Het positieve van een burn-out

Soms kom je pas tot nieuwe inzichten nadat je eerst heel hard tot stilstand bent gekomen. Journalist Maaike Helmer kreeg een burn-out en kon daar niks positiefs aan ontdekken. Inmiddels jaren verder ziet ze ook wat een periode van ‘pas op de plaats’ je oplevert.
“Ooit zul je zeggen dat je veel hebt geleerd van deze tijd.” Het was 2008. Ik zat aan de keukentafel, met mijn handen letterlijk in mijn haar, toen een goede vriendin dit tegen me zei. Pardon, dacht ik, hóe dan? Ik had een fikse burn-out en de vriendin had er een achter de rug. Ze tikte geruststellend op mijn arm: “Dat je de kans hebt om te kijken waar je nu staat in je leven, daar ga je in de toekomst met een positief gevoel op terugkijken.” Ik trok mijn wenkbrauwen op en geloofde er niks van.
Grenzen eindeloos oprekken
Pas op de plaats moeten maken, een stap terug doen, (lichte tot zware) overspannenheid, een burn-out: het zijn allemaal manieren om op een – vaak behoorlijk confronterende manier – ineens tot inzichten te komen. Zit je er middenin, dan is dat doorgaans bepaald geen pretje: je komt jezelf flink tegen. En toch zeggen veel mensen naderhand dat ze het ‘niet hadden willen missen’, zoals bovengenoemde vriendin. Hoe komt dat toch? Wat is de winst ervan?
Allereerst: waarom moeten we soms letterlijk tot stilstand worden gedwongen om verder te komen? Thijs Launspach, psycholoog en schrijver van het boek Fokking druk: “Vroeger noemden we iemand die altijd maar werkt, een workaholic. Tegenwoordig gebruiken we dat woord niet meer, maar we zijn niet minder werkverslaafd geworden. Integendeel. Het is daarnaast normaal geworden dat we altijd aan staan, ook door de beschikbaarheid van social media en WhatsApp. En dus blijft er nauwelijks tijd over voor rustige reflectie.”