Onderweg naar Santiago #10: klein geluk

onderweg

Online editor Bente van de Wouw liep in 2019 na een burn-out, paniek- en angststoornis de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella en schreef er een boek over: OnderwegIn deze reeks deelt ze het online dagboek dat ze tijdens haar wandeling elke dag bijhield.

Dag 28: Ferreiros naar Abenostre (29 km)

Ik begin de dag met regen, en die houdt niet meer op. Het regent van zeven uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds en dan nog een beetje meer. Ik wandel vooral door bosgebied, en de paden zijn langzaam veranderd in kleine riviertjes die mijn schoenen en sokken doorweekt maken. Het is moeilijk om mijn lunch te vinden en de enige mensen die ik tegenkom zijn degene die pas gisteren gestart zijn vanuit Sarria, en dus in een totaal andere state of mind zitten.

Ik probeer positief te blijven, maar als de albergues waar ik zou stoppen allebei gesloten zijn en ik door moet lopen, heb ik het gehad. Mijn telefoon trouwens ook, want die is net zo doorweekt als ik en mag vanavond een nachtje in de rijst doorbrengen. De laatste kilometers zet ik mijn verstand op nul en banjer ik door.

Het is een van de zwaardere dagen. Maar dan is er toch een klein beetje geluk. Een privékamer voor weinig geld. Een plek voor mij alleen met een bed plus dekens (dat is zeldzaam) en een verwarming om mijn kleren te drogen. Dan kan er toch weer een glimlach vanaf. Nog 75 kilometer te gaan.

Dag 29: Abenostre naar Arzúa (34 km)

Ik sta om zeven uur ’s ochtends buiten te wachten op Jim, maar hij komt niet op onze afgesproken tijd. Iets met een Fransman die een dag eerder vertelde dat de klok verzet zou worden, terwijl dat volgende week pas gebeurt. Dus Jim ligt in alle verwarring nog lekker in zijn bed en ik moet een manier verzinnen om in een donker bos te wandelen zonder zaklamp.

Mijn oplossing komt in de vorm van een Koreaans drietal. In gebarentaal vraag ik of ik achter ze mag lopen en ze knikken voorzichtig van ja. Ik ben er blij mee, want het is een mistige ochtend en zonder de hoofdlamp van een van de jongens, zou ik de grond onder mijn voeten niet zien. Als het licht wordt, eet ik een croissant als ontbijt in een albergue en dan loop ik door, door, door.

Het is een betere dag dan gisteren. Het regent een stuk minder, mijn kleren zijn weer droog en ik ben blij. Dat ik vandaag mag lopen, dat ik bijna in Santiago ben, dat ik me goed voel. Na 33 kilometer blijken alle albergues vol te zijn en moet ik verder lopen tot 38 kilometer. Mijn benen voelen desondanks goed, en ik ben trots. Dat was een paar weken geleden wel anders! Het hostel is een feestje en ik bestel een gigantische homemade pizza om de wandeldag te vieren. Hoezee! Nog 39 kilometer te gaan.

Meer lezen

Tekst en fotografie Bente van de Wouw

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN