Daar op dat verre strand weet je het: terug van vakantie ga je het helemaal anders aanpakken. Waarom blijft het dan toch vaak bij dromen? Journalist Liesbeth Rasker zoekt het uit.
Bij mij in de boekenkast staan behalve boeken ook Moleskine-boekjes, een halve meter lang. Zwart zijn ze, met een zachte kaft, allemaal identiek. Het zijn mijn reisdagboeken. Aangezien ik vrijwel altijd in m’n eentje op reis ga, vind ik zo’n boekje onmisbaar: als je alles alleen moet onthouden en verwerken, is het extra prettig om de dingen vast te leggen.
Regelmatig blader ik ze door. Zeker toen reizen door de pandemie een hobby uit het verleden werd en er vrijwel niets over was van mijn vroegere leven waarin ik zo’n vier tot vijf maanden per jaar in het buitenland zat. Wanneer ik door mijn reisdagboeken blader, ben ik weer even op het strand van Koh Lipe in Thailand. Of op Ilha Grande, een eiland voor de kust van Rio de Janeiro, waar ik in januari 2013 ontzettend tevreden zat te zijn.
‘Zou ik niet over reizen kunnen gaan schrijven?’ lees ik terug in een van die boekjes. ‘Zodra ik thuis ben, ga ik uitzoeken hoe ik dat ga aanpakken. Want ik voel dat ik hier pas echt gelukkig van word.’ Of ik ben weer even terug in die week in Italië – bijna twee jaar geleden. Mijn geliefde Italië, het land waar ik al mijn hele leven kom en sinds een paar jaar elke zomer hetzelfde dorp bezoek.
Terwijl ik daar op het strand zat, schreef ik: ‘Altijd als ik hier kom, voel ik me op m’n best. Waarom ben ik hier niet vaker? Waarom heb ik hier geen huis?’
En nu echt
Ik ben natuurlijk niet de enige die ver van huis, tijdens een vakantie waar alle dagelijkse stress pardoes van je afvalt, opeens tot heel heldere inzichten komt. In dat kleine schattige haventje waar je bij toeval terechtkomt nadat je de hele dag hebt liggen dutten op het strand, is het opeens zonneklaar dat je toch echt een andere kant op moet met je baan.
Of dat die date waar je al maanden moeizaam mee afspreekt, niet voor het liefdesgeluk gaat zorgen waar je zo’n behoefte aan hebt. En ook ben je het zat dat je vriendin altijd bij jóú uithuilt, maar dat ze geen gehoor geeft wanneer jij haar eens een keer nodig hebt.
Stellig neem je je voor om aan al die dingen voor eens en voor altijd een einde te maken. Als je terug bent, ga je het helemaal anders aanpakken. Je vóélt het. Maar drie maanden later zit je toch weer met die date aan tafel nadat je vriendin huilend aan de telefoon hing en jij trouwens een rotdag had op je werk – maar daar vraagt niemand je naar.
Van die mooie voornemens en heldere inzichten is weinig meer over, want de alledaagsheid heeft je weer ingekapseld en er is helemaal geen ruimte voor nieuwe paden en frisse winden.
Onderweg naar Italië
Uit onderzoek van adviesbureau &samhoud blijkt dat het slechts een kwart van de Nederlanders lukt om met vakantievoornemens thuis ook echt aan de slag te gaan. Niet zo gek eigenlijk. Je baan opzeggen lijkt leuk, maar je moet ook gewoon geld verdienen. Die date aan de kant zetten lucht wellicht op, maar een mens heeft ook behoeftes en ach, zó stom is diegene nou ook weer niet.
‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren,’ schreef Willem Elsschot (1882-1960) in zijn gedicht Het huwelijk. En toch: toen ik terugkwam uit Brazilië mailde ik de hoofdredacteur van de website waar ik destijds voor werkte dat ik niet meer over mode wilde schrijven, maar over reizen.
Dat ging niet zonder slag of stoot. Maar uiteindelijk wist ik mijn carrière als ‘modemeisje’ om te buigen en maakte ik boeken, verhalen en podcasts over reizen – tot de pandemie kwam. Diezelfde pandemie katapulteerde al mijn dertigersvrienden in het burgerlijke bestaan: de baby’s en trouwringen vlogen me om de oren. Wat ging ík dan doen?
Ik heb geen kinderwens, maar veel en ver reizen kon ook niet meer. En toen kwam twee jaar geleden die vakantie in Italië. In een moment van vastberadenheid mailde ik een makelaar die ik via Google had gevonden. Drie dagen later reed ik met mijn huurauto achter haar aan langs zes verschillende huizen. Een week na mijn vakantie zat ik bij de bank voor een financieel plan. En nu, bijna twee jaar later, verwacht ik nog een jaar of drie nodig te hebben voordat ik al het geld bij elkaar heb gespaard en ik mijn huis in Italië kan kopen.
Drie jaar waarin ik kan dromen van een oud Toscaans huisje met knoestige balken, terracotta vloeren, een begroeid terras en een uitzicht dat tot mijn tachtigste niet zal vervelen, in een dorp waar ik een vaste bakker heb en waar iedereen elkaar kent.
Meer lezen
- Zonder filter #4: ben ik de enige met stress op vakantie?
- Werken in het buitenland als digital nomad: hoe pak je dat aan?
- 5x een landgoed bezoeken in Nederland.
Tekst Liesbeth Rasker illustratie Lotte Dirks