Hoewel Flow’s Astrid haar overvolle boekenkast en vintage serviezen heel gezellig vindt, vroeg ze zich toch af of haar huis wat minder vol kon. Ze schreef een jaar lang blogs over de betekenis van spullen en ontspullen. We lichten er opnieuw een aantal uit. Deze keer: nieuwer en minder.
Ik was altijd een trouw bezoeker van vintage marktjes en curiosawinkels. Alles met het woord ‘vintage’ maakte me blij. Sowieso een heel fijn woord voor het wat ongezellige ‘tweedehands’. Dus ik sleepte heel wat thrift store finds (ook een mooie term) het huis in. Tot mijn goudeerlijke en nogal praktisch ingestelde Engelse schoonvader weer eens bij ons over de vloer was. “Waarom kopen jullie alleen oude spullen?” vroeg hij zich vertwijfeld af, nadat we hem onze nieuwe maar oude hoektafel lieten zien. Eerst was ik er nogal verbolgen over dat hij mijn eclectische mix van oud en nieuw niet op waarde kon schatten. Maar later zag ik mijn huis steeds meer door zijn ogen. Want ja, vintage is zo ontzettend onpraktisch eigenlijk.
Hij heeft dus wel een punt. Koekjes in de oude koektrommel worden snel zacht. Op mijn zilveren bestek zitten vlekken omdat ik ze per ongeluk in de afwasmachine heb gestopt. En de oude Engelse chesterfield zit eigenlijk voor geen meter. Het servies met gouden randje uit 1920 neemt wel heel veel plek in voor die ene keer per jaar (kerst) dat ik het uit de kast trek. En hoeveel oude kastjes kan een mens hebben? Zo langzamerhand begin ik steeds meer te verlangen naar nieuw, schoon en praktisch, maar vooral: naar minder. En zo begin ik de liefde voor kofferbakmarkten en vrijmarkten beetje bij beetje te verliezen. Wel jammer, weer een hobby armer, maar ik verzin wel weer een nieuwe.
- Meer blogjes van Astrid over ontspullen vind je in Het grote boek van minder.