Online editor Bente van de Wouw komt in een wereld van extraverten uit de kast als introvert en schrijft erover (met een knipoog). In deze aflevering: introvert zijn is niet saai.
Ik heb eigenlijk altijd al geweten dat ik introvert was, ergens in de krochten van mijn zelfbewustzijn. Ik was dat kind op de rand van de zandbak, nadenkend over de zin van een zandkorrel terwijl de rest van de kids gillend over het schoolplein renden. Ik was dat kind dat liever een boek las dan in glitter-outfit op het discofeestje in groep 6 verscheen.
Ik was dat kind dat huiverde van de kerstviering. “Bente vindt het een beetje eng om voor publiek te praten,” zei mijn juf over de kerstvoorstelling tegen mijn ouders. “Dus ze speelt nu een schaap. Hebben jullie misschien een beige wollen trui die ze kan dragen?”
Ik was dat kind dat als verlegen werd bestempeld. Als de dromer, de stille, de – en hierom huil ik een beetje vanbinnen – domme. Later werd ik de tiener die altijd op haar kamer zat, met een koptelefoon op om een druk huis tot stilte te brengen. Ik was de tiener die stiekem walgde van schoolreisjes en -kampen en in groepjes werken, want ik raakte altijd overweldigd en hoewel ik veel te zeggen had, kreeg ik die kans nooit.
Op latere leeftijd verloor ik het stempel ‘dom’ maar kreeg ik er het stempel ‘saai’ gratis en voor niets voor terug omdat ik liever niet elke vrijdagavond (of eigenlijk nooit) in de kroeg hing. En bedankt.
Moest ik het nou wéér over Kim Kardashian hebben?
Hoe ouder ik werd, hoe meer ik me af begon te vragen waarom ik niet was zoals de mensen om me heen. Waar haalde mijn zus in vredesnaam de energie vandaan om na school en werk ook nog uit te gaan, om redelijk bezat weer in bed te rollen en het de dag daarna allemaal opnieuw te doen? Wanneer hield mijn moeder ooit op met praten en hoezo moest ik het wéér over Kim Kardashian hebben in de lunchpauze terwijl ik veel liever over het ontstaan van het universum praatte?
Als iedereen behalve ik uitbundig kon leven, moest het wel aan mij liggen. En dus wrong ik mezelf in allerlei indrukwekkende bochten om me aan te passen. Ging ik met tegenzin naar dat feestje, die kroeg, dat uitje en vertelde ik niemand dat ik stiekem droomde over de combinatie bank, boek, thee. Deed ik in vergaderingen alsof ik superextravert was en praatte ik wéér vrolijk mee over de kont van Kim Kardashian, terwijl het me eigenlijk geen reet kon schelen hoe dik-ie was.
Totdat ik het niet meer volhield en natuurlijk hartstikke hard op mijn snufferd ging. En een psycholoog zei ‘dat ik eens even heel hard terug naar mezelf moest gaan’. De laatste jaren begin ik me steeds meer te realiseren: ik hoef me helemaal niet aan te passen aan de norm. Ik mag ook gewoon mezelf zijn.
Laat die extraverten maar over de wereldbol hollen en prikkels vangen, dan blijf ik lekker in mijn leunstoel zitten, nadenkend over de zin van het leven en zandkorrels. Dus nee, ik ben niet saai. Of moe of stil of boos of dom. Ik ben introvert. En – dit heb ik inmiddels ook ontdekt – zeker niet de enige.
- Hier lees je ook de andere columns in deze serie van Bente.
- Nog meer artikelen over mental health lezen.
Tekst Bente van de Wouw