‘Morgen zie je het weer helder’ + meer levenslessen uit romans

Zelfhulpboeken in overvloed, maar de mooiste inzichten deed journalist Mariska Jansen op in romans. Ze schreef er al geregeld over in Flow, en sommige lessen poppen nog vaak op in haar hoofd.

Nescio over de natuur

De schrijver Nescio, pseudoniem van de Amsterdamse zakenman J.H.F. Grönloh (1882-1961), hield een zintuigelijk dagboek bij over zijn dwaaltochten. Hij fietste door de weilanden van Waterland, voer met een bootje over het IJ en maakte lange wandelingen door de stad. Zijn ervaringen tekende hij op in het postuum uitgegeven Natuurdagboek.

Mooie, rustige observaties zijn het, over de eerste sneeuwklokjes die ontluiken in het gras en over kalveren die grazen bij het wilgenbosje. Hij benoemt kort met wie hij op pad is (zijn vrouw, dochters, kleinkinderen), maar in Nescio’s verstilde wereld zeggen ze weinig – ze spelen nauwelijks een rol. In zijn waarnemingen maakt hij de details belangrijk, waardoor de menselijke beslommeringen die normaal zo overheersend zijn, klein worden.

Op 7 november 1953 ziet hij ‘het bruine kalige boompje bij de Amstel aan de Weesperzij even voorbij de Berlagebrug. Er waren nog veel blaadjes maar met geduld had je ze toch kunnen tellen. Het stond daar als de stilte zelf.’ Alleen al door dit te lezen, word je rustig en relativeer je je zorgen. Nescio rept met geen woord over zakelijke dingen en privébeslommeringen, zijn perspectief is consequent gericht op de alledaagse natuur om ons heen.

Het menselijke gedoe is ook maar een elementje in het leven op de aardbol, zegt Nescio zonder woorden. Op momenten dat ik in beslag word genomen door alledaagse zorgen, denk ik graag aan het Natuurdagboek. Dan stap ik de tuin in en wacht tot een vogeltje in de moerbei komt zitten en de tak een beetje laat doorbuigen.

Jane Gardam over het huwelijk

Toen ik net getrouwd was, zat ik tijdens een etentje naast een dame die ik niet kende. Ik vertelde haar over onze bruiloft. Ze reageerde nors. Trouwen, daar was geen kunst aan, het ging om die lange jaren daarna. Dat je dan bij elkaar blijft, dat was pas knap. Een tikje uit het veld geslagen was ik door haar botheid. Maar later begreep ik wat ze eigenlijk bedoelde. Dat het geen kunst is om verliefd te zijn. Het gaat erom die liefde te bestendigen in een fijne relatie.

Deze ietwat plompe levensles las ik later ook in Een trouwe vrouw van de Britse schrijver Jane Gardam. Hoofdpersonage in deze roman (het tweede deel van een trilogie) is Betty Macintosh, een jonge vrouw uit de Britse upper class die werd geboren in de Chinese stad Tianjin. Ze trouwt met advocaat Edward Feathers en brengt haar leven zowel in de Britse koloniën als in Engeland door.

Het huwelijkse leven is niet altijd even eenvoudig. Betty heeft een sterke kinderwens, maar kinderen krijgen lukt niet. Haar man is een workaholic en ze houdt heimelijk van Edwards collega, die de zoon heeft die ze zelf nooit heeft kunnen krijgen. Voor Betty is de liefde geen romantisch sprookje, maar een levenspad dat je moet begaan. De relatie is een route waar je af en toe van geniet en die je soms even langs de kant van de weg zet om een hobbelweg te nemen.

Vlak voordat Betty op hoge leeftijd sterft, beseft ze hoeveel ze van de man houdt met wie ze haar leven door heeft gebracht. Ze ziet Edward in de tuin met zijn wandelstok denkbeeldig op vogels schieten. ‘Hij wordt een tikje vreemd, dacht ze. Het is te laat. Ik kan hem nu niet meer alleen laten.’ Ik denk dat deze liefde zoals veel huwelijken was – geen sprookje, maar echte liefde.

Daniel Kehlmann over angsten

Al vanaf het eerste moment is het niet pluis in de afgelegen Airbnb-woning die de Oostenrijkse auteur Daniel Kehlmann beschrijft in de novelle Je had moeten gaan. We reizen mee met Susanna en haar man, de ik-figuur. De twee hebben te kampen met relatieproblemen, het hoofd van de man tolt. In het boek wordt dit duizelingwekkend verbeeld.

‘Op weg naar de slaapkamer verdwaalden we even omdat we het huis nog niet kenden, we belandden in een rommelkamer met een wasmachine en een droger. Een stofzuiger die tegen de muur stond, viel met veel lawaai om, zodat we verstijfden en met ingehouden adem luisterden, maar het bleef stil.’

De sfeer in het vakantiehuisje is angstaanjagend. Gangen lijken langer dan ze zijn en als ze via de woonkamer door de voordeur naar buiten stappen, staan ze weer in de woonkamer. Wat is hier aan de hand? Uiteindelijk vinden ze niets. Als de verteller ontdekt dat Susanna een buitenechtelijke affaire heeft, pakt hij zijn geodriehoek en probeert tevergeefs een rechte hoek te tekenen. Maar de rationaliteit schenkt hem geen rust.

