapen.”

Gewicht van eenzaamheid

“Het duurde vier maanden voordat ik bij mijn eerste therapeut zat. Het duurde vijf maanden voordat mijn vriendin me verliet. ‘Elke keer als ik bij je langskwam en jij de deur opendeed,’ zei ze daar later over, ‘werd ik omvergeblazen door het gewicht van jouw eenzaamheid.’ Ja, denk ik nu, ik was inderdaad eenzaam. En ook verlamd. Lethargisch. Onberekenbaar en onaardig. Ik kwam mijn bed niet meer uit. Mijn leven bestond uit de tijd doden, uit wachten tot er weer een uur voorbij was. Mijn vriendin verliet me omdat ze de aanblik daarvan niet kon verdragen. Hoewel ik dat nu begrijp, voelde ik me op dat moment enorm in de steek gelaten.”

Geen haalbare opgave

“De afgelopen twee jaar heb ik geprobeerd op papier te zetten wat er nou eigenlijk met me gebeurd is in de jaren tussen mijn 32e en 34e, maar mijn conclusie is nu niet anders dan toen ik nog ziek was: de taal schiet tekort om een depressie écht deelbaar te maken. Dat is ook onderdeel van het gewicht van de ervaring en dat maakte therapie ook zo zinnig. Door de gesprekken met mijn therapeut werd ik tegen de klippen op uitgenodigd om toch woorden te geven aan de diepte, de omvang en de nuance van wat ik voelde. En hoewel dat geen sluitend narratief heeft opgeleverd, hebben die gesprekken wel bijgedragen aan mijn herstel. Niet omdat de therapeut me aanwees waar de goede weg was. Maar omdat ze me stap voor stap en gesprek na gesprek hielp om mijn eigen weg te vinden.”

Geluk is vluchtig

“Als je maar gelukkig bent, is het goedbedoelde credo waar ouders hun kinderen mee doodgooien. Ik waag me niet aan sluitende verklaringen, maar die maatschappelijke en culturele opdracht tot geluk, die opdracht waar ik me in mijn twintiger jaren zo aan toegewijd heb, heeft denk ik wel bijgedragen aan mijn ziekte. Gelukkig zijn is geen haalbare opgave. Het is zo vluchtig, zo context-gebonden. Ik richt me tegenwoordig dus liever op andere dingen. Op betekenis geven. Op mooie dingen maken. Op waardevol contact met de mensen die wél zijn overgebleven. Sinds mijn depressie probeer ik er elke dag bij stil te staan dat het weliswaar fijn en nastrevenswaardig is om je goed te voelen, maar dat geluk nooit en voor niemand een plicht kan zijn.”

Meer lezen

Interview Fen Verstappen  Illustratie Lotte Dirks
Gepubliceerd 18 oktober 2023

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN