Langzamer leven: het is broodnodig, en zo gaat AI ons erbij helpen

Hoe houd je moed in een wereld die steeds ingewikkelder voelt, vroegen we aan deskundigen. Wout Funnekotter is techliefhebber en hoofdredacteur van techwebsite Tweakers: ‘Bij techniek en gadgets denken we al gauw aan ‘overweldigend’ en ‘snel’, maar dat kan in de komende jaren gaan veranderen.’

“Ik hoor de laatste tijd van verschillende kanten dat we mogelijk over een tijdje allemaal een eigen AI-assistent hebben. Zoals nu drukke of beroemde mensen een personal assistant (PA) hebben, die alle klusjes doet waar ze zelf geen zin in hebben,” vertelt Funnekotter.

Van je agenda bijhouden tot je boodschappen doen

“Straks houdt je assistent je agenda bij, doet ie boodschappen voor je en regelt allerlei zaken. Stel je voor dat je daar je hoofd niet meer over hoeft te breken! Die AI-assistent is helemaal getraind op wie jij bent en wat jij nodig hebt. Ik denk dat we er minder stress door kunnen gaan ervaren: en zo kunnen we tot rust komen, onthaasten – en langzamer gaan leven.

Voordat je vandaag alles los kunt laten en tot rust kunt komen, heb je een to do-lijst in je achterhoofd die vaak maar moeilijk is weg te mediteren. Hoe meer je straks kunt automatiseren en hoe meer hulp je krijgt bij de organisatiekant van je leven, hoe meer ruimte er ontstaat om gewoon even helemaal nergens aan te denken.”

AI als jouw persoonlijke docent

“Ook als je bijvoorbeeld iets nieuws wilt leren: nu koop je misschien een boek, bekijk je een video op YouTube of volg je een paar weken een cursus. Maar die zijn niet specifiek voor jou gemaakt: het zijn generieke uitingen die bij de een beter aansluiten dan bij de ander. Maar als je een AI-assistent hebt die jou heel goed kent en precies snapt hoe jij werkt, kun je die vragen: leg me eens uit hoe X werkt? Als het goed is, weet je assistent welke manier van leren je fijn vindt: heel feitelijk of in een soort verhaalvorm. Zo kun je nog meer tijd en ruimte in je hoofd besparen.

Maar natuurlijk is er wel één kanttekening: we moeten die tijd dan niet weer gaan opvullen.”