Online editor Bente van de Wouw liep in 2019 na een burn-out, paniek- en angststoornis de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella en schreef er een boek over: Onderweg. In deze reeks deelt ze het online dagboek dat ze tijdens haar wandeling elke dag bijhield.
Dag 10: Santo Domingo de la Calzada naar Belorado (23 km)
Vandaag is goed. Het lopen gaat vanzelf en hoewel een groot deel van de weg pal naast de snelweg loopt (het is niet allemaal mooi) ben ik blij. Ik vind het ook leuk dat ik elke keer bekenden tegenkom, in welk vreemd stadje ik ook ben. Dat is het voordeel van allemaal dezelfde weg bewandelen. Nu zijn we een beetje elkaars familie, en we letten op elkaar. Ondanks dat we zo verschillen.
Ik maak mijn dag niet te lang. Om een uur kom ik aan in mijn albergue en dan is het vaste prik: douchen, blaren behandelen, kleren wassen, eten kopen en koken en de rest van de tijd vul ik met niets. Doe mij nog maar een paar van die dagen.
Dag 11: Belorado naar San Juan de Ortega (24 km)
Het is al zeven uur ’s ochtends als ik wakker word. Ik zet geen wekker en normaal word ik rond zes uur wakker gemaakt door gerommel van andere pelgrims, maar deze ochtend is stiller. Het lopen gaat goed, ondanks de blaren en de stevige klim naar 1100 meter. Eindelijk is er verandering in het landschap, bossen! Ik loop door tot 24 km en besluit daarna een albergue op te zoeken. Vol.
De andere en enige optie is het klooster. De slaapzalen zijn er groot, het is er sober en vooral vies. Maar ik heb geen keus. Dan raak ik in gesprek met een jongen uit Slovenië. Hij is arts én gelovig. “Ga je mee naar de mis in de kerk van het klooster?” vraagt-ie. Ik heb niets met de kerk, maar besluit toch om mee te gaan.
De jongen legt me stilletjes alles uit, zodat ik begrijp wat we aan het doen zijn, en alleen al dat gebaar van hem doet me goed. Voor mijn avondeten moet ik met een dienblad langs de catering en mijn bord wordt veel te vol geschept met slappe friet en klonterige pasta. Maar ik vind het goed, en die vieze wc’s en douches neem ik ook voor lief. Want deze ervaring op zich had ik niet gevonden in welke andere albergue dan ook.
Dag 12: San Juan de Ortega naar Burgos (27,5 km)
Die begint met een boswandeling in het donker met een meisje uit Brazilië. Dat gaat prima, tot we in het licht van onze hoofdlampen ineens een enorme gestalte aan de rand van het pad zien staan. De verdwaalde koe schrikt net zo erg als wij en we lopen snel langs elkaar heen. De rest van de tocht richting de stad Burgos leg ik in mijn eentje af.
Bij de laatste kilometers krijg ik het zwaar. De blaren op mijn hielen, die ik elke avond weer doorprik, blijven terugkomen, en dat doet pijn tijdens het lopen. Zo veel pijn, dat ik huilend van frustratie en wanhoop de stad binnenkom. Het is tijd voor sandalen. Ik haal ze in de enige winkel waar ze ze verkopen en de rest van de dag doe ik weinig.
Ik lunch met een veteraan uit Texas, die me vertelt over de stierengevechten in Pamplona waaraan hij meerdere keren heeft meegedaan. Avondeten doe ik met een Koreaanse vrouw, die, verrassing, ook uit Nederland komt. Ze is 70, en toch loopt ze deze Camino in haar eentje.
Ze zegt: “Stapje voor stapje is het. Ik ben langzaam, maar ik kom er wel. Heb je trouwens die druiven aan de kant van de weg gezien? Ik was zo nieuwsgierig naar ze, dat ik stiekem heb geproefd hoor,” ze gniffelt erbij. “Rebel,” zeg ik. En dat is ze. Ze doet me zo denken aan mijn overleden oma, dat ik even moet slikken. Die was ook zo rebels.
Meer lezen
- Bentes boek is hier te bestellen, of koop het bij je lokale boekhandel.
- Op haar Instagram-pagina vind je meer foto’s van de tocht naar Santiago de Compostella.
- Lees ook Bentes andere columns.
Tekst en fotografie Bente van de Wouw