Waarom analoge fotografie zo fijn is (met beginnerstips)

analoge fotografie

Niet gaan voor het snelle resultaat en je meer bewust zijn van het moment: analoge fotografie is terug van weggeweest. Hanke Arkenbout doet het al jaren op die manier. We vroegen haar er wat meer over te vertellen.

Hoe ben je begonnen met analoge fotografie?

“Er is geen precies startpunt waarmee mijn liefde voor analoog is begonnen. Wel weet ik dat ik op de middelbare school ‘lomografie’ ontdekte: met simpele plastic camera’s en een fotorolletje erin op pad om snapshots te maken. Dit ben ik altijd blijven doen, en zo ontwikkelde ik me verder in de fotografie. Ik ruilde de plastic camera’s in voor ‘serieuzere’ modellen en vond zo mijn eigen stem. Tot zo’n zeven jaar geleden was het puur een hobby. Ik vind het echt te gek dat ik dit nu als fulltime baan kan doen.”

Wat vind je zo fijn aan analoge fotografie?

“Dat zit ‘m in een combinatie van een aantal dingen:

  1. Het plaatst me in het moment. Ik maak een foto en kan het loslaten en ga verder met mijn dag. Ik kan de foto niet direct bekijken of bewerken. Die vrijheid vind ik heerlijk.
  2. Omdat elke foto me een paar euro kost, maak ik niet tien foto’s van hetzelfde. Hierdoor dwing ik mezelf om direct mijn instellingen goed te hebben, de uitsnede te kiezen die ik wil en met het mooiste licht te werken. Omdat ik minder dubbele foto’s maak, heb ik ook minder uitzoekwerk en is editen vaak zo gebeurd. Vakantiealbums zijn meestal ook snel gemaakt omdat elke foto een blijvertje is. Bovendien ben ik in verhouding korter aan het fotograferen, zodat ik de camera sneller kan neerleggen om in ‘real life’ te genieten van het moment.
  3. Persoonlijk vind ik de kleuren (meestal) mooier dan die van een digitale foto.”

Wat is de grootste uitdaging van analoge fotografie ten opzichte van digitale fotografie?

“Als je gewend bent aan digitale (telefoon)fotografie, is het eerst erg wennen om niet direct te zien wat je hebt gefotografeerd. Tenminste, zo kan dat voelen. Want in feite zie je natuurlijk wel wat je doet als je door de lens kijkt. Het eerste jaar dat ik volledig analoog werkte, experimenteerde ik vooral veel met de verschillende instellingen, welk licht mooi uitkomt op de film die ik gebruik, hoe langzaam ik kon gaan qua sluitertijd, enzovoorts. In het begin is dit een vrij tijdrovend (en duur) proces, omdat je steeds pas je resultaten ziet als je foto’s ontwikkeld zijn. Maar na verloop van tijd weet je hierdoor wel precies waar je op moet letten in elke situatie, en hoe je de foto krijgt die je graag wilt.”

analoge fotografie

Heb je een favoriete camera en lens?

“Mijn betaalde werk fotografeer ik met een Mamiya 645 autofocus-camera met 80 mm-lens, puur omdat ik die tegenkwam op eBay. De lens wissel ik soms af met een 35 mm-lens maar eigenlijk doe ik negentig procent met de eerste combinatie. Ik ben er een voorstander van om één lens en één camera minstens een jaar te gebruiken. Dan raak je daar helemaal vertrouwd mee en weet je wat je kunt verwachten. Daarom heb ik pas sinds een jaar de 35 mm-lens.

De Mamiya is een middenformaat-camera en behoorlijk groot en zwaar. Privé neem ik ‘m bijna nooit meer mee, omdat ik last van mijn rug kreeg en hij maar net in een tas past. Voor mijn persoonlijke foto’s gebruik ik daarom diverse 35 mm-camera’s die veel kleiner en lichter zijn. Sommige zijn heel simpel en van plastic, eje kunt niets instellen. Maar de foto’s die ik ermee maak, zijn goud waard. Vele kregen een bijzonder plekje op de muur.”

Waar haal je inspiratie voor je werk vandaan?

“Lastige vraag. Ik vind het altijd zo mooi als fotografen een prachtige lijst kunnen geven van films, andere fotografen en musea die hen inspireren. Ik heb niet het gevoel dat ik een bepaalde inspiratiebron heb. Natuurlijk word ik onbewust beïnvloed door werk en trends die ik om me heen zie, maar ik kan niet één bron noemen. Ik probeer me ook zo min mogelijk bezig te houden met andere fotografen, ik ga vrijwel nooit naar een fotografiemuseum en doe niet mee aan awards. Nu ik erover nadenk, inspireerde Jonathan Canlas me wel voor mijn aanpak bij familieshoots.”

Je maakte de foto’s voor de Flow Agenda en Scheurkalender voor 2020. Kun je hier iets meer over vertellen?

“Ik heb een grote collectie sfeerbeelden bij elkaar gezocht die in mijn ogen echt het ‘Flow-gevoel’ uitstralen: vrijheid, genieten van het leven en rust. Het was heel leuk om te zien welke foto’s uiteindelijk gekozen werden voor de agenda. Daarnaast heb ik veel beelden gemaakt door bloemen en blaadjes te drogen en in te scannen, en losse droogbloemen te fotograferen op kraftpapier.”

Heb je tips voor beginners die ook analoog willen fotograferen?

“Begin! Wacht niet langer. Ga naar de rommelmarkt (of Marktplaats) en koop een analoge camera voor een paar euro, stop er een rolletje in en ga op pad. Neem je camera altijd mee. Fotografeer je huisdieren, vrienden, familie, een mooi landschap of een dagelijks moment dat je dierbaar is. Niet alleen op vakantie, maar juist ook die tussenmomentjes. Experimenteer en wees niet bang om fouten te maken, die maak je namelijk toch wel en daar leer je van. Het zal je verbazen hoeveel van deze foto’s je bewaart, omdat er zo veel sfeer en liefde in zit. Fotografie is in mijn ogen iets wat samen met je groeit, en de enige manier om je stem hierin te vinden is door het heel veel te doen. En daar heb je echt geen dure camera voor nodig.

Alle foto’s die bij dit interview staan, zijn voorbeelden van mijn persoonlijke snapshots. Allemaal gemaakt met een simpele plastic camera waarmee ik niets kan instellen. Sommige vanaf de fiets of snel vanuit de trein. The best camera is the one that’s with you.”

Interview Quirine Brouwer  Fotografie Hanke Arkenbout

analoge fotografie

 

 

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN