Psycholoog Mariska Kret doet onderzoek naar emoties van mensen en dieren. En die blijken helemaal niet zo veel van elkaar te verschillen. ‘We denken dat we heel rationeel zijn, maar onze beslissingen worden sterk beïnvloed door emoties.’
Waarom koos jij, als psycholoog, ervoor om zowel mensen als dieren te bestuderen?
“Heel gebruikelijk is dat inderdaad niet. De meeste psychologen houden zich alleen met mensen bezig, maar ik vind het belangrijk ook andere diersoorten – zoals apen, en soms honden en andere dieren – te bestuderen en vergelijkingen te maken tussen de verschillende soorten, inclusief de mens. Vooral emoties vind ik heel interessant: hoe uiten we ze, waar komen ze vandaan, hoe kunnen we ze evolutionair verklaren, wat gebeurt er in het lichaam?
Ik observeer niet alleen gedrag, maar ben vooral ook geïnteresseerd in de onderliggende mechanismen: dat wat je niet met het blote oog kunt zien, zoals hartslag of hersenprocessen. Als je kunt aantonen dat het mechanisme bij verschillende diersoorten gelijk is, kun je nog beter zeggen dat wat je ziet hetzelfde is. Soms lijkt bepaald gedrag op iets menselijks, maar dan is het niet zeker of dat echt zo is.
Bijvoorbeeld een hond die schuldig kijkt: voelt die zich nu echt schuldig of is hij gewoon bang om op z’n kop te krijgen? Als je kunt aantonen dat het mechanisme, de fysiologie in dit geval, lijkt op wat we zien bij mensen als ze zich schuldig voelen, heb je weer iets meer inzicht.”
En wat betekent het vervolgens als je weet dat het onderliggende mechanisme hetzelfde is?
“Dat hangt ervan af welke diersoorten je met elkaar vergelijkt. Maar als je bijvoorbeeld de vergelijking maakt tussen chimpansees en mensen, of tussen bonobo’s en mensen, kun je ervan uitgaan dat de gemeenschappelijke voorouder diezelfde emoties en hetzelfde mechanisme waarschijnlijk ook al had. Wat je ziet, is dus evolutionair gezien een oud fenomeen. En dat betekent dat het gedrag heel aanwezig is, vaak moeilijk te veranderen is én waarschijnlijk een duidelijke functie heeft.
Bovendien is het interessant om te weten waar ons emotionele gedrag vandaan komt, zodat we beter kunnen begrijpen waarom we zo reageren. En dat helpt weer om inzicht te krijgen in waar het soms misgaat. Ik doe ook onderzoek onder patiënten met een depressie, sociale angststoornis en autisme. We weten nog niet zo goed waar hun problemen op het emotionele vlak vandaan komen, en dus wordt het oplossen ervan moeilijk. Meer inzicht in waar onze emoties vandaan komen en hoe ze zich hebben ontwikkeld, helpt om te begrijpen hoe ze normaal gesproken zouden moeten werken. En vervolgens snap je dan ook beter waar het misgaat.”
Wat is eigenlijk het ‘nut’ van emoties?
“Dat is een van de vragen die ik probeer te beantwoorden. We weten dat emoties een functie hebben, maar niet welke precies. Wij hebben nu dit gesprek live, terwijl we het ook telefonisch hadden kunnen doen. We hebben ervoor gekozen om elkaar aan te kunnen kijken en direct contact te hebben. Maar wat voegt het toe dat
ik mijn emoties uit, en hoe interpreteer jij dat?
Helpt het om mijn boodschap duidelijker over te brengen en een vertrouwensband te scheppen? Op dat soort vragen probeer ik in mijn onderzoek antwoorden te vinden. Daarbij kijk ik ook naar directe en fysiologische vormen van het uiten van emoties – blozen of verwijding van de pupil bijvoorbeeld – als we om wat voor reden dan ook opgewonden raken. Dat soort uitingen worden vaak gespiegeld tussen mensen, maar uit mijn onderzoek blijkt dat ook chimpansees hun pupilgrootte aanpassen aan elkaar. En dan is weer de vraag: waarom? Wat heeft dat voor nut?”
Heb je daar intussen al wat meer zicht op?
“We hebben nu twee onderzoeken gedaan waarin we keken naar dat soort signalen in een interactie. De eerste was een datingexperiment op Lowlands waarbij we van alles hebben gemeten: oogcontact, glimlachen, lachen en knikken, maar ook fysiologische reacties zoals hartslag en opwinding door middel van skin conductance: elektroden die zweet meten op de huid.
De deelnemers hadden elkaar niet eerder gezien en gingen zitten met een gordijn tussen hen in, dat drie seconden open en toen weer dicht ging. Daarna moesten ze een eerste indruk geven. Vervolgens ging het gordijn weer twee minuten open waarin ze met elkaar konden praten, en beoordeelden ze elkaar weer. Of het gordijn ging weer open en dan mochten ze alleen oogcontact hebben.
Wat we wilden weten, was: wat maakt zo’n date nou succesvol? Soms lijkt alles te kloppen: twee mensen hebben bijvoorbeeld dezelfde interesses, zien er allebei goed uit, maar toch is er geen enkele klik. Wat we tot nu toe kunnen concluderen, is dat synchronisatie van de fysiologie het enige echt voorspellende is voor het succes van een date. Dus hoe meer de hartslag gelijk gaat lopen, hoe meer de mate van opwinding gelijk loopt. En hoe meer hun pupillen zich tegelijkertijd verwijden, hoe leuker ze elkaar tijdens de ontmoeting gaan vinden.”
Was dit voor jou verrassend?
“Eigenlijk niet, want het grappige is dat het bij apen ook zo werkt. Maar wat ik me hierdoor wel veel meer ben gaan realiseren, is dat mensen hun gezichtsexpressies heel veel reguleren en gebruiken. Apen doen dat ook wel, maar wij mensen doen het meer. Daardoor zijn expliciete gezichtsexpressies niet altijd even betrouwbaar, ze weerspiegelen niet in alle gevallen precies hoe we ons voelen.
Meisjes bleken bijvoorbeeld veel te glimlachen, en de jongens interpreteerden dat als: ze vindt mij dus heel erg leuk. Maar het kan ook zijn dat een meisje glimlacht terwijl ze denkt: het spijt me, maar ik vind je toch echt niet leuk, sorry. Dus dat had totaal geen voorspellende waarde.
Ik heb ook een onderzoek gedaan in het lab waarbij we hebben gekeken naar de samenwerking tussen twee mensen in een economisch spel. Ze hadden de keuze tussen samenwerken of de ander bedonderen om meer geld te verdienen. Onze bevindingen waren hetzelfde: als de fysiologie tussen die twee mensen gelijk liep, waren ze meer succesvol in de samenwerking. We weten nog niet hoe die fysiologische synchronisatie precies tot stand komt. Het gebeurt in elk geval op een onbewust niveau dat je niet kunt manipuleren.”
We hebben dus misschien wel minder invloed op de dingen dan we denken?
“Onze beslissingen worden inderdaad sterk beïnvloed door onze emoties en onze uitingen daarvan. Veel sterker dan we denken. Mensen zijn geneigd om te veronderstellen dat diergedrag automatisch en instinctief is – en dat we zelf zo goed samenwerken omdat we rationele wezens zijn. In werkelijkheid spelen emoties dus een veel belangrijker rol dan we denken. Evolutionair gezien heeft het effectief kunnen afstemmen op de emoties van de ander een grote waarde om te kunnen overleven.
Als ik heel snel aan jouw gezicht kan aflezen dat je ergens van geschrokken bent, kan ik je blikrichting meteen volgen en snel zien wat de trigger is. Ik zie bijvoorbeeld dat er een roofdier op de loer ligt en kan daar direct op reageren. We hebben in een experiment ook onderzocht of mensen beter konden samenwerken als ze elkaar konden zien en niet mochten praten. Daaruit bleek dat deze groep succesvoller was in de samenwerking dan degenen die elkaar niet konden zien. Je kunt eruit afleiden dat het vaak toch beter is om elkaar face to face te ontmoeten als er echt belangrijke beslissingen moeten worden genomen.”
Hebben mensen wel meer mogelijkheden om emoties te reguleren?
“Onze prefrontale cortex is groter en meer ontwikkeld. En we weten dat die een heel belangrijke rol speelt bij het remmen van agressief gedrag en het beheersen van emoties. Dat is zeker een verschil tussen de mens en de mensapen. Maar weet je, wij onderzoekers zijn óók mensen. We stellen vragen vanuit het oogpunt van de mens. Dus als je menselijk gedrag onderzoekt en vervolgens gaat kijken of apen dat ook hebben, doet de aap het altijd minder goed.
Maar als ik een aap zou zijn en vergelijkend onderzoek zou doen tussen apen en mensen, zou ik misschien andere vragen stellen en andere dingen zien qua emotioneel gedrag. Als ik een vogel zou zijn, zou ik waarschijnlijk een bepaalde emotie hebben bij vliegen. Want vliegen heeft voor vogels een evolutionair voordeel, dus het ligt voor de hand dat daar een positieve emotie mee gepaard gaat – een die wij helemaal niet kúnnen hebben omdat we niet kunnen vliegen en een ander lichaam hebben. Andere diersoorten hebben dus misschien ook andere emoties die wij niet hebben of kunnen andere dingen die wij ons niet voor kunnen stellen.”
Wat is uniek menselijk?
“Die vraag wordt me vaker gesteld, maar ik heb er geen antwoord op. Waarschijnlijk is er wel iets uniek menselijks, maar er zijn ook unieke bonobo-eigenschappen, en je hebt uniek vogelgedrag. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn. We zijn nu het topje van de ijsberg aan het bestuderen, er valt nog een heleboel te ontdekken en te leren. Het enige wat we kunnen doen, is ons zo goed mogelijk proberen te verplaatsen in het dier. En ons er als mens bewust van zijn dat er heel veel emotioneel diergedrag is dat we nog niet zien of kunnen herkennen.”
- Mariska Kret (1982) is cognitief psycholoog en universitair hoofddocent aan de Universiteit Leiden. Ze doet onder meer onderzoek naar emoties bij mensen en mensapen en het spiegelen van emoties, maar ook bij patiënten met een sociale angststoornis, autisme of depressie. Op voordracht van bioloog Frans de Waal ontving ze een subsidie van de Templeton World Charity Foundation, waarmee ze onderzoekt hoe goed mensen samenwerken in vergelijking met bonobo’s en chimpansees.
- Dit verhaal vind je terug in Flow 1.
Interview Sjoukje van de Kolk Fotografie Peter Lam/Unsplash.com