Schrijver Tatjana Almuli pretendeerde dat ze de wereld aankon, tot ze alleen nog maar rouwde om haar moeder. Nu gaat ze haar gevoelens niet langer uit de weg. Deze keer: haar herinneringen aan Vlieland.
Mijn lievelingsplek op aard is Vlieland. Als kind kwam ik er elke zomer. Het begon al bij de boottocht. Zodra het vasteland uit zicht was, voelde ik hoe de uitzinnigheid m’n lijf binnenkroop. Ik rende over het buitendek met mijn broertje en zusje, luid lachend en stoeiend. Hing tegen de wind in en stond gebiologeerd aan de reling in de hoop een glimp van zeehondjes op te vangen. Toen ik iets ouder was, bleef ik de gehele bootreis aan de reling staan, droomde weg bij het klotsen van de golven tegen de boot, hoe wild en soms juist zacht het water zijn eigen tempo bepaalde.
Ik voelde me geborgen
Vele zomers heb ik op het eiland gespendeerd. Ik maakte wandelingen en begon daar met schrijven. Mijn allereerste dagboek vulde ik door elke dag te schrijven in een duinpan met zicht op de zee. Er zijn veel herinneringen, mijn dierbaarste vinden allemaal plaats in het water. Zo sloop ik een zomer lang iedere ochtend met mijn eerste liefje, een jongen met goudgele krullen, over de verlaten camping naar de kustlijn. Daar zwommen we bloot, de lichtblauwe, bijna doorzichtige kwallen ontwijkend. In mijn herinnering zijn de golven ’s morgens vroeg altijd ruw en hoog, toch voelde ik me geborgen.
Hoe het de zwaarte verdrijft
Op middagen waarop ik me het water meer timide herinner, nam ik vaak een duik met mijn moeder. Waar ze vaak in de weer was met mijn broertje en zusje die meer zorg behoefden, leek tijdens die momenten samen de tijd even stil te staan. Op onze rug lieten we ons heen en weer wiegen, terwijl de wolken aan ons voorbijtrokken.
Tegenwoordig ga ik het liefst in de winter naar mijn lievelingseiland, om me juist dan aan het koude water en zijn weerbarstigheid te laven. Hoe het de zwaarte in mijn hoofd en lijf verdrijft. Zolang ik me kan herinneren heb ik last van de donkere dagen, de grijzige nietigheid in de lucht, de kou in mijn botten. Maar sinds ik met grote regelmaat óók in de winter zwem, gaat het beter.
De schoonheid van Vlieland
Zodra ik voet aan wal zet, mijn spullen heb uitgepakt, vertrek ik steeds weer naar diezelfde duin. Het is een hele klim, ik ben altijd halverwege al buiten adem, het zweet glijdt onder mijn winterjas en wollen trui langs mijn rug. Bij de top aangekomen verwonder ik me steeds opnieuw over de schoonheid van deze plek. Overal natuur, het donkergroen van het bos, de kranige vuurtoren, de duinpannen en onder me zo ver ik kan kijken zandvlakte en de zee. Ik ren naar beneden, ik voel hoe mijn lichaam steeds warmer wordt.
Beneden aangekomen kleed ik me uit, overal kippenvel, en dan in één keer erin. Door de shock van de kou heen ademen, kopje-onder, het zout voelen prikken op mijn huid, maar ook meteen de ontspanning die me als kind al overviel, hier, in dit water. Ik voel me nergens zo comfortabel en vrij als hier. Ik ben gewichtsloos en tegelijk is het juist het gewicht van mijn lichaam dat me zo vrijuit laat bewegen in de op-en-neer gaande golven. Ik ben nooit bang dat ik opgezogen of uitgespuwd word, ik voel me veilig hier.
Meer lezen
- Hier vind je de eerste column in deze serie.
- Tatjana: hoe kunst je dichter bij jezelf kunt brengen.
- Flow leest: Ik zal je nooit meer van Tatjana Almuli.
Tekst Tatjana Almuli Fotografie Danique van Kesteren
Gepubliceerd op 13 juni 2023
Met dank aan Stichting de Roos, Vondelpark