Er zijn van die zaken die heel gewoon lijken, totdat je je afvraagt waarom het eigenlijk zo gaat. Onze werktijden bijvoorbeeld: ondanks alle nieuwe technologieën is van negen tot vijf meestal nog de norm. Journalist Hedwig Wiebes onderzoekt hoe zinvol dat is.
Toen ik jaren geleden mijn kantoorbaan opzegde om als freelance journalist aan de slag te gaan, kon ik mijn geluk niet op. Vanaf dat moment was het aan mij om te bepalen wanneer ik werkte. Ik zag mezelf al zitten op bed, aan het eind van de ochtend met de laptop op schoot, nadat ik de vorige avond een creatieve ingeving had gekregen en tot ver na middernacht was door blijven schrijven. Of gewoon gezellig te lang in de kroeg was blijven hangen.
Alles kon. Tegelijkertijd wist ik ook wel dat ik voldoende uren moest blijven werken. Maar het idee dat ik was ontsnapt aan dat strakke stramien waar ik nooit veel mee had gekund, woog op tegen iedere vorm van onzekerheid binnen mijn nieuwe bestaan.
Vroege vogel of uitslaper
In de hele geschiedenis van de mensheid zijn we ons recent aan strikte werktijden gaan houden. Pas tijdens de industriële revolutie in de achttiende en negentiende eeuw zagen eigenaren van fabrieken in hoeveel efficiënter er gewerkt en vooral geproduceerd kon worden als veel mensen op eenzelfde moment hetzelfde deden. Gelukkig zijn de zes- of zelfs zevendaagse werkweken van veertien uur per dag van toen inmiddels teruggebracht naar veertig uur per week. Of 31 uur, het gemiddelde aantal werkuren in Nederland.
Maar dat van de meesten van ons verwacht wordt dat we ’s ochtends op hetzelfde moment ten tonele verschijnen is eigenlijk heel gek, vindt chronobioloog Roelof Hut van de Rijksuniversiteit Groningen. “Sommigen blijven het lastig vinden dat de wekker om zeven uur gaat. Er zijn namelijk wel degelijk ochtend- en avondmensen. Dat heeft te maken met je niveaus van cortisol en adrenaline: activerende hormonen waarvan het gehalte ’s ochtends op een gegeven moment zo hoog is dat je wakker wordt.” Of niet dus. Want tussen twee mensen kan dat moment volgens Hut zo een paar uur verschillen. Daar kun je niet veel aan veranderen. Al is de wetenschap er inmiddels wel achter dat hoe ouder we worden, hoe meer we verschuiven naar een zogenoemd ‘vroeg chronotype’.
Puberteit
Het laatst werden we overigens wakker tijdens onze puberteit. Dat verklaart waarom ik al op jonge leeftijd een hekel kreeg aan te vroeg moeten beginnen. Roelof Hut lacht: “Wie bedenken de schooltijden? Juist, directeuren van een jaar of vijftig. Waar zij steeds meer in ochtendmensen veranderen, zijn hun leerlingen juist meer dan ooit avondmensen.” Dat klinkt nog steeds alsof een schop onder de kont genoeg zou moeten zijn, maar zo simpel ligt het niet. In een recente studie werden de onderlinge verschillen tussen leerlingen in kaart gebracht, waardoor duidelijk werd hoe groot het effect is. Leerlingen die liever laat opstaan, halen namelijk gemiddeld lagere cijfers dan leerlingen die zonder moeite vroeg uit bed springen.
Behalve dat je biologische klok je op een natuurlijk moment wakker maakt, zorgt hij er ook voor dat je spieren en hersencellen suikers gaan opnemen zodat die hun werk kunnen doen, legt Hut uit. Dat is pech voor de avondmensen, want de samenleving is ingericht op ochtendmensen. Mensen die al vroeg op de dag een hoog cortisolniveau hebben, zijn van nature initiatiefrijk en ondernemend. Dus de kans is groot dat zij een rol vervullen waarin ze het voor het zeggen hebben. Daarnaast zijn de meeste leidinggevenden sowieso ouder en dus van nature vroegere types.
Interne klok
Roelof Hut vraagt zich steeds vaker af waarom we niet gebruikmaken van flexibeler werktijden die beter bij ons eigen chronotype passen. “In het meest extreme geval kan het zijn dat de een het liefst naar bed gaat als de ander opstaat. We weten bovendien dat het heel ongezond is om mensen te dwingen hun persoonlijke ritme niet te volgen.” Zo doet een wekker in feite weinig anders dan ons natuurlijke ritme verstoren, verduidelijkt hij.
Uit onderzoek van de Duitse chronobioloog Till Roenneberg blijkt dat mensen met een laat chronotype op weekdagen structureel te kort slapen – wat ze vervolgens in het weekeinde moeten inhalen, als dat al lukt. En de wetenschap ziet steeds beter hoe desastreus slaaptekort is: van grotere kans op depressie, obesitas en alcoholmisbruik tot zelfs kanker. Hut: “Hoe graag we ook zo productief mogelijk willen zijn, we zijn geen robots. Integendeel: we zijn nog altijd aardse wezens met een interne klok die is afgestemd op het zonlicht. We weten dat zelfs de bacteriën die drieënhalf miljard jaar geleden de planeet bevolkten, een biologische klok hadden.”
Tijdstippen
Doordat dat natuurlijke ritme per persoon verschilt, is het lastig om een gouden standaard op te stellen. Toch valt er wel wat te zeggen over tijdstippen waarop we het best functioneren. Zo kun je ingewikkelde cognitieve taken goed in de ochtend uitvoeren, want een paar uur na het wakker worden is je denkvermogen op z’n best. Volgens een Brits onderzoek ervaren we 10.26 uur als het productiefste moment van de dag. Waarschijnlijk omdat we dan lang genoeg bezig zijn om al wat taken te hebben afgerond, maar kort genoeg om ons nog fris te voelen.
Daarna gaat het in principe bergafwaarts, want het is een feit dat onze mentale prestaties gedurende de dag afnemen, vertelt Roelof Hut. “Maar bij late types wordt dat gecompenseerd door hun interne biologische klok. Zodanig zelfs dat zij juist steeds beter gaan presteren gedurende de dag en ’s avonds op de top van hun kunnen zijn.”
Saaie klussen: tussen 2 en 3
Ik zou bijna opperen dat we voortaan maar halve dagen moeten gaan werken, maar opvallend genoeg kan een verlies aan concentratie en alertheid ook in ons voordeel werken. Moeheid is namelijk goed voor je creativiteit en probleemoplossend vermogen. Voor de meeste volwassenen geldt dat zij juist dan goed out of the box kunnen denken en met originele ideeën komen, ontdekte de Amerikaanse psycholoog Mareike Wieth van het Albion College in Michigan.
“Moeheid laat je geest vrijer dwalen, met als gevolg dat je beter kunt nadenken over alternatieve oplossingen.” Dat betekent dat je moeilijke vraagstukken beter kunt laten liggen voor de late middag. Belangrijke gesprekken en meetings plan je juist wat eerder op de dag. Doorgaans voel je je dan ook het meest opgewekt. Heb je saaie klusjes te doen of moet je door ontelbare e-mails ploegen? Bewaar die voor halverwege de middag: zo tussen twee en drie voel je je doorgaans het minst energiek. Dat is het moment om je automatische piloot aan te spreken. Zie je het even helemaal niet meer zitten? Een korte wandeling of middagdutje verbetert je bloedsomloop en laat je dieper ademen, waarna je weer beter kunt focussen.
Drang naar autonomie
In veel functies moet je nou eenmaal op gezette tijden op de (thuis)werkvloer verschijnen, daar kun je niet omheen. Gelukkig bieden steeds meer werkgevers de ruimte om je werk in te richten zoals dat het beste bij je past. Vaak zijn het de jonge bedrijven die het goede voorbeeld geven, zoals het journalistieke platform Blendle. Daar heb je de vrijheid om te werken zoals je het zelf prettig vindt.
Rick Pastoor begon er op zijn 24e als programmeur en geeft inmiddels leiding aan het dertigkoppige team dat de software ontwikkelt. De gemiddelde leeftijd ligt net onder de dertig, gokt hij. Wat deze jonge mensen met elkaar gemeen hebben, is een sterke drang naar autonomie, vertelt hij. “Mensen vinden het fijn om zelf te kunnen bepalen waar, wanneer en hoe ze werken. We leven in een tijd waarin zo veel mogelijk is. Het aantal werkgevers dat net als wij niet meer eist dat je op een bepaald tijdstip op kantoor moet zijn, zal alleen maar groeien.”
In de focusmodus
Dat is dus wel iets wat je vervolgens moet gaan uitvinden, hoe werk voor jou het best werkt. Zelf kwam ik er uiteindelijk achter dat die aloude kantoortijden me eigenlijk wel bevallen. Hoewel ik nog steeds liever niet al te vroeg opsta, vind ik het wel heel fijn om tegen lunchtijd op een productieve ochtend terug te kunnen kijken. En als het nodig is, werk ik met liefde tot ’s avonds laat aan een deadline, maar ik vraag me geregeld af of het tijdstip me dan doet vlammen of simpelweg de druk dat het af moet. Maar dat ik mijn werktijden zelf kan bepalen, is al heel veel waard.
Meetingloze dag
Ook Rick Pastoor ontdekte dat simpelweg niet ieder moment geschikt is voor elk soort werk, ook al zegt zijn agenda nog zo stellig dat iets gedaan moet worden. “Ik leerde een belangrijke les door eindeloos te proberen belangrijk creatief werk op donderdag of vrijdag aan het einde van de middag te doen. Ik moest en zou het voor elkaar krijgen om elk soort werk op elk gewenst moment goed te doen, maar dat mislukte steeds. Daarom hebben we van de dinsdag een meetingloze dag gemaakt. Na het opstarten op maandag met de bijbehorende vergaderingen zijn de plannen duidelijk en heeft iedereen nog volop energie. Nu we de afspraken op dinsdag hebben geschrapt, is het een perfecte dag om veel werk te verzetten.”
Het is een van de adviezen die hij aanhaalt in zijn boek Grip, waarin hij zijn geheimen deelt om slim te werken. Nog zo een: bij Blendle hanteren ze de zogenoemde koptelefoon-regel. Als je oortjes in hebt, laat je zien dat je in je focusmodus zit en mag niemand je storen. Het zijn vaak de kleine dingen die je helpen trouw te blijven aan je eigen ritme.
Vrouwelijke manier
Ken je dat, dat je zó opgaat in waar je mee bezig bent, dat je volledig de tijd vergeet? Dat je zo lekker aan het werk bent dat de productiviteit bijna uit je poriën stroomt? Grote kans dat je je op zo’n moment niet strikt aan je voorgenomen agenda houdt. Sterker nog: deze manier van werken is het tegenovergestelde van de in marmer gehouwen werkdagen die nog altijd de norm zijn. In feite is het een meer vrouwelijke manier van werken, aldus burn-out- en stressdeskundige Nienke Thurlings. “In plaats van altijd op een meer lineaire, masculiene manier doelgericht onderweg te zijn naar het volgende, zorg je zo dat er óók ruimte is voor bezinning en creativiteit.” Het zijn zo ongeveer de beste momenten die je kunt ervaren, zowel op zakelijk als persoonlijk vlak. Tijdens zo’n flow-moment word je meegevoerd in een stroom van opperste concentratie en krijg je veel meer voor elkaar. Alles klopt voor je gevoel. “Omdat je op zo’n moment beter naar jezelf luistert,” vervolgt Thurlings.
Je intuïtie is de allerbeste planner
Daar sluit de Tijdsurfen-methode van zenmonnik en coach Paul Loomans bij aan: in zijn bekroonde boek Ik heb de tijd legt hij uit hoe je intuïtie de allerbeste planner is. Laat je niet leiden door zogenaamde regels of manieren waarop anderen werken, die misschien helemaal niet bij jou passen. Vertrouw op je gevoel en ga spontaan aan de slag met een taak waar je je op dat moment goed bij voelt.
Zelf ben ik nog steeds ongelooflijk blij dat ik de vrijheid heb om de volgende dag iets later te beginnen met werken als zich ’s avonds laat iets leuks aandient. Tegelijkertijd voelt het goed om met een fris hoofd om tien uur ’s ochtends al een stel flinke strepen op mijn to do-lijst te kunnen zetten. Misschien is dat wel het geheim: staar je niet blind op werktijden, maar probeer te doen wat op dat moment bij je past.
- Dit verhaal komt uit Flow 1-2020.
- We gaven al eerder 6 tools voor thuiswerkers.
- Hier vind je nog meer tips voor als je thuiswerkt.
Tekst Hedwig Wiebes Fotografie Annie Spratt