Het lijkt op wat mij weleens overkomt als ik ’s nachts door allerlei angsten uit mijn slaap word gehouden. Angst kun je niet oplossen door er bovenop te duiken en het pragmatisch te willen oplossen. Je kunt het beter over je heen laten komen en rustig in de ogen kijken. Mijn moeder zei altijd: morgen zie je het weer helder. En inderdaad komt met het daglicht vaak ook weer de redelijke proportie terug van de spoken uit de nacht. Dat gebeurt ook in dit boekje. Als Susanna in de vroege ochtend wegrijdt, bekijkt de verteller vanaf de oprit opgelucht het huis. ‘Wat zag het er nu anders uit.’

Helen Macdonald over verlies en rouw

De H is van havik is het autobiografische verhaal van Helen Macdonald, een jonge vrouw die het verdriet om haar overleden vader, een valkenier, verwerkt door een havik te temmen. Haar rouwproces gaat gelijk op met het temmen van de havik. Er zijn momenten dat de havik precies doet wat hem wordt opgedragen, maar op andere ogenblikken vliegt hij de vrijheid tegemoet en rent de schrijver in paniek achter hem aan door prikkelbosjes en over hekjes.

Zo gaat het ook met het verdriet om het verlies van een geliefde. Er zijn momenten van draaglijk verdriet, netjes opgeborgen in een vakje in je hoofd en hart. Dan weer is er de overheersende melancholie. Het mooie van het verhaal is dat Macdonald, die haar hele leven al in de weer is met roofvogels maar nooit eerder een havik temde, troost vindt bij het dier. Er ontstaat een bijzondere band tussen haar en de havik. Zo is ze ook wat dichter bij haar vader.

Wat ik eruit leer, is dat rouwen geen denkproces is en ook geen vluchten-in-het-doen, maar een toegewijde handeling rondom de persoon om wie je rouwt. Een handeling die kan helpen om het midden te vinden tussen gedenken en vergeten. Opeens snapte ik waarom ik zo graag in mijn moeders pyjama slaap als ik terug ben in het ouderlijk huis waar mijn vader nog woont, en thee zet in haar theepot.

Elena Ferrante over vriendschap

Het lastige aan vriendschappen vind ik dat ze vaak tijdelijk blijken. Al lijkt het op dat moment niet zo. Mijn beste vriendin uit mijn tienerjaren was belangrijker dan mijn toenmalige vriendje. Zij was eigenlijk mijn levenspartner en ik dacht toen dat we altijd samen zouden blijven optrekken. Maar nu, vele jaren later, woont ze in de Verenigde Staten en weet ik nog maar weinig van haar dagen en zij van de mijne.

Over hoe levens en vriendschappen verlopen, gaat ook De geniale vriendin van Elena Ferrante – een pseudoniem van de mannelijke Italiaanse auteur Domenico Starnone. Het is het eerste deel van een vierluik over Lila en Elena, twee meisjes die in de jaren vijftig opgroeien in een volkswijk van Napels. De meisjes zijn allebei buitenbeentjes, ze passen niet goed meer bij het milieu waarin ze zijn geboren, ze zijn slim en hebben veel meer in hun mars dan alleen trouwen en kinderen krijgen.

In het boek herken ik hoe hecht vriendschappen op die leeftijd zijn en hoe die vriendschap verandert als levens verdergaan. Elena gaat naar het gymnasium, terwijl Lila in de schoenmakerij van haar ouders aan de slag moet. Het leven blijft nooit hetzelfde en de aard van vriendschappen evenmin. Inmiddels zijn er veel andere vrienden en vriendinnen. Maar toch, die sterke band met de hartsvriendin van vroeger blijft diep in mij bestaan.

Jane Austen over vooroordelen

Het knappe van Trots en vooroordeel is dat Jane Austen precies laat zien welke hypocrietheden mensen erop nahouden en hoe dit hun geluk in de weg staat. Ze beschrijft een wereld die geregeerd wordt door schone schijn en materieel bezit. Waarom meneer Darcy geen praatje maakte met mevrouw Long? ‘Ik wed, dat hij op de een of andere manier gehoord heeft dat mevrouw Long geen eigen rijtuig houdt, maar in een huurrijtuig naar het bal was gekomen.’

Austen maakt je ook bewust van de ijdelheden en oppervlakkigheden in onze huidige wereld. Een man die met een Greenwheels-autootje naar een feest komt, is voor sommige vrouwen misschien stiekem ook geen aantrekkelijke partij. Door dit boek, waarin rare menselijke gedachtekronkels worden blootgelegd, lukt het me bij tijd en wijle om sociale gebeurtenissen meer van een afstandje te bekijken.

Hoe zou Jane Austen naar deze bijeenkomst kijken, vraag ik me dan af, als ik me ongemakkelijk en opgelaten voel op een receptie vol opgeprikte mensen. Ook leert ze me om niet alles op mezelf te betrekken en daar word ik gelukkiger van. Dat een buurvrouw al een tijdje stuurs haar gezicht afwendt als ik aan kom fietsen – en ik totaal niet weet waarom – heeft mogelijk niets met mij te maken. Misschien heeft ze toevallig een wat stuurse blik bij wind tegen.

Meer lezen

Tekst Mariska Jansen  Fotografie Clay Banks/Unsplash
Gepubliceerd op 15 juni 2020, laatst bewerkt op 12 maart 2024

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN