Ontspullen met Astrid: souvenir-drang

Hoewel Flow’s Astrid haar overvolle boekenkast en vintage serviezen heel gezellig vindt, vroeg ze zich toch af of haar huis wat minder vol kon. Ze schreef een jaar lang blogs over de betekenis van spullen en ontspullen. We lichten er opnieuw een aantal uit. Deze keer: souvenir-drang.
Nu ik thuis een beetje aan het ontspullen ben, kom ik best vaak voorwerpen tegen die ik heb meegesleept van reisjes en vakanties. Als ik érgens goed in was vroeger, dan was het wel in het laten rollen van geld in andere landen. Voor mij bestond een vakantie uit een paar vaste onderdelen.
Minstens één hotelletje met flitsende recensies uit de Lonely planet-gids, minstens één museum waar-iedereen-het-over-heeft, minstens één etentje in een tip-van-de-locals-restaurantje en dan tot slot souvenirs verzamelen voor thuis. Die ik dan na thuiskomst braaf ging afleveren bij ouders, broer, de katten- en plantenoppas en wat vriendinnen. Ik heb ooit bij een tijdschriftredactie gewerkt waar het heel vanzelfsprekend was dat je ook voor je collega’s wat grappigs meenam. De lat lag hoog, met een pakje koekjes uit de taxfreeshop op het vliegveld was je er niet.
Ik was er best goed in, al zeg ik het zelf. Ik liet de namen van mijn broer en schoonzus in Chinees schrift beitelen in een zegelstempel, kocht tweedtasjes in Ierland, een antiek bonbonschaaltje in Zweden, een waterketel in Marrakesh en een handgeschilderd vrouwenportretje in Cuba. Leren armbandjes met iemands naam erop in Namibië. En zo kocht ik nog honderd andere dingen, ben ik bang. Voor de weggeef en voor mezelf. Maar inmiddels heb ik door dat voor veel souvenirs hetzelfde geldt als voor vakantieliefdes. Als je hem/haar/het uit zijn natuurlijke omgeving haalt, gaat er toch veel van de magie verloren. Nog steeds kijk ik elke dag tegen een Nepalese thangka aan, een handgeschilderde afbeelding die eigenlijk heel erg in Nepal thuishoort en niet in een Hollandse huiskamer.