Bij Flow lezen we graag. In deze blogserie vertellen redactieleden wat ze van een bepaald boek vonden. Deze keer: managing editor Maaike over Het snoephuis van Jennifer Egan.
Haar eerdere boek Bezoek van een knokploeg, had indruk op me gemaakt. En niet alleen op mij, want ze won er de Pullitzer Prize mee. Dus nu er een nieuw boek van de Amerikaanse schrijfster Jennifer Egan verscheen: Het snoephuis, zette ik het meteen boven aan mijn lijstje.
Hier gaat het over
Een megasuccesvolle ondernemer, Bix Bouton, spreekt een professor over experimenten met het menselijk geheugen. Vervolgens komt hij met een hagelnieuwe techniek. Greep op uw onbewuste is een systeem waarmee je toegang kunt krijgen tot al je herinneringen, en die kun je ook met anderen uitwisselen, en zij met jou. Een soort collectief geheugen, waarop je kunt intappen als je meer wilt weten over je eigen vervaagde verleden, of dat van een ander.
Linke business natuurlijk, want niemand is meer onbespied, en ieders privacy voorgoed verloren. Sommige mensen omarmen het meteen, anderen verafschuwen het en doen alles om het systeem te dwarsbomen en te ontkomen.
Dit vond ik ervan
Zo’n half uur geleden sloeg ik Het snoephuis dicht, een beetje in verwarring. Want wat vónd ik nou van dit kleurig becoverde boek, met die vriendelijke titel die minder onschuldig bleek dan hij klonk? (boodschap: vertrouw nooit een snoephuis, niks is gratis) Knap geschreven, dat eerst en vooral.
Egan is steengoed in mensen, situaties en gevoelens beschrijven, waardoor je – bam – in het verhaal zit, alsof je zelf de hoofdpersoon bent. Die er overigens niet echt is, want het is een mozaïek aan vertellingen in feite, over wel twintig verschillende karakters die elkaar op een of andere manier raken. Dat maakt het iets lastiger lezen, want bij elk hoofdstuk dacht ik: wie is dít nou weer? En hoe staat hij of zij in relatie tot de mensen die ik het vorige hoofdstuk heb leren kennen?
En passant vinden er nog geheime missies plaats, komen er wiskundige formules voorbij, e-mails, instructies, pijnlijke herinneringen, menselijke worstelingen, haat, concurrentie en liefde, dat gelukkig ook. Je wordt als lezer dus heen en weer geslingerd tussen herkenbare en vreemde elementen, maar Egan heeft zo’n heerlijk vlotte, eigentijdse pen en kan zo lenig van onzekere puber naar spion naar zakenman schakelen dat je volledig in die manie mee gaat.
Deze zin maakte indruk
(alleen al omdat-ie zo lang is, maar ook omdat hij je meetrekt in de gedachten van een onzeker kind)
‘Ik had de kracht niet om bij Stella weg te gaan dus hield mam toen ik in groep zes zat een Poezenoortjesmutsfeestje, ze zou ieder meisje helpen een poezenoortjesmuts te maken, mam kan heel goed naaien en ik nodigde alle belangrijke meisjes uit BEHALVE Stella en daar kwam ze natuurljik achter en toen ging ze weer aardig doen maar mam zei KEIHARD ZIJN tot ze gaat Huilen en Smeken, niks minder, en op de ochtend van het Poezenoortjesmutsfeestje kwam Stella met haar moeder bij ons langs ‘om even te praten’ en mam schonk Stella’s moeder een kopje koffie in ook al had ze Stella’s moeder tegen mij een ‘oppervlakkige trut’ genoemd en Stella en ik gingen naar boven naar mijn kamer en ze huilde en zei sorry en dat ik haar beste vriendin was maar dat ze me soms gewoon wilde pesten maar het was de laatste keer geweest en mocht ze ALSJEBLIEFT ook naar mijn Poezenoortjesmutsfeestje komen?’
Meer lezen
- Het snoephuis, Jennifer Egan.
- Flow leest: Mirjam over De heks van Limbricht.
- Hoe je van je dochter moet houden.
- Flow leest: Rachel over Ik zal je nooit meer.
Tekst en fotografie Maaike Beekers