Ontspullen met Astrid: dipje

Hoewel Flow’s Astrid haar overvolle boekenkast en vintage serviezen heel gezellig vindt, vroeg ze zich toch af of haar huis wat minder vol kon. Ze schreef een jaar lang blogs over de betekenis van spullen en ontspullen. We lichten er opnieuw een aantal uit. Deze keer: dipje.
Ik moest in een tv-programma wat zeggen over het verband tussen ontspullen en gelukkig zijn. Vlak voor de opnames stelde de ene redacteur me voor aan de ander: “Dit is Astrid, van dat item over ontspullen.” “Aha,” reageerde redacteur nummer twee. Hij had er wel wat mee, met dat minderen. Hij had bijvoorbeeld altijd alleen een telefoon en een pen bij zich als hij de deur uitging, liet hij me zien.
En toen wees hij naar mijn tas. “Eh, weet je het zeker, van dat ontspullen?” Tja, ik en die tas: daar ben ik beroemd om. Ik sleep elke dag een enorme tas mee. Drop me daar een week mee op een Zwitserse bergtop en ik kan met gemak overleven. Ik bedoel, ik pluk er eens een appeltje uit, ik tover een zakmes tevoorschijn, een e-reader, een paracetamolletje, een zonnebril, sjaal, oplader, waterflesje. Ja, ik red me wel een tijdje.
Maar goed, de twijfel sloeg toe. Ai, ben ik wel een ontspuller? Zit de klad er een beetje in? Was ik niet stiekem een beetje blij dat laatst een lamp sneuvelde, zodat ik naar een winkel kon rennen voor een nieuwe? En heb ik niet al een week enorm veel zin om spullen te kopen? Gewoon, een nutteloos leuk ding dat nu in de mode is en mijn woonkamer een oppepper zal geven. Op het web bleef mijn oog hangen bij de zin ‘clutter is the new clean’. En opeens vond ik dat heel erg lekker klinken. En op Instagram zag ik dat Tammy Strobel, de ontspul-goeroe die ik altijd bewonderde, alweer is verhuisd van haar tiny house naar een gewoon grote-mensen-huis. Iets wat toch een beetje als verraad voelt.