Dag en nacht speuren de Black Mamba’s in het Krugerpark naar schade aan hekken en andere sporen. Deze vrouwelijke rangers trekken ten strijde tegen de duizenden stropers.
“Het was een bewolkte ochtend in november. Met z’n tweeën maakten we onze ronde door het reservaat. Wat we niet wisten, was dat er de avond daarvoor twee mannen waren binnengedrongen,” vertelt ranger Belinda Mzimba (28). Als ze in de verlaten hangar in het Zuid-Afrikaanse Krugerpark haar verhaal doet, voelt ze de adrenaline meteen weer stromen.
Ze vertelt hoe ze die ochtend patrouille liep. Samen met een ander lid van de Black Mamba’s, de onbewapende vrouwelijke eenheid die sinds 2013 de grenzen bewaakt van Balule Nature Reserve, een beschermd gebied van wel 62.000 hectare in het Kruger National Park.
“Opeens rook ik iets. Sigaretten, brandend hout. Ik wist: stropers.” De vrouwen volgden het spoor en kwamen bij een open plek waar twee mannen bij een vuur stonden.
“De jongste deed niets toen hij ons zag, de oudste greep een machete en stormde op me af.” Belinda reageerde onmiddellijk door het busje pepperspray uit haar zak te pakken. “Vervolgens viel hij met veel geschreeuw op de grond. Toen konden we hem in de boeien slaan.” Haar ogen glimmen van trots. “Maar ik was zó bang.”
Later bleek dat de mannen hoorden bij de groep van ongeveer zesduizend stropers die actief zijn in het Krugerpark. Sommige van hen zijn bushmeat-jagers, de rest is gevaarlijker: de big game-stropers die het op neushoorns hebben gemunt.
Gelukkig zijn daar de Black Mamba’s, opgericht door Craig Spencer, hoofdopzichter van Balule: een eenheid van vrouwen die het opneemt tegen de meest gevreesde dierenmoordenaars van Zuid-Afrika. De Mamba’s richten zich vooral op preventie en educatie, wapens gebruiken is niet de bedoeling. Op zoek naar draadstrikken, schade aan hekken en andere sporen van stropers patrouilleren ze dag en nacht langs de westelijke grens van het Krugerpark. “In het begin was het heel moeilijk. We waren nog maar met zes vrouwen,” vertelt Nocry Mzimba (28), de eerste Mamba die ooit werd gerekruteerd.”
Zestien dagen in de bush
Inmiddels zijn de Black Mamba’s 8 jaar verder en is de groep, die wordt gesteund door donaties, uitgegroeid tot 23. De resultaten: 76 procent minder stroopactiviteiten. De rangers rolden twaalf stroperskampen op en ze vernietigden drie ‘keukens’, plekken waar dieren verwerkt worden tot bushmeat.
“Vroeger kwamen de vrouwen na elke patrouille terug met ruim twintig vallen, nu vinden ze er bijna nooit meer een,” zegt Mamba’s-manager William Hodgson. “Ze houden de boel goed in de gaten. Ze schatten de situatie in en schakelen indien nodig gewapende bewakers in die hen komen bijstaan.”
De grootste uitdaging is het tegengaan van de jacht op neushoorns. De hoorn is belangrijk in de traditionele Aziatische geneeskunde en brengt wel zestigduizend dollar per kilo op. Zuid-Afrika, waar meer dan tachtig procent van de neushoorns in de hele wereld leeft, verloor in tien jaar tijd bijna tienduizend neushoorns aan de jacht.
Craig Spencer zag de vergeefse pogingen van de lokale autoriteiten om de illegale handel te stoppen en kwam acht jaar geleden met een gewaagd idee: waarom de stropers niet verslaan op hun eigen terrein? Zodra ’s ochtends vroeg het reservaat ontwaakt, begint de eerste eenheid aan een voetpatrouille van zestien kilometer.
De rangers lopen langs het hek, zetten observatieposten op en controleren het bos met hun schijnwerpers. Ze zorgen dat ze merkbaar aanwezig zijn: hun aanwezigheid in Balule werkt als afschrikmiddel voor stropers. Dat de Mamba’s nu zo’n goed geoliede machine zijn, is voor een belangrijk deel te danken aan de eerste groep vrouwen die werd opgeleid. Zij baanden de paden voor de rangers die volgden.
“De training om een Mamba te worden is heel zwaar. Je moet zestien dagen in de bush doorbrengen en je eigen hutten bouwen van hout dat je in het bos vindt. Je mag je niet wassen, nooit je laarzen uittrekken, moet altijd paraat staan,” vertelt Siphiwe Sithole (33), ranger van het eerste uur. Met haar toewijding, doorzettingsvermogen en natuurlijk leiderschap staat ze symbool voor wat de Mamba’s kunnen bereiken.
Siphiwe schrijft haar vastberadenheid toe aan de problemen die ze als alleenstaande moeder heeft gekend. “Er is geduld nodig voor dit werk, en moed. Als je alleen voor het geld komt en je laat je hart thuis, ga je onze neushoorns niet beschermen.”
Zonder kogels
De Mamba’s zijn allemaal in de twintig of begin dertig, en worden bewust gerekruteerd uit de nabijgelegen arme gemeenschappen waar ook de stropers vandaan komen. Voordeel daarvan is dat ze vaak meer op de hoogte zijn van het stroopwerk. Daarnaast kunnen ze lokaal invloed uitoefenen. De meeste Mamba’s zijn jonge moeders en kunnen deze visie doorgeven aan volgende generaties.
“We kiezen vrouwen die mensen kunnen overtuigen van het belang van de zaak,” zegt manager Hodgson. “De Mamba’s pakken de stroperij ook aan met hun bijdrage aan de mentaliteitsverandering en met onderwijs. Dit is geen strijd die je met kogels wint.” Waarom er alleen vrouwen gerekruteerd worden? Omdat ze volgens Hodgson vaak meer aandacht voor details hebben en daarom beter zijn in het spotten van verdachte zaken. En, ook heel belangrijk, ze zijn minder corrupt. “Mannelijke rangers blijken soms zelf neushoornstropers te zijn, of laten zich betalen om de andere kant uit te kijken.”
De relatie tussen natuurreservaten en de arme dorpen eromheen blijft moeizaam. De lokale bevolking ziet vaak het belang niet: wat heb je aan zo’n reservaat? Veel banen levert het niet op en in feite is het gewoon een rare omheinde plek waar buitenlandse toeristen vakantievieren, luidt de redenering.
De lodges in het Krugerpark kosten honderden dollars per nacht, terwijl in de aangrenzende dorpen het percentage werklozen maar liefst 47 procent is en 78,9 procent van de bevolking onder de nationale armoedegrens leeft. Niet verwonderlijk dat stropers bereid zijn hun leven te riskeren voor een broodnodig inkomen.
Straks is het te laat
Hodgson gelooft niet in het ‘eerst schieten, dan vragen stellen’-beleid waarmee de stroperij gewoonlijk wordt aangepakt. Sterker nog: het heeft de situatie alleen maar verergerd. Honderden kostwinners zijn gedood en hun families zakten nog dieper weg in de armoede. Gevolg: alleen nog maar meer frustratie over de natuurreservaten. “Het mooie aan de Black Mamba’s is dat we verschillende technieken en manieren hebben om de stroperij terug te dringen zonder mensen te doden.”
Mamba Lewyn Maefala (28) leidt het zogeheten Bush Babies-programma voor 820 lokale scholieren. Elke week maakt ze een ronde langs tien scholen in de meest achtergestelde gemeenschappen in de omgeving. Ze leert de kinderen hoe belangrijk milieubehoud is voor hun toekomst. “We vertellen over het belang van een schone bodem en water, organiseren excursies en schoonmaakcampagnes. Onze boodschap is: als we niet snel ingrijpen, verdwijnen deze natuur en dieren – en dan is het te laat.”
Ze wijst kinderen op de gevaren en gevolgen van stroperij. Niet alleen voor het milieu, maar ook voor de stropende familieleden die hun leven op het spel zetten. “Als je de leerlingen vraagt of ze een stroper kennen, zegt tachtig procent ja.”
Toch blijft het vechten tegen de bierkaai. Stroperij is zo winstgevend dat Mamba’s en hun familieleden het risico lopen gewraakt te worden. Hodgson: “Voor deze meisjes is het niet eenvoudig om zich bij ons aan te sluiten, want de vijandigheid van de stropers en hun families is enorm.” Wat ook meespeelt: als de rangers 21 dagen achter elkaar dienst hebben, laten ze hun kinderen vaak achter bij hun grootouders. Dat eist, naast het fysieke gevaar, ook emotioneel z’n tol.
“Het lijkt een heel toffe, stoere baan,” zegt ranger Carol Khosa (31), moeder van twee kinderen. “Maar in werkelijkheid is het extreem zwaar. Je bent vaak en lang weg bij je kinderen.”
De houdbaarheidsdatum van de Mamba’s is dus beperkt. Gelukkig krijgen ze naast hun werk ook een opleiding om skills te ontwikkelen die in de toekomst ander werk kunnen opleveren. Als een voormalig Mamba succesvol wordt, dwingt ze respect af in de gemeenschappen waar het programma zich op richt.
Momenteel worden er tien Mamba’s opgeleid in een voor hen onbekend natuurgebied. Terwijl de zonsopgang het bos oplicht en giraffen en gnoes rustig grazen, beginnen de nieuwe rekruten hun oefeningen op een verlaten landingsbaan. Naast theorie zijn er de fysieke lessen met onderdelen als push-ups, sit-ups, hardlopen en marcheren.
De Mamba’s in spe krijgen samen les in communicatiecodes en arrestatietechnieken. Sommige voelen zich aanvankelijk ongemakkelijk, ze vinden het ongepast om zich te verzetten tegen een man. Maar de ervaring leert dat hun zelfvertrouwen na twee maanden zware training is gegroeid. “Het is klinkklare onzin dat dit geen baan voor vrouwen zou zijn,” zegt Siphiwe Sithole. “Niets is alleen voor mannen.”
Sporen verdiend
Het verraderlijke is dat ook de stropers bijleren. Ze werken in groepen van twee of drie en opereren vaak ’s nachts, met volle maan en op winderige dagen, als het geluid van schoten wordt gedempt. “Als we een schot horen, hebben we tien minuten om de stropers te vinden voordat ze de hoorn afhakken en zich weer uit de voeten hebben gemaakt,” zegt Hodgson.
Na hun training hebben de Black Mamba’s geen tijd te verliezen: ze moeten voortdurend anticiperen en reageren op de vijand. Ja, natuurlijk waren ze trots toen ze in 2015 een prijs ontvingen als onderdeel van het VN-milieu- programma Champions of the Earth voor de ‘snelle en indrukwekkende impact’ bij de bestrijding van stroperij. Alleen heeft die roem ook een keerzijde.
“We zijn goed bezig, boeken resultaat en alle ogen zijn op ons gericht,” zegt Siphiwe. “Er zijn mensen die tegen ons opkijken en ons als rolmodel zien. Maar er zijn er ook genoeg die ons graag zien falen.”Elke generatie heeft een eigen uitdaging. Zo hadden de eerste Mamba’s die werden gerekruteerd vaak te maken met sceptische familieleden die vreesden dat ze zouden worden vermoord door stropers of door wilde dieren.
Maar inmiddels hebben de rangers hun sporen verdiend, en kijkt niemand ervan op als ze hun kinderen meenemen naar het reservaat om ze dieren in het wild te laten ervaren. Mamba Lewyn Maefala: “Voor het eerst zien ze dieren niet als vlees, maar als waardevol onderdeel van hun leefomgeving.”
Lees meer
- Activisme en kunst: de wilde dieren van Goodness Gang.
- Activisme op je eigen manier vormgeven.
- The Rewilders reizen én beschermen tegelijkertijd de natuur.
Tekst Matteo Fagotto Fotografie Matilde Gattoni