Hierom staat Yoko Ono bekend als een compromisloze kunstenaar: ‘Laat me mezelf zijn!’

Heb je racisme en seksisme overwonnen, krijg je als 82-jarige kunstenaar commentaar op de hotpants die je draagt. Japanse kunstenaar Yoko Ono pikt het niet meer: ‘Maak me niet oud met je woorden over hoe ik me zou moeten gedragen.’ 

‘Ja’
Dat staat er in piepkleine lettertjes geschreven op het plafond van de Londense Indica Gallery waar in 1966 de Japanse kunstenaar Yoko Ono exposeert.
Om het te kunnen lezen moet je een hoge, witgeverfde ladder beklimmen en een vergrootglas ter hand nemen. John Lennon, lid van de populairste band van de wereld, bezoekt de tentoonstelling al voor de officiële opening. Hij beklimt de ladder, leest het woordje ‘yes’ en beseft naar eigen zeggen dat hij een verwante ziel heeft gevonden.

Zo begint de liefde van John en Yoko. Het is een verhaal dat alle Beatles-fans kennen. Doorgaans minder scherp op het netvlies staat dat het verhaal niet begint met zíjn werk, maar met dat van de avantgardistische kunstenaar.

Vluchten in creativiteit

Yoko Ono, geboren op 18 februari 1933 in Tokio, groeit op in weelde. Haar vader Eisuke is bankier (maar droomde ooit van een carrière als pianist) en veel van huis, haar moeder Isoko Yasuda stamt af van de oprichters van de Yasuda-bank en heeft weinig met kinderen. Yoko voelt zich verwaarloosd en vlucht in creativiteit. Vanaf haar vierde heeft ze pianolessen, want haar ouders hopen dat ze een klassiek geschoolde muzikant gaat worden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt ze samen met haar jongere zus en broer vanwege het oorlogsgeweld naar het Japanse platteland geëvacueerd, waar honger heerst. Leeftijdgenoten vinden dat ze ‘naar boter ruikt’, waarmee ze bedoelen dat ze stads, en erger nog: westers is. Om te ontsnappen aan de ellende ligt Yoko vaak op haar rug in het gras naar de wolken te kijken. De hemel zal later in haar werk een grote rol spelen. “Hoe verschillend we ook zijn, we zien allemaal dezelfde lucht.”

Eigen niche

Na de oorlog gaat ze terug naar haar eliteschool in Tokio, waar ze in de klas zit bij prins Akihito, de latere keizer van Japan. In 1952 voegt ze zich bij haar familie in New York om daar kunst en muziek te gaan studeren. De studie rondt ze niet af: ze trouwt met avant-gardecomponist Toshi Ichiyanagi. Het is haar manier om zich af te zetten tegen haar ouders en haar eigen niche te vinden, zegt ze later. Als het huwelijk met Ichiyanagi stukloopt, is ze zo depressief dat ze in Tokio een suïcidepoging doet. Haar ouders laten haar opnemen in een inrichting. De Amerikaanse jazzmuzikant en producer Anthony Cox weet haar daaruit te krijgen en neemt haar mee naar Amerika. Ze trouwen in 1962; een jaar later wordt hun dochter Kyoko geboren. Het moederschap komt ook Yoko, kind van haar moeder, niet aanwaaien. Ze richt zich vooral op haar werk.

Een plek veroveren

In 1964 publiceert ze Grapefruit, een performance-poëziebundel die de lezer uitnodigt om kunst een plaats te geven in hun dagelijks leven. Publieksparticipatie is belangrijk in Yoko’s werk. In 1966, ten tijde van haar expositie in Londen, is ze bij het grote publiek niet bekend, maar in avant-gardekunstkringen zingt Yoko’s naam behoorlijk rond. Ze staat in nauw contact met de Fluxus-beweging, een groep door Dada geïnspireerde conceptuele kunstenaars.

In haar loft in Manhattan organiseert ze events waar bekende mensen als Marcel Duchamp, John Cage en Peggy Guggenheim op afkomen. Al vóór Marina Abramovič houdt ze een feministisch-geïnspireerde performance: Cut piece. Bewegingloos zit ze in een mooi pak op het podium en laat het publiek stukjes van haar kleren afknippen, net zolang totdat ze daar in haar ondergoed zit. Maar het is moeilijk om zich een plek te verwerven in de nog sterk door mannen gedomineerde kunstwereld. Ze is eenzaam en kan wel wat bemoediging gebruiken. Vandaar het woordje ‘Yes’ op het plafond. Ja, het gaat je lukken.

Give peace a chance

En ja, dat verandert haar leven. Beatle John Lennon, zeven jaar jonger dan zij, is ook eenzaam, ook ongelukkig getrouwd. Ze draaien eerst een tijdje om elkaar heen en maken samen muziek: hun album Two virgins wordt in 1968 uitgebracht met – controversieel! – een naaktportret van hen samen op de cover. Daarna verlaten ze allebei hun partners en worden ze onafscheidelijk. In maart 1969 trouwen ze in Gibraltar (“Near Spain”, zoals bezongen in The Beatles-hit The ballad of John and Yoko). Bij wijze van huwelijksreis houden ze Bed-In’s in Amsterdam en Montreal waarmee ze protesteren tegen de oorlog in Vietnam. Give peace a chance! “De wereld heeft communicatie nodig,” zegt Yoko tegen de toegestroomde pers. “En seks is een geweldige manier om te communiceren.” Kunst en activisme gaan bij haar altijd samen.

Yoko en Johns relatie valt niet overal goed: Anthony krijgt de volledige voogdij over Kyoko en vertrekt in 1971 met haar naar Amerika, waar hij haar naam verandert en zich aansluit bij een religieuze sekte. Yoko doet samen met John alles om Kyoko te vinden, maar zal haar dochter pas in 1998 weer zien. Haar nieuwsgierigheid als kunstenaar houdt haar in deze moeilijke situatie op de been, zegt ze: “Ik bleef me inbeelden dat ik met haar praatte.”

Op dun ijs

Fans van The Beatles op hun beurt koesteren wrok tegen Yoko omdat ze ‘hun’ John van hen afpakt. Het is de schuld van die heks dat de groep in 1970 opbreekt! Met de ogen van nu zie je goed hoe seksistisch en racistisch gekleurd veel van de rancune is die ze oproept. Als John na verloop van tijd zegt dat Yoko medeauteur is van zijn hit Imagine – “Ik was eerst nog een beetje te egoïstisch, een beetje te macho om dat toe te geven” – luistert niemand. De muziek die ze maakt, samen met John in de Plastic Ono Band en alleen, wordt weggehoond, als er al naar wordt geluisterd. Yoko is volgens John “de beroemdste onbekende kunstenaar: iedereen kent haar naam, niemand weet wat ze doet.”

Van slechte pers trekt ze zich weinig aan, maar ze ziet wel dat de connectie met John niet goed is voor haar werk. Ze is bang om als kunstenaar mainstream te worden. Ze maakt een film van Johns penis onder de titel Zelfportret.
In 1973, het stel woont dan inmiddels in New York, stuurt Yoko John weg. “Ik had ruimte nodig,” zegt ze later. “Ik was als kunstenaar aan vrijheid gewend en die was ik kwijtgeraakt doordat John altijd in het middelpunt van de belangstelling sond. Mijn kunst leed daaronder. Ik voelde me gecastreerd. Ik wilde even niet mevrouw Lennon zijn.” Zij blijft in New York en stuurt hem naar Los Angeles. Ze geeft hem wel attent een vervanger voor haar mee, een vrouw met wie hij een relatie kan hebben: hun assistent May Pang.

Fiftyfiftyrelatie

Ze blijven contact houden. Na anderhalf jaar ontmoeten ze elkaar weer na een concert van Elton John in Madison Square Garden in New York, en pakken ze de draad weer op. Vanaf nu gaan ze het anders doen. Ze kicken af van hun heroïneverslavingen en in 1975 wordt hun zoon Sean geboren. “Het was nooit de vraag of we een fiftyfiftyrelatie zouden hebben. Het was dat of geen relatie,” zegt John. Hij gaat fulltime voor de baby zorgen, Yoko betrekt een kantoor in hun negen kamers tellende appartement in het beroemde Dakota-gebouw in New York en gaat vanuit daar hun onder haar leiding snelgroeiende zakenimperium bestieren. Ze koopt onroerend goed en bouwt een omvangrijke kunstcollectie op. Het is bevorderlijk voor haar zelfvertrouwen.

Na een pauze van vijf jaar treden ze vol goede moed weer in de openbaarheid met een gezamenlijk album, Double fantasy, dat positief wordt ontvangen. Maar dan wordt John, als ze op 8 december 1980 thuiskomen van de opnames van Yoko’s nummer Walking on thin ice, voor de ingang van The Dakota doodgeschoten door een verwarde fan. John sterft in Yoko’s armen.

In voor- en tegenspoed

Het beschermen van Sean wordt nu haar prioriteit. Vond Yoko het eerst moeilijk om zich aan haar zoon te hechten omdat ze bang was dat ze ook hem bij een eventuele scheiding zou kwijtraken, nu heeft ze geen keuze meer. Antiquair Sam Havadtoy trekt bij haar in. Hoe hun relatie er precies uitziet, is onduidelijk. Zij zegt in interviews dat die platonisch is, hij dat ze liefdespartners zijn. Hoe het ook zij: rond 2000 komt er een einde aan wat voor relatie het ook was. Naast Sam zijn er andere minnaars, maar geen serieuze relaties. “Daarvoor ben ik te onafhankelijk.” Ze blijft getrouwd met John. Het beheren van zijn nalatenschap wordt een belangrijke taak, naast haar voortdurende activisme.

Nog altijd voert ze actie voor vrede en het milieu en tegen honger; goede doelen kunnen rekenen op haar financiële steun.

Laat me vrij zijn

Maar ze blijft vooral een compromisloze kunstenaar en wel een die haar tijd ver vooruit lijkt te zijn geweest. Haar film Fly uit 1970, waarin je een vlieg over het lichaam van een naakte vrouw ziet lopen, wordt nu pas op waarde geschat. Haar platen met een eclectische, experimentele mix van muziek, spoken word en gekrijs, doen het in het huidige tijdsgewricht beter dan in het begin van haar carrière.

Yoko blijft echter niet hangen in het verleden. Ze is geïnteresseerd in nieuwe technologie en steekt oud werk met succes in een nieuw dance-jasje. Het album waarop allerlei artiesten covers en remixen maken van haar nummers, noemt ze met een knipoog Yes, I’m a witch (2007). Ze pikt het niet als er commentaar komt op haar zang en de hotpants die ze als 82-jarige draagt in haar Bad dancer-video. “Had ik racisme en seksisme overwonnen, en toen was daar ageism!” Op haar website plaatst ze een open brief: ‘Laat me vrij zijn. Laat me mezelf zijn! Maak me niet oud met je gedachten en woorden over hoe ik me zou moeten gedragen.’

Doe een wens

Met de jaren wordt ze steeds geliefder, lijkt het. Ze exposeert in toonaangevende musea overal ter wereld; ze neemt immer in het zwart gekleed, met een hoed op en een zonnebril op het puntje van haar neus prijzen in ontvangst. De laatste jaren gaat ze wel fysiek achteruit. In de buitenwereld vertoont ze zich al enige tijd alleen in een rolstoel en tijdens corona verlaat ze na ruim veertig jaar haar appartement in The Dakota om in haar grote boerderij buiten New York te gaan wonen, waar ze 24/7 verzorgd wordt. Daar viert ze deze winter haar negentigste verjaardag. Zoon Sean organiseert ter gelegenheid daarvan een virtuele wensboom, geïnspireerd door de wensbomen die zij sinds 1996 maakt voor musea. In Yoko’s wensboom kunnen mensen online hun wensen voor haar posten. Ook roept hij op om in haar naam bomen planten. “Mijn moeder is een echte bomenknuffelaar,” zegt hij.

In een online interview wordt haar in 2012 gevraagd of ‘ja’ na al die jaren nog steeds het antwoord is. “Wil je NEE zeggen en samen ten onder gaan?” antwoordt de kunstenaar. “Het antwoord is nog steeds JA.”

Meer lezen

Tekst Liddie Austin  Fotografie Getty Images
Gepubliceerd op 23 december 2023

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN