Het was een grote droom van interieurontwerper Marieke Rusticus: wonen in een fabriek. Toen een oude zuivelfabriek in Kolderveen (Drenthe) in de verkoop ging, konden ze dus bijna niet anders dan een bod doen. Marieke vertelt hoe het is om te wonen op deze bijzondere plek.
Je woont nu al een aantal jaar in deze fabriek. Hoe zijn jullie bij deze plek terecht gekomen?
“Een aantal jaar geleden kwam ik toevallig voor mijn werk in de fabriek, er zit namelijk een brocanterie in waar ik benieuwd naar was. De eigenaresse liet me de rest van de ruimtes zien en ik werd helemaal enthousiast. Ik heb een fascinatie voor fabriekspanden: geen idee waar dat vandaan komt, maar ik vind het te gek. Ooit had ik gezegd dat ik weer vrijer wilde wonen en de stad uit wilde. Toen was ik hier en zei: ‘dit is het, hier wil ik wel wonen’.”
De fabriek was al bewoonbaar toen jullie er kwamen. Hoe is de fabriek omgebouwd tot woonhuis?
“25 jaar geleden is de fabriek gekocht door een paar kunstenaars en een architect. Het was een oude melkfabriek die ermee ophield, daardoor kwam het pand leeg te staan. Toen dachten ze: we gaan er wat leuks van maken. Het idee was om kunstenaars en hippies samen te laten wonen in de grote ruimte. In de praktijk ging dat vrije leven wat minder goed en werden er even later drie of vier appartementen in gemaakt die samen een wooncoöperatie vormden. Die mensen hadden weer te weinig geld en al snel kwam er een kunstenaarsstichting in die het opkocht. Die richtte een vereniging van eigenaren op waardoor het in de verkoop ging. De kunstenaars zijn eigenlijk in de loop van de jaren een beetje weggegaan, maar de filosofie zit er nog wel in. In de grote ruimte voorin het pand worden bijvoorbeeld af en toe nog concerten georganiseerd.”
En hoe werd het uiteindelijk jullie huis?
“De moeder van mijn collega heeft een Funda-verslaving en stuurde me een berichtje toen deze fabriek te koop stond. Ik belde op donderdag naar de makelaar en zaterdags gingen we naar de kijkdag met het hele gezin. Mijn vriend Eddy was alleen nog niet zo enthousiast. Hij vond het prachtig, maar zag zichzelf er niet wonen en vond het lastig om de stad te verlaten. Ik baalde, maar het hele gezin moest het natuurlijk willen. Uiteindelijk haalde mijn dochter Eefje hem over tijdens een hockeywedstrijd. Hij kwam thuis en zei: ‘doe maar een bod’. Eigenlijk met het idee dat we het toch niet zouden krijgen. Tot ik onderweg was naar m’n werk en het telefoontje van de makelaar kreeg met de woorden: ‘Marieke, het is van jullie’.”
Jullie wonen hier met meerdere mensen. Hoe is het contact onderling?
“Er zijn acht woonplekken in de fabriek en elk appartement is anders. De voorste grote hal is van de kunstenaarsvereniging en daar kun je nog goed zien dat het een oude fabriek is. Het contact is eigenlijk hetzelfde als met normale buren. De bewoners aan de andere kant zien we wat minder, maar je woont wel samen in één pand, dat samen onderhouden moet worden. Wat je ook met elkaar deelt is de liefde voor de fabriek. Mensen gaan hier bewust wonen omdat ze het pand en de plek bijzonder vinden.”
Hoe heb je deze grote ruimte tot een thuis gemaakt?
“Ik vind het belangrijk dat je ziet wie er woont. Ik wil mensen graag meegeven dat je jezelf kunt ontmoeten als je thuiskomt. Dat je huis je omarmt, dat het veilig voelt en dat je jezelf ziet. Het mooiste stukje van mij, is wat ik wil terugzien in mijn huis. Dat is iets wat ik ook probeer te delen tijdens mijn werk als interieurontwerper. Ik denk namelijk dat het ook kan bijdragen aan je levensgeluk. Je gaat overal en nergens heen, maar hoe fijn is het dat je altijd weer naar huis wilt?”
Zijn er nog veel oude elementen terug te zien in het huis?
“In de kelders hebben ze een aantal machines laten staan en er zijn pekelbaden die vroeger gebruikt werden voor het maken van de kaas. In een andere ruimte beneden zie je nog de kaasplanken waarop de kazen hebben gelegen. Voor de rest is de fabriek wel echt een woonbestemming geworden. Sommige dingen zijn wel hergebruikt. De twee kleine raampjes die eerst beneden zaten zijn bijvoorbeeld naar boven geplaatst. En je ziet het natuurlijk aan het pand en de fabriekspijp die er nog steeds is. Als ik kom aanrijden vanaf mijn werk zie ik de pijp al vanuit de verte. Dan denk ik nog elke keer: dat is gewoon mijn huis.”
Meer lezen?
- Binnenkort verschijnt Het boek door de Dames van Rusticus. Je kunt het hier bestellen.
- Illustrator Melanie woont in wooncollectief Kattegat in Zwolle. Lees hier haar verhaal.
- Wonen in een wooncollectief: zo werkt het.
Tekst Rachel Vieth Fotografie Beetjehome