Online editor Bente van de Wouw komt in een wereld van extraverten uit de kast als introvert en schrijft erover (met een knipoog). Deze keer: gekke trekken (die voor mij doodnormaal zijn).
Mijn oude huisgenoot, tig jaar geleden: “Bent, zet jij het vuilnis even buiten?”
Ik: “Dat gaat nu niet.”
Huisgenoot, verontwaardigd: “Je bent helemaal niets aan het doen?”
Ik: “Ik ga nu niet naar buiten.”
Huisgenoot, fronsend: “Wanneer dan wel?”
Ik: “Als de overbuurman naar binnen is gegaan.”
Huisgenoot: …
Ik: …
Dit gesprek heeft niet één keer plaatsgevonden. Ik voer het gemiddeld meerdere malen per week. Misschien met een andere gesprekspartner in een andere context, maar de boodschap is altijd hetzelfde: ik doe er alles aan om small talk te vermijden. Ik wacht nog liever een halfuur met een stinkende vuilniszak in mijn handen, dan dat ik meteen ga en vijf minuten met een semi-vreemde over het weer moet praten. Of nog erger: over mezelf.
Vind ik doodnormaal overigens, maar mijn vrienden en familie kijken nog weleens raar op van mijn ontwijkingsgedrag. Ik ben niet voor niets duizend keer in mijn leven als verlegen bestempeld, ook al ben ik dat niet.
En zo heb ik wel meer trekken die ik meer dan logisch vind, maar voor de buitenwereld helemaal koekoek zijn. Nu kan ik daar heel onzeker over worden en me bij mezelf afvragen of ik echt een beetje een rare ben, of ik kan accepteren dat het nou eenmaal bij introvert zijn hoort. Want, en dat is een troost, die laatste groep begrijpt mijn gekke trekken gelukkig wel.
4x gekke trekken
- Ik haal alles uit de kast om korte, luchtige gesprekjes te vermijden. Als dat inhoudt dat ik mezelf achter een plantenbak moet verstoppen zodra ik een bekende op straat zie, dan is dat maar zo.
- Deur-aan-deur-verkopers zijn de grootste vijanden van mijn portemonnee. Ik ben namelijk niet zo goed in gesprekken afkappen, en voor ik het weet ben ik vaste donateur voor veertien verschillende goede doelen waarvan één hoogstwaarschijnlijk een scam is. Om dat te voorkomen, is doen alsof ik niet thuis ben, mijn enige redmiddel.
- Als ik iets bestel in een restaurant en vervolgens een totaal andere maaltijd voorgeschoteld krijg, doe ik net alsof ik die vieze vis altijd al gewild had. Dat is makkelijker dan de confrontatie aangaan en een hoop stennis schoppen. In dat opzicht ben ik dus de perfecte klant, want ik eet alles op zonder te miepen.
- Om nog even terug te komen op de veelvoorkomende ‘wat ben jij verlegen’-opmerking: geef me de tijd en ik laat je wensen dat ik verlegen was. Ik lijk misschien stil, maar de mensen die me echt goed kennen, weten dat ik zo gek als een deur ben en de oren van je hoofd kan praten.
Meer lezen
- Hier lees je ook de andere columns in deze serie van Bente.
- Nog meer artikelen over mental health lezen.
Tekst Bente van de Wouw