Ooit was één fotorolletje genoeg

Wat moet je eigenlijk met 712 foto’s van één vakantie, vraagt journalist Sjoukje van de Kolk zich af. Dat ene album van onze hele jeugd is ook prima.
Eigenlijk zijn we er ingetuind. Onze oeroude instincten uit de tijd dat we nog jagers en verzamelaars waren, sporen ons aan om te hamsteren. Spullen, eten en nu dus ook foto’s. Zo veel mogelijk in huis halen, want je weet maar nooit wat je morgen aantreft. “Biologisch gezien lopen we heel ver achter bij de technologische ontwikkelingen van deze tijd,” verklaart Els Jacobs, die cultureel antropoloog is en professional organizer bij De HuishoudCoach. “Dat hamstergedrag en die verzameldrang zitten gewoon in onze genen, dat zie je terug in alle culturen en in alle tijden.”
Onze genen weten nog niet dat we in tijden van overvloed leven. Waarin het helemaal niet erg is om dingen aan je voorbij te laten gaan. De technologie doet er nog een schepje bovenop, waardoor we niet alleen te maken hebben met grote hoeveelheden, maar ook met steeds grotere snelheden. Waar je vroeger een rolletje had van 24 of (dat was al veel) 36 foto’s, je zorgvuldig afwoog wat je wel of niet vastlegde, het ontwikkelen een week duurde (en geld kostte) en je moest wachten op het resultaat, volstaat nu een druk op de knop. En terwijl er vroeger alleen gefotografeerd werd op de hoogtepunten van het leven, leggen we nu álles vast.