Vorige week zat online editor Merel de kersverse Flow 2 te lezen in een koffietentje. Het artikel Iedereen de straat op? van Daan Borrel liet haar nadenken over hoe ze haar eigen activisme beleeft en vormgeeft. Ze maakte driftig aantekeningen, om er vervolgens dit stuk over te schrijven.
Hoe het voor mij allemaal begon
Toen ik een jaar of twaalf geleden (ik was begin twintig) voor het eerst in Berlijn kwam, was ik erg onder de indruk van hoe activistisch de mensen daar waren. Voor alles en iedereen was een actiegroep. Zint iets je niet? Dan ga je de straat op. Ben je ergens boos over? Dan plak je een poster achter je raam. Wil je niet meer bijdragen aan ‘het systeem’, dan start je je eigen coöperatie of club.
Hoewel ik me vaak liet inspireren door wat de Berlijners allemaal deden en organiseerden, vond ik het eerlijk gezegd soms ook wel wat ver gaan. Over mezelf zei ik dat ik heus wel activistisch was, maar dat ik dat gewoon niet zo nodig van de daken hoefde te schreeuwen. Een paar jaar later ontmoette ik een paar vrienden die dat juist wél deden. Die gingen naar demonstraties en spraken zich online uit over waar ze onvrede mee hadden. Dat doen ze dus niet alleen in Berlijn, dacht ik. En ik vond het eigenlijk wel interessant. Dus ik zette mijn activisme-schroom opzij en ging eens met ze mee.
Baby’s first protest march
Mijn eerste ervaring met een demonstratie was op z’n zachtst gezegd geen daverend succes. Dat was bij de Women’s March waarbij er honderdduizenden mensen op de been waren in Amsterdam. Ik voelde me totaal overweldigd, alsof ik verdronk in die mensenmassa. Hoewel ik het prachtig vond om te zien dat er zó veel mensen in actie kwamen voor de rechten van vrouwen, voelde ik me heel klein en wilde ik alleen maar naar huis. Dat deed ik op een gegeven moment ook. Ik ben voor het einde van de march naar huis gegaan.
Nog maar eens proberen
Daar heb ik me best een tijd heel rot over gevoeld; waarom kan ik niet gewoon zo’n dappere demonstrant zijn, net als mijn activistische vrienden die overal vooraan staan en er nog plezier aan lijken te beleven ook? Een paar jaar later probeerde ik het nog eens, bij één van de Black Lives Matters protesten. Ik vond het echt heel erg belangrijk om te gaan. Door de coronamaatregelen was dit een kleiner en beter gestroomlijnd protest en daar voelde ik me meer op mijn gemak. Ik voelde het gevoel van saamhorigheid en de kracht die er van zo’n protest uitgaan. Juíst het gevoel dat je er niet alleen voor staat is heel sterkend. Misschien moet ik dus de kleinere acties opzoeken en niet die massale dingen waar heel Nederland op af lijkt te komen.
Activisme op je eigen manier
En, misschien wil ik mijn activisme sowieso anders vormgeven. Er is namelijk een hoop waar ik iets over te zeggen heb: over hoe we de dieren behandelen, over queer- en transrechten, over #metoo en over kansenongelijkheid. Maar die mening die ik over die onderwerpen heb, kan ik ook op een andere manier uitdragen. Online, via Instagram, bijvoorbeeld. Daar hoef je trouwens helemaal geen groot bereik voor te hebben; iedere persoon die je bereikt is er één.
Een andere vorm om je boodschap over te brengen is door een goed voorbeeld te geven aan de mensen in je omgeving. Een lekkere vegan maaltijd koken voor je familie en zo laten zien dat plantaardig eten (wat goed is voor de dieren én voor het milieu) heel lekker en makkelijk is, bijvoorbeeld. Activisme kan positief en mild én klein zijn, en ik weet zeker dat er voor iedereen een vorm is te bedenken om diens boodschap uit te dragen.
Je wordt gehoord
Misschien schrijf jij liever een kritische brief naar een krant, start je een handtekeningenactie of support je een activistische organisatie graag financieel. Activisme is óók je mond opentrekken over een onderwerp tijdens de lunch met collega’s. Het zijn de boeken die je leest en de podcasts die je luistert. Het gaat erom dat je gehoord wordt en dat kan ook als je niet met een protestbord op de Dam staat.
Meer lezen
- Lees hier meer over activisme in de kunst.
- Hier vind je activisme op Instagram.
- Drie boeken over activisme.
Tekst Merel Wildschut Fotografie Priscilla du Preez/Unsplash.com & Merel Wildschut