Hoewel verdriet verwerken heel persoonlijk is, vraagt journalist Annemiek Leclaire — zelf in de rouw om haar geliefde — zich toch af: hoe om te gaan met zulk groot verlies? Zijn er algemene adviezen?
“Vergeet nooit dat ik heel, heel veel van je hou.” Dat waren de laatste woorden die mijn geliefde tegen me zei. Hij zou de volgende dag met vakantie gaan en ik was hem gedag komen zeggen. Hij had zijn handen bij die woorden om mijn gezicht gelegd en in mijn ogen gekeken. Zo’n intense liefdesbetuiging van hem was niet ongewoon. Waarom ik dan toch zo ongerust was toen ik die middag naar huis fietste, weet ik niet.
Hij was fit, sportief, sterk. Feit is dat ik toen ik de volgende ochtend niet meteen antwoord kreeg op mijn appje, in mijn dagboek noteerde: ‘Ik heb buikpijn van de spanning. Was het geschenk van deze liefde alleen mogelijk op de valreep van de dood?’ Angst, intuïtie? Hij was toen al overleden. 57 jaar oud.
Veel te verliezen
We maken het allemaal mee: heel groot verdriet. En altijd anders dan je dacht. Er is in het leven nu eenmaal zo veel te verliezen. ‘Bij ‘rouw’ denken mensen in de eerste plaats aan de reacties van familieleden na een overlijden,’ schrijft de Vlaamse psycholoog en rouwspecialist Manu Keirse in zijn boek Helpen bij verlies en verdriet, ‘maar het begrip is veel breder. Het is de reactie na elke vorm
van verlies: de diagnose van een ernstige ziekte, ontslag, falen op school, een relatiebreuk, het verlies van een belangrijk levensperspectief.’
Verlies en verdriet om de hoek
Er zijn volgens Keirse ook verliezen die vaak niet als verlies worden gezien. Kinderen en ouders die geen
contact meer hebben. Grootouders die hun kleinkinderen niet zien. Geen ontsnapping vinden uit een verziekte relatie. Leven met een partner die verslaafd is aan alcohol. “Er kan ook iets sterven binnen in je, wat niemand ziet,” zegt de emeritus hoogleraar telefonisch vanuit een dorpje dat de prachtige naam Leefdal draagt.
“Je rouwt om iets wat je nooit hebt kunnen integreren, omdat je het nooit hebt mogen of kunnen uiten. Of omdat je rouwproces door anderen niet wordt erkend.” Keirses boek is het resultaat van vijftig jaar studie en luisteren naar mensen. “Verlies en verdriet staan om de hoek in ieders leven.”
Toen ik ging scheiden, voelde het alsof ik van een rots was gevallen. Ik noemde het verdriet van uit elkaar gaan ‘een op geboorteweeën lijkende pijn’: je weet dat je het kunt dragen, maar je moet wel helemaal met de beweging mee. De verzachting lag in het luisterende oor van mijn vriendinnen, in lange solitaire wandelingen, in het levensplezier van mijn kinderen.
Pijn accepteren
Rouw, om welk verlies dan ook, is even persoonlijk als een vingerafdruk. En dat wat troost biedt ook.
Toch zijn er een paar algemene adviezen die volgens deskundigen voor een gezonde weg door de rouw
zorgen. De eerste is ‘de werkelijkheid van het verlies ervaren’. “Dat kan lang duren,” zegt Keirse, “je hart is er niet klaar voor, je hersenen zijn verdoofd.” Dat klopt. Zelfs als ik dit schrijf, twee maanden na de dood van mijn geliefde, heb ik moeite om tot me te laten doordringen dat hij voor altijd weg is. Naarmate dat besef dieper wordt, groeit ook de pijn.
Rouw als een golf
‘Die pijn accepteren’ is de tweede les. De Amerikaanse schrijver Elizabeth Gilbert, die haar partner aan kanker verloor, beschreef in een interview haar rouw als een golf die je steeds weer onverwachts onderuit haalt: “Het komt wanneer het komt, overdag, ’s nachts, tijdens een meeting. En het komt met een onverslaanbare kracht. De houding die je aanneemt, is dat je in absolute nederigheid op je knieën slaat en de rouw je laat wiegen tot hij klaar is met je. En dat zal uiteindelijk gebeuren.” Je moet met die pijn meebewegen, stelt Gilbert, want “met verharden, weerstand bieden en vechten, verwond je jezelf alleen maar meer.”
Duwtjes in de rug
Volgens de Nieuw-Zeelandse auteur Lucy Hone is de acceptatie van het verlies en de gevoelens die erbij
horen, wezenlijk. Ze is gepromoveerd op de psychologie van de veerkracht. Tijdens de aardbevingen die
Nieuw-Zeeland twee jaar lang teisterden, gaf ze adviezen over omgaan met het verlies van dierbaren, huizen en bedrijven; het verlies van het vertrouwen dat de aarde niet alles kapot schudt.
En toen verloor ze in 2014 haar twaalfjarige dochter Abi bij een auto-ongeluk. “We hoorden dat het vijf jaar zou kosten om over de dood van Abi heen te komen,” vertelt Hone via Skype. “Ik hád geen vijf jaar. Ik had twee zoons van veertien en zestien die me nodig hadden.” Haar motto werd: ‘Verlies niet wat je hebt aan wat je al bent verloren’.
Proactief rouwen
In haar boek Resilient grieving zet Hone uiteen welke strategieën haar op de been hielden. Proactief rouwen, noemt ze dat. Wat deed ze bijvoorbeeld? “Routines van daarvoor in ere herstellen,” zegt ze, “want dat geeft de hersenen het signaal dat de chaos voorbij is, en de veiligheid is teruggekeerd.” In haar geval: ontbijten met de kinderen, wandelen met de hond, sporten, naar het werk.
Wat haar en haar partner ook hielp, was de diepe overtuiging dat verdriet de onvermijdelijke keerzijde is
van een leven in liefde. “Wat ook goed is om te doen is je spaarpot tot de nok toe vullen met positieve gevoelens,” zegt ze. “Want het is niet de intensiteit van de positieve gevoelens, maar de frequentie ervan die je dag in dag uit duwtjes in de rug geven tijdens de rouw. Dus maak een lijst van de dingen en mensen die je blij maken en zoek ze op.”
Krachtig tegengif
Kunnen zien wat wél goed is, is ook zo’n strategie uit de positieve psychologie om de touwtjes met het leven weer aan te halen. Op een koude zaterdagavond loop ik alleen door de stad. Achter de ramen lichtjes, gezinnen, mensen samen. Duizenden mensen in de stad en niet een ervan is hij.
Met elke stap tel ik mijn zegeningen: mijn prachtige zoon, één. Mijn prachtige dochter, twee. Mijn vitale ouders, drie en vier, mijn familie, mijn vriendinnen, mijn opdrachtgevers, mijn werk, mijn veilige huis, dat mijn benen het doen, dat ik schoonheid kan zien, dat er altijd muziek wordt gemaakt en al die boeken in mijn kast, het meer om de hoek, de geluiden van de markt die op zaterdagochtend wordt opgezet op het plein waar ik aan woon. De bloemenman.
Ik noem alles en iedereen afzonderlijk. Tientallen en tientallen dingen. Als ik thuiskom, voel ik me lichter. Dit besef van actief iets kunnen ondernemen, is volgens Manu Keirse een krachtig tegengif tegen de machteloosheid die je als rouwende ervaart. Hij noemt dit rouwarbeid. “Het verklaart,” zegt hij, “waarom verdrietige mensen soms zo moe kunnen zijn.”
In de natuur
De eerste dagen na de dood van mijn geliefde was ik overdag in de natuur. Het was een prachtige herfst. Op de dijk van het IJmeer lag ik naar de wolken te kijken. ’s Avonds zat ik in het pikkedonker op een plantenbak onder zijn slaapkamerraam. Er zat een optrekkende kou in de lucht, de eerste ganzen kwamen over. Het maakte me rustig om in het donker diep te kunnen nadenken over zijn laatste momenten in die kamer en hoe dat voor hem geweest moet zijn. En wat hij zou wensen en of er nog iets was wat ik nu voor hem zou kunnen doen.
Ik kon daar ook nadenken over wat hij tegen me gezegd zou hebben over wat me nu te doen stond. Hoe die voortdurende liefdevolle aanmoedigingen van hem in deze omstandigheden zouden hebben geklonken. Ik was niet alleen mijn belangrijkste bondgenoot kwijt, maar ook mijn perspectief op de toekomst.
Stilte en inkeer
“Een verhaal is afgebroken,” zegt Keirse. ‘Op de plaats rust’, noemt Lucy Hone dat: “Er is stilte en inkeer nodig om tot je te laten doordringen wat het verlies betekent en om langzaam aan een nieuw verhaal te werken.” Een miskraam, een kind dat zijn kansen verpest, een verziekte relatie waaruit je niet kunt ontsnappen: wat het verdriet ook veroorzaakt, het maakt eenzaam.
Dat is een van de redenen waarom Keirse Helpen bij verlies en verdriet schreef: omdat het belangrijk is elkaar bij te staan. Keirse wil zo graag dat we ons iets meer zouden scholen in hoe we elkaar kunnen helpen, want: “Als je je niet comfortabel voelt om over verdriet te praten, voelen mensen dat en verbergen ze hun verdriet.”
Getuige van verdriet
Verbinding is een wetenschappelijk bewezen factor in de verlichting van verdriet. Topvrouw van Facebook en auteur Sheryl Sandberg noemt in haar boek Optie B (geschreven na de dood van haar echtgenoot) de mensen die de rouw bij de naam durven noemen ‘openers’. Of het nu gaat om rouw bij iemands langdurige werkloosheid of die bij de diagnose van een ziekte bij een kind.
Eenzaamheidsverdubbelaars
Mensen die dat niet durven, mensen die jouw verdriet meteen op zichzelf betrekken, mensen die veroordelend zijn, noem ik zelf ‘de eenzaamheidsverdubbelaars’. Ik kan ze op dit moment in mijn leven niet in mijn buurt hebben. “Ah, al de goedbedoelde maar kwetsende uitspraken,” zucht Keirse. “Als je kind sterft bij de geboorte, klinkt het: ‘Je bent nog jong. Je kunt er nog meer krijgen.’ En als datzelfde kind beperkingen zou hebben: ‘Wees blij dat het zo niet is blijven leven.’ Als je moeder sterft op oudere leeftijd: ‘Je mag blij zijn dat je haar zo lang hebt gekend.’
Probeer liever een getuige te zijn van verdriet in plaats van de richting te willen bepalen of er onmiddellijk iets aan te willen doen,” stelt hij. Getuige zijn betekent volgens hem: “Meer observeren
dan doen, meer luisteren dan praten en meer volgen dan leiden. Zo bevestig je de waardigheid en de
autoriteit van de persoon in verdriet.”
Vriendschap
Het doet me denken aan wat dichter David Whyte in zijn prachtige boek Consolations schrijft over vriendschap: ‘The ultimate touchstone of friendship is witness, the privilege of having been seen by someone and the equal privilege of being granted the sight of the essence of another, to have walked with them and to have believed in them, and sometimes just to have accompanied them for however brief a span, on a journey impossible to accomplish alone.’
Verwondering
De dag voor zijn dood hadden mijn geliefde en ik samen geluncht. We keken naar buiten. Zagen door
de vitrage de zachte omtrekken van de wilg en de kersenboom, de zon op het water. “Mooi hè,” zei ik.
“Schitterend,” antwoordde hij en schudde daarbij verwonderd met zijn hoofd, alsof hij de schoonheid
om zich heen nauwelijks kon geloven.
Het was een voor hem kenmerkend gebaar. Hij had een aan ontzag grenzende waardering voor de kleinste dingen van het leven. Zijn respect voor het leven draagt mij nu verder. Ondanks de pijn, of misschien wel dankzij, heb ik ontzag voor het allergewoonste gelukje. De maan aan de hemel zien, het spiegelgladde water, de rozen die nog tegen de muur van zijn huis opklimmen ondanks de kou. Het is verbazingwekkend hoe veel lichtpuntjes zichtbaar worden als de duisternis valt.
Meer lezen
- Helpen bij verlies en verdriet, Manu Keirse (Lannoo)
- Resilient grieving – Finding strength and embracing life after a loss that changes everything, Lucy Hone (The Experiment)
- Optie B – Confronteer tegenslag, bouw veerkracht en vind geluk, Sheryl Sandberg, Adam Grant (Lev.)
- Consolations, David Whyte (Many Rivers)
- We schreven al eerder waarom praten over rouw bij het leven hoort.
- Dit verhaal komt uit Flow 3-2019.
Tekst Annemiek Leclaire Illustraties Lotte Dirks