Journalist Tatjana Almuli sport minstens drie keer per week: zowel fysiek als mentaal kan ze niet meer zonder. Voor Flow duikt ze in allerlei manieren om fit te blijven. Deze keer probeert Tatjana padellen.
Ik kreeg een bericht van een vriend, of ik mee wilde padellen met hem en zijn vriendengroep. Ze zochten nog een speler. Ik moest googelen, want ik had er nog nooit van gehoord – het bleek een racketsport die me verdacht veel deed denken aan een ouderwets potje tennis. Nu heb ik nog nooit een tennisracket aangeraakt, maar wel zomers gebiologeerd naar profs gekeken als ik bij familie in Londen verbleef die Wimbledon altijd fanatiek volgde. Ik heb niet echt veel met racket- of balsporten, maar mijn vriend bleef maar aandringen – “het is écht heel leuk” – dus ik ging mee. Benieuwd what the fuss was about, want aan de talloze Google-hits en dit enthousiasme te zien leefde ik onder een steen. Padel is hot!
Iedereen kan paddelen
Bij de baan wachten mijn vriend en twee anderen me op; padel speel je in dubbelspel met twee spelers aan elke kant van het net. De baan ziet er geinig uit, er staan glazen wanden en hekken omheen. Precies dat maakt dit spel zo dynamisch en snel. Waar de bal bij tennis alleen via de grond gespeeld wordt, gebruik je bij padel ook de wanden en hekken om de bal terug te spelen.
In eerste instantie intimideert dat me. Kom ik wel meteen mee? Hoe houd je focus op de bal en houd ik het wel vol om van hot naar her te rennen? Mijn vriend had het me al verzekerd en blijkt gelijk te hebben: het maakt niet uit hoe goed je conditie is of welke sportachtergrond je hebt: iedereen kan padellen. Het gaat vooral om het plezier maken. De techniek en spelregels zijn losser, juist omdat de bal alle kanten op kan kaatsen – een goed reactief vermogen is dus wel handig.
Welkome afwisseling
In het begin beweeg ik als een kip zonder kop over de baan. Maar al gauw went het explosieve karakter van de sport en begin ik er plezier in te krijgen. Het sociale deel bevalt me wel en is een welkome afwisseling. Bij de solitaire sporten die ik doorgaans doe, staat de focus centraal. Tijdens kracht- en high intensive-oefeningen ga ik tot het gaatje. Ik vind het lekker om me sterk te voelen, maar soms verlies ik het plezier in sporten. En een boksles doe ik weliswaar niet alleen, maar dan ben ik vooral gefocust op mezelf en mijn eigen practice. Dat is hier anders: bij padel draait het voor een groot deel om sociale interactie, je moet samenwerken om er wat van te maken.
Net als Andy Murray
Voor wie op zoek is naar een toegankelijke teamsport, maar niet per se zin heeft zich aan te sluiten bij een vereniging, is dit een aanrader. Onder de fans van de snelgroeiende balsport bevindt zich de Britse drievoudig grandslamtenniskampioen Andy Murray. Het sociale en laagdrempelige karakter trekt ook hem aan, vertelt hij op de site van CNN: “Veel oud-tennisspelers gingen na hun carrière padellen om hun conditie op peil te houden, maar ook omdat padel niet zo veeleisend is als tennis.” Dit is dus een goede sport als je op een laagdrempelige manier aan je conditie en kracht wilt werken, geeft Murray aan. “Het is sociaal en je pikt het makkelijk op omdat het racket klein is en dicht bij je hand zit” – dus ook met weinig ervaring ontstaat er al snel een goede rally. En je serveert alleen onderhands, dat is veel makkelijker.
Spierpijn
Tijdens dit eerste potje padel ontdek ik nog iets anders wat deze sport zo fijn maakt: je kunt het zo intensief maken als je zelf wilt. Vooral omdat je in duo’s speelt, kun je de conditionele ‘last’ verdelen. Een van onze vrienden heeft een beperking aan zijn been en kan minder goed rennen. Dat is geen probleem, zijn partner springt in en rent extra voor hen beiden. Zelf word ik na dat onhandige begin steeds wat fanatieker. Ik sla de bal harder en harder, en gebruik daar aardig wat kracht voor. De dag erna heb ik behoorlijk spierpijn in mijn biceps en schouders, maar ook in mijn onderlijf – vermoedelijk van al het rennen.
Goed voor je hoofd
Deze total body work-out zet dus fysiek zeker zoden aan de dijk. En door de sociale kant is het ook goed voor mijn hoofd: ik heb gelachen, ik heb plezier gemaakt en ben met een groep vrienden in beweging geweest. Padel is, kortom, een sociale sport met een fijne combinatie van kracht en conditie. Ideaal tijdens de lente- en zomermaanden, want je speelt meestal op een buitenbaan. Maar als je net als ik gevoelig bent voor een najaarsdip, is padel denk ik ook de perfecte sport voor je lijf en hoofd: je beweegt in de buitenlucht én je bent samen met anderen. Ik begrijp wel waarom zoveel mensen er al verslaafd aan zijn.
Meer lezen
- Sporten voor je hoofd #2: je mentale Schijf van Vijf.
- Sporten: hoe begin je (weer)?
- Tatjana probeert kickboksen: “De bokszak is mijn opponent én beste vriend.”
Tekst Tatjana Almuli Fotografie Ivan Gener/Stocksy Illustratie Yanii Putrii
Gepubliceerd op 31 oktober 2023
