Waarom vakantie op een eiland zo fijn is

Hoe komt het toch dat het meteen over je heen valt zodra je ook maar onderweg bent naar een eiland: dat gevoel van rust, ruimte en tevredenheid? Journalist Catelijne Elzes, al ruim twintig jaar fervent (Wadden)eilandbezoeker, onderzocht het.
Zodra ik een voet op de boot zet, ontspant mijn lijf zich. Tijdens de overtocht kijk ik uit over de zee. De kabbelende golven, de meeuwen die erboven zweven, de zandplaten met soms een rollende zeehond erop… Ik ben los! Alsof ik met het vaste land ook al het gedoe achter me kan laten.
Zo’n twintig jaar geleden kochten mijn ouders een appartement op Ameland. Niet het meest bruisende appartementencomplex van het eiland, niet het meest bruisende eiland, maar wel zo ongeveer óp het strand. Al snel ging ik er één keer per jaar naartoe. Met de komst van mijn huidige man een paar jaar later, nam het aantal overtochten alleen maar toe. Zijn lofzang op het eiland overstemde al mijn twijfels. Nee, het is niet saai, juist heerlijk rustig. Nee, het is niet iedere keer hetzelfde, alles is elke keer weer anders – als je het maar wilt zien.
Lege ruimte
Afgelopen zomer was een hoogtepunt. Niet omdat Ameland opeens was veranderd in het Ibiza van het noorden, maar omdat ik me daar na een periode van te veel hooi op mijn vork opeens zó intens tevreden voelde. Wat doet zo’n eiland met je? Waarin zit ’m de magie?
“Je kunt hier een hoop níet,” zegt cabaretier, acteur en zanger Thomas Acda met een glimlach op zijn gezicht in het tv-programma Het eilandgevoel van Schiermonnikoog. Hij loopt met historicus en journalist Leo Fijen op een eindeloos breed, leeg strand en vertelt dat hij daar al jaren komt. Acda is zelfs op dat strand getrouwd. De leegte is juist wat hem zo trekt aan het eiland. “Ik heb doorgaans te weinig lege ruimte in mijn leven.” Op Schier ervaart hij die ruimte niet alleen letterlijk: er kan niet zo veel, dus hoeft er niet zo veel.