Een maand geen haast

Al dat gehaast en die eeuwige irritatie als anderen haar in de weg zitten: journalist Bernice Nikijuluw merkt dat ze daar geen leuker mens van wordt. Ze besluit een maandje te gaan onthaasten.
Voor mijn onthaastmaand – beter gezegd: mijn ongeduld-reductie-maand – heb ik geen voorbereidingen getroffen. En op de eerste ochtend blijkt dat een slecht idee. Voor de badkamer ben ik de derde in de rij en als ik eenmaal gedoucht en wel bij de bakker aankom (ik hou van vers brood) glipt er net iemand voor me naar binnen die uitgebreid informeert naar de verschillen tussen de uitgestalde broodsoorten.
Morgen sta ik eerder op, dan begin ik écht, denk ik bij mezelf. Want terwijl de meneer voor me aan het peinzen is of hij zal gaan voor speltbrood of toch voor grof volkoren, ontstaan er in mijn binnenste alweer lelijke gedachten. Ondanks alles haal ik drie kwartier later mijn trein en blijk ik zowaar de eerste te zijn op mijn werk. Dus waarom heb ik me nou eigenlijk zo druk gemaakt?
De volgende ochtend ben ik een kwartier vroeger uit de veren en sta ik als eerste van het gezin onder de douche. Bij de bakker maak ik een praatje, want daar heb ik tijd voor, en mijn zoon overhoor ik nog even onder het ontbijt. Deze keer ontdek ik dat je ook té relaxed kunt zijn, want van de weeromstuit vertrek ik later dan normaal en begin ik als een bezetene te fietsen om op tijd op het station te zijn